Reading Online Novel

Tachtig dagen rood(26)



Ik dacht althans dat het een standbeeld was, tot ze sierlijk een hand openvouwde en een speld uit haar lange blonde haar trok, dat op haar schouders viel. Ze draaide zich langzaam naar ons om, onthulde haar kleine blote borsten en gladgeschoren genitaliën.

Haar bewegingen waren subtiel en prachtig uitgevoerd, ze leek in de verste verte niet op een stereotiepe stripper. Ze had zichzelf zo gepositioneerd dat het water dat uit de fontein spoot bij haar benen omhoog leek te stromen, het stopte net voor de drempel van haar vlees. Naast haar vagina was een piepklein pistooltje getatoeëerd.

Een vage herinnering galmde in de uithoeken van mijn geest. De wereld was vol dansende meisjes, maar ik had slechts één keer eerder iemand gezien die op deze manier bewoog, en met een identiek wapen in haar huid gegraveerd.

Het was de Russische danseres die had opgetreden in de privéclub in New Orleans waar Dominik me mee naartoe had genomen. Ik herinnerde me met een vlaag van nederigheid en opwinding hoe Dominik me, nadat we naar haar onmogelijk erotische dans hadden gekeken, had opgedragen voor hem te dansen op het podium. Ik had het gedaan, naakt op de robijnrode tepelringen en een buttplug na.

Luba.

Ze ontmoette mijn blik en glimlachte.

4

De Angelique

het winkeltje in de Burlington Arcade waar hij Summers viool had gekocht had de luiken dicht, hoewel het al tegen het eind van de middag liep. Dominik tuurde door de glazen deur en zag stapels stoffige post op de vloer liggen, die uit de smalle brievenbus waren gevallen. Op de deur hing een briefje met het telefoonnummer dat je kon bellen voor informatie. Hij noteerde het nummer.

Later probeerde hij te bellen.

Er werd niet opgenomen.

Hij probeerde het ieder uur opnieuw.

Rond tien uur ’s avonds besloot hij dat het de laatste poging van die dag was en stond op het punt om op te hangen – hij had de telefoon enkele minuten laten overgaan – toen er eindelijk werd opgenomen.

De man die opnam leek op leeftijd en sprak op gedempte toon.

‘Ik bel over de winkel in de Burlington Arcade,’ legde Dominik uit.

‘Dan moet u contact opnemen met de makelaars,’ antwoordde de man.

‘Daar bel ik niet voor,’ zei Dominik. ‘Ik ben een klant van jullie, ik heb een viool bij jullie gekocht. Ik wilde u een paar vragen stellen…’

‘We zijn failliet gegaan. Ik ben ermee gestopt. Het was de moeite niet meer,’ zei de man. ‘Ik denk niet dat ik u kan helpen.’

‘Was u de eigenaar?’ vroeg Dominik.

De stem van de man klonk heel anders dan die van de assistent die hem de Bailly had verkocht.

‘Dat klopt.’

‘Ik geloof niet dat wij elkaar hebben ontmoet. Uw collega heeft me een prachtig instrument verkocht, maar ik zou graag meer willen weten over zijn geschiedenis en de voorgaande eigenaren.’

‘Heeft u er geen herkomstcertificaat bij gekregen? Dat zit er normaal gesproken bij.’

‘Ja, dat zat er wel bij, maar de informatie is nogal summier.’

‘U verwacht toch niet dat ik van de hoed en de rand weet van elk instrument dat ik ooit in handen heb gehad?’

‘Dat weet ik, maar ik vroeg het me alleen af…’

‘Want?’

Dominik aarzelde even. Hoe ging hij dit uitleggen? Zeggen dat dit de laatste strohalm was waar hij zich aan vastklampte? Dat hij Summer terug wilde in zijn leven? Dat hij een schrijver zonder inspiratie was?

‘Het is moeilijk uit te leggen. Degene voor wie ik de viool heb gekocht is–’

Zijn gesprekspartner viel hem in de rede: ‘Was het de Bailly?’

‘Ja,’ gaf Dominik verbaasd toe.

‘Ah…’

‘Dus…’

‘Luister, het is al laat. Belt u morgenochtend terug. Niet te vroeg. Dan kunnen we misschien afspreken elkaar ergens te treffen.’

‘Absoluut. Heel graag.’

De eigenaar van de winkel woonde vlak bij Dominik, in het noorden van Londen, in een gammel huisje aan een weggetje dicht bij de wijk Highgate Village. De voortuin was overwoekerd en de oprit bedekt met onkruid en rozenstruiken die al tijden niet waren gesnoeid. De deurbel werkte niet en pas toen Dominik herhaaldelijk hard had aangeklopt hoorde hij een teken van leven in het huis.

Toen de man de deur opende herkende Dominik hem onmiddellijk. De zachte stem tijdens het telefoongesprek had hem het vermoeden gegeven dat zijn gesprekspartner ouder was dan die nu bleek te zijn. De man was op zijn hoogst eind vijftig. Dominik had hem al eens ontmoet. Twee keer zelfs. En beide keren stonden in zijn geheugen gegrift.

Hij en Dominik waren beiden op twee buitensporige feesten in het Londense circuit geweest, in de periode dat Dominik een losbandig leven leidde. De man was meer een fervent toeschouwer dan een actieve deelnemer gebleken. Aanvankelijk had hij zich vermaakt door de vrouw die vrijwillig in het middelpunt van de belangstelling stond te observeren, en was vervolgens op de achtergrond gebleven. De rest van de avond had hij aan een glas witte wijn genipt en toegekeken hoe Dominik en de anderen met de vrouw speelden en bezit van haar namen. Dominik vond de situatie eerst een beetje ongemakkelijk, maar al snel werd hij volledig door de gebeurtenissen in de zaal in beslag genomen.