Tachtig dagen rood(22)
‘Mag ik erbij komen zitten?’ zei hij. Hij ging zitten, zocht een plekje op de zitzak naast me voordat ik de kans had ja of nee te zeggen, en ondanks de tweezitsbank naast ons waar niemand op zat.
‘Tuurlijk,’ antwoordde ik een beetje koel, maar in werkelijkheid schoot er een siddering langs mijn ruggengraat omhoog door de warmte van zijn lichaam en het stukje huid dat ik zag.
Ik sprong op toen ik hete koffie op mijn arm kreeg – mijn kopje viel plotseling om toen hij ging verzitten.
‘Shit, sorry,’ zei hij. Hij trok aan de onderkant van zijn t-shirt en probeerde het op te deppen, maar de stof was niet lang genoeg. Hij trok zijn shirt uit en dweilde het op.
Ik staarde naar zijn borstkas. Zijn bleke huid, met een vaag streepje haar op zijn borstbeen. Zijn tepels klein en donker. De kleine huidplooien op zijn buik waren het resultaat van de onflatteuze houding waarin we beiden zaten gevouwen. Ik wilde mijn hand uitsteken en hem aanraken, mijn hand over zijn zachte huid laten glijden.
‘Zo, klaar weer,’ zei hij voordat hij zijn shirt weer aantrok en de vage koffievlek die nu in de stof zat negeerde.
Zijn ogen gleden over mijn lichaam en meteen daarop ontdekte hij mijn vioolkoffer, die tegen de zitzak lag.
‘Ben je een nieuw bandlid?’ vroeg hij.
‘Nee, ik speelde vroeger wel eens met hen, om te jammen, maar tegenwoordig doe ik meer klassieke optredens.’
‘Laat eens zien, ik bekijk graag instrumenten.’
‘De viool? Oké.’
Ik leunde voorover, haalde de Bailly uit de koffer en gaf hem aan Viggo.
Hij liet zijn handen over de klankkast van de viool glijden, streelde zacht het glanzende hout.
‘Speel je viool?’ vroeg ik nieuwsgierig geworden door zijn reactie. Zijn ogen, eerder zo flirterig op mij gericht, waren nu volledig gefixeerd op mijn instrument.
‘Nee, geen viool,’ antwoordde hij zonder zijn blik af te wenden. ‘Maar, geloof het of niet, ik ben klassiek geschoold op de piano. Waar heb je hem vandaan? Het is een bijzonder mooi instrument.’
Ik bloosde bij de herinnering aan Dominik en het ongeschreven contract dat ik met hem aan was gegaan om de Bailly te kunnen houden.
‘Van een vriend gekregen,’ zei ik.
‘Echt?’ antwoordde hij en hij keek me nu recht aan. ‘Vast een heel goede vriend. Weet je waar hij hem vandaan had?’
‘Je gaat er zomaar van uit dat mijn vriend een “hij” is.’
‘Ja, dat klopt. Waar heeft hij hem vandaan?’
‘Om eerlijk te zijn, weet ik het niet precies. Een handelaar, denk ik. Er zat een certificaat bij. De laatste eigenaar was Edwina. Edwina Christiansen. Maar ik weet niets van haar. Ik heb haar eens opgezocht op Google, zonder succes. Ben je verzamelaar? Of op zoek naar iets nieuws?’
‘Nee, nee. Alleen nieuwsgierig. Ik hou van mooie dingen.’ Hij gaf me de Bailly terug, zijn vingers bleven even op die van mij rusten.
‘Wil je een stukje voor me spelen?’ vroeg hij.
‘Nu?’
Chris was net aanbeland bij het laatste akkoord van het laatste nummer dat de groep wilde repeteren.
‘Ja. Speel voor me.’
Ik had zijn verzoek natuurlijk kunnen afwijzen, want ik had de viool meegenomen in de hoop één of twee nummers met Chris en de band te kunnen spelen. Maar Viggo sponsorde Groucho Nights min of meer. Ik wilde voor hen geen roet in het eten gooien.
Viggo ging staan en applaudisseerde enthousiast toen Chris en de band bijna klaar waren.
‘Goeie shit,’ zei hij. ‘Nu wil ik de viool horen. Nog één nummer?’
Chris zweette van inspanning door de repetitie, maar lachte breed.
‘Ja, natuurlijk, kom spelen, Sum.’
Ik pakte mijn viool en ging naast hem staan.
‘Lekker improviseren,’ zei hij en hij barstte los met een folkliedje dat we vroeger altijd samen speelden. Ella ging achter de drums vandaan zodat ze me niet zou overstemmen en zwaaide nu met een paar maraca’s. Het was niet mijn beste optreden, maar ik kreeg het ritme weer te pakken alsof ik gisteren voor het laatst had gespeeld.
Eerst voelde ik me niet zo op mijn gemak om voor Viggo te spelen, vooral omdat de rocknummers geen deel uitmaakten van mijn normale repertoire, maar het duurde niet lang voor ik helemaal was vergeten dat hij er stond, zo ging ik op in het ritme van de muziek.
Toen ik mijn ogen weer opende, zag ik pas dat hij strak naar mij keek terwijl ik speelde, maar het was niet zozeer dat hij me met zijn ogen uitkleedde zoals Dominik had gedaan, hij keek alleen naar mijn viool, bijna alsof hij mij bewonderde op de manier waarop hij een kunstwerk zou bewonderen.
***
Het verschil tussen de twee mannen en hun starende blik als ze naar me keken terwijl ik speelde, bleef door mijn gedachten spelen toen we naar het appartement teruggingen.