Verlossing(108)
In gedachten liep hij de gebeurtenissen van de nacht nog eens door. De Deense ambulancemensen waren er al na twaalf minuten. Ze schudden hun hoofd toen ze de man op de grond zagen en riepen een helikopter op. Gelukkig waren ze met z’n drieën, en samen met Halvor kregen ze de man op de brancard. De politie kwam tegelijk met de helikopter.
Ook zij schudden hun hoofd toen Halvor tamelijk onsamenhangend probeerde uit te leggen wat er was gebeurd. Later in de nacht, in de verhoorkamer van de politie van Fredrikshavn, kreeg hij ladingen verwijten over zich heen, totdat hij eindelijk duidelijk kon maken dat ze alleen maar op verkenning waren en dat het hun bedoeling was om voor een arrestatie contact op te nemen met de Deense politie. Uiteindelijk mocht hij naar het Scandic Stena Line Hotel bij de haven gaan, waar de Denen de Noren kennelijk graag verzamelden. Toen hij daar eindelijk in bed lag, lag hij nog een halfuur wakker omdat er allerlei brallende landgenoten naar huis kwamen na een vochtig nachtje in de stad.
Voordat hij het politiebureau verliet, had hij zich ervan vergewist dat Vivian Thune veilig was opgeborgen in een cel. Vanuit het hotel belde hij Cecilie Kraby wakker – die inderdaad op kantoor sliep – en hij vroeg haar een uitleveringsprocedure te starten. Ondanks zijn slaapdronken stem en het ongenoegen van de Deense politie, klonk ze oprecht blij dat hij Thune had gevonden.
‘Zei ze iets over Enger?’
‘Heel wat, maar voorlopig maar weinig wat we kunnen gebruiken, helaas. Maar als je iemand naar De Spreekbuis van de Straat stuurt om de mobiele telefoon uit de la op haar kantoor te halen, heb je alles wat je nodig hebt voor de zaak tegen haar. Ik hoop alleen dat de geluidskwaliteit goed genoeg is.’
‘Hè? Wat bedoel je?’
Halvor vertelde en Cecilie lachte: ‘Fantastisch! Geen rechter ter wereld kan een verklaring afwijzen die op haar eigen voicemail staat, ook al is die opgenomen zonder haar toestemming. Daar zullen de advocaten een zware dobber aan krijgen. Goed werk, Halvor!’
Ze lachte nog steeds toen Halvor haar welterusten wenste en ophing.
Halvor was volgens afspraak om halftien op het politiebureau. Hij bracht, samen met een Deense agent, meer dan een halfuur door bij Vivian Thune zonder dat er ook maar één woord over haar mooie lippen kwam. Ze trok zelfs geen wenkbrauw op toen hij zei dat ze haar hele verklaring op band hadden staan.
Waarschijnlijk troostte ze zich met de gedachte dat ze toch haar geplande wraak op Enger zou krijgen. Hopelijk zou ze zich anders opstellen wanneer het tot haar doordrong dat die wraak moeilijker uit te voeren zou zijn vanuit een cel in de gevangenis van Oslo. Hij hoopte dat het gauw zover zou zijn, omdat Thune tot nu toe niets had losgelaten wat ze konden gebruiken om Enger langer in voorlopige hechtenis te houden.
‘De uitleveringsprocedure moet maar gewoon zijn beloop krijgen. Hou haar zorgvuldig achter slot en grendel,’ zei hij toen hij wegging, nadat hij hun een kort overzicht van haar verdiensten had gegeven.
Na de vlucht met het watervliegtuig terug naar Fornebu en de taxi naar huis in Manglerud was hij volkomen uitgeput. Hij kon nog net de kinderen gedag zeggen, die in de tuin met Kåre aan het voetballen waren, en Birgitte, die in de zaterdagse pap stond te roeren. Toen viel hij bewusteloos in zijn eigen bed.
Hij werd wakker vlak na het tv-journaal. Hans lag al in bed, en Hanne en Ole hielden de woonkamer bezet om naar een film op Disney Channel te kijken. De volwassenen gingen aan de eettafel zitten met twee flessen Faustino VII. Die had Kåre gekocht en Halvor wist: als de man uit Vega zoiets kocht, dan was het feest. Ze wisten op het eilandje anders de ongelofelijkste smaken te brouwen van hun zelfgestookte brandewijn, en Halvor had de meeste wel geproefd.
‘De prijs voor een nacht in dit hotel was zo aantrekkelijk,’ had Kåre gegrinnikt toen hij met de dure flessen aankwam en ze wilden protesteren. Toen duurde het maar twee minuten of de man was verdiept in het verhaal over een vader en een zoon op Kavlingen in de gemeente Vega.
‘Om te beginnen heb ik goed en slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat het politiebureau en de gemeente Vega veel geld hebben gestoken in het onderzoeken van een moord die naar alle waarschijnlijkheid geen moord was. Het goede nieuws is dat we bijna geen kroon meer nodig hebben, niet voor het onderzoek en niet voor de rechtszaak.’
‘Geen moord?’ herhaalde Halvor. ‘En het verdwenen moordwapen dan?’
Kåre stak zijn hand afwerend op. ‘Wacht, daar kom ik zo op. Het verhaal is als volgt: de moeder van Ole Jakob Kirkebakken sterft aan kanker als de jongen twaalf jaar is, en zijn vader en hij blijven alleen achter. De problemen beginnen wanneer de vader zijn verdriet onder zijn werk bedelft en denkt dat hij zijn zoon geen betere start in het volwassen leven kan geven dan door het vermogen dat het gezin ooit had, terug te winnen. Zo werkt het natuurlijk niet. Die jongen zit in een levensfase waarin hij meer behoefte heeft aan een vader die er ís dan aan geld en materiële goederen. Zijn vader volgt zijn prestaties op school en op het sportveld wel, maar dat is niet genoeg. De jongen voelt dat zijn vader zich eigenlijk niet bekommert om hoe het met hem gaat, en langzaam maar zeker glijdt hij af naar een milieu waarin er wél naar hem wordt geluisterd, maar daar wordt ook geëxperimenteerd met drugs. Hij is pas vijftien als hij zijn eerste shot heroïne neemt, en hij raakt onmiddellijk verslaafd. Opvallend genoeg weet hij het maandenlang verborgen te houden, ook al steelt hij geld en spullen van zijn vader…’