Verlossing(105)
Ze leek tevreden over het antwoord. ‘Waar waren we?’
‘Dat jij ooit net zo was als ik. Het is dus geen onzin wat er in je cv staat over de Verslavingszorg?’
‘Ik was daar; dat klopt. Bijna twee jaar zelfs. Maar iedereen met wie ik werkte, naar welk afkickcentrum ik ze ook stuurde, was alweer terug op straat voordat ik daar stopte. Op één na.’
‘En dat was?’
‘Dat doet er niet toe. Hij is uiteindelijk ook doodgegaan.’
‘Doodgegaan?’
‘Overdosis.’ Het antwoord was kort en beslist. ‘Je weet – of liever: je weet niet – dat de werkelijkheid je op een kwade dag in je gezicht komt slaan. Ik ben misschien cynisch, maar het is niet zonder reden dat mensen zeggen dat een cynicus een idealist is die de werkelijkheid is tegengekomen. Je vertelde me ooit wat het gemiddelde terugvalpercentage was in de Noorse rehabilitatieprogramma’s voor heroïneverslaafden. Was het 93? Wat is de zin dan? Ze sterven vroeg of laat aan hun drugsgebruik, vrijwel allemaal.’
‘92,’ corrigeerde Garvang. ‘92 procent. De meeste mensen proberen het bovendien meerdere keren, en dan wordt de kans groter. Maar het methadonprogramma werkt met heel andere getallen, en dan sterven er veel minder. In het beste geval krijgen mensen die aan de methadon zijn zelfrespect en worden het productieve leden van de samenleving, die niet meer ten laste komen van het staatsbudget…’ Hij pauzeerde even. ‘Maar waarom zou ik daar met jou over discussiëren?’
Thune negeerde die laatste opmerking. ‘Maar dat is maar een minderheid, Kenneth, dat weet je best.’
‘Ja, maar het is toch een grote stap van het verliezen van je illusies naar je actief inzetten om de allerzwaksten in de samenleving te vermoorden.’
‘Misschien wel,’ antwoordde ze. ‘Maar als je aanneemt dat verreweg de meesten toch aan hun verslaving doodgaan, wat is er dan verkeerd aan dat ik het doe?’
‘Hoeveel mensen heb je eigenlijk gezorgd dat er stierven?’
‘Je begrijpt, Kenneth: als ik daar antwoord op geef, zal ik jou ook moeten vermoorden. Dat wil je toch zeker niet?’
‘Dat doe je toch; één leven meer of minder zal je vast niet uitmaken.’ Er kwam geen reactie, dus hij hield aan: ‘Hoeveel?’
‘Ik heb het beeld niet zo heel duidelijk, maar het zouden er al met al zo’n twintig, dertig kunnen zijn. En niemand heeft enig idee dat het moord is.’
‘Waarom loop je dan weg?’
‘Omdat een paar van mijn handlangers zijn gepakt omdat ze iemand hebben doodgestoken. Ik vertrouw er niet helemaal op wat ze zullen zeggen, dus ik heb besloten me een poosje gedeisd te houden.’ Ze zweeg.
‘Die twintig, dertig moorden waar je het over had. Hoe deed je dat?’
‘Simpel. Wist je dat je in Zürich op straat honderd procent zuivere heroïne kunt krijgen? Soms lekt er wat weg uit hun heroïneverstrekkingsprogramma. Het is niet bijzonder duur ook, zolang veel mensen het alternatief van gratis heroïne in een kliniek hebben. Het enige wat we hoefden te doen was het thuis omzetten in poedervorm en het uitdelen aan onze uitverkorenen. Het hele idee is geniaal, want niemand kan voor moord worden gepakt als de vermoorde zelf de heroïne in zijn aderen heeft gespoten.’
‘Behalve dan dat ze niet wisten dat wat ze in hun spuit deden drie keer zo sterk was als wat ze normaal gebruikten,’ zei Garvang somber. ‘Maar ik begrijp niet hoe dat jullie moest helpen om de markt over te nemen.’
‘Daar kwam De Spreekbuis van de Straat in beeld,’ zei Thune voldaan. ‘Dankzij mijn werk en dankzij jou kreeg ik uitstekend inzicht in de drugsscene. We wisten bijvoorbeeld van verreweg de meeste kleine dealers bij wie ze hoorden. Dus hoefden we alleen maar in hun keten in te breken en te zorgen dat ze onze drugs uitdeelden. Daarvoor hoefden we alleen maar een paar dreigementen en gebroken knieschijven uit te delen.’
‘En waren het volkomen willekeurige verslaafden die de zuivere heroïne kregen?’
‘Nee, ze waren niet volkomen willekeurig.’ Ze lachte zacht. ‘Het ging ons erom het vertrouwen in de dope van de Noord-Afrikanen te breken. Daarom kozen we junks uit van wie we wisten dat ze populair waren en dat veel mensen ze kenden. Dan ging het gerucht sneller. De dealers kregen te horen aan wie ze een bepaald zakje moesten geven.’
‘Werkte dat?’
‘Dat mag je wel zeggen.’ Ze grinnikte. ‘We hebben de afgelopen maand meer verdiend dan het hele halfjaar ervoor.’
‘Jezus, Vivian! Je hebt zoveel talenten, je kunt iedereen overhalen om te investeren in welk project dan ook! Waarom wil je in godsnaam je geld verdienen met heroïne?’