Reading Online Novel

Stoner(86)



Ehrhardts gezicht kleurde rood. Benauwd zei hij: ‘Dat zal ik doen. Maar ik kan me voorstellen... Ik weet zeker dat professor Lomax uiterst teleurgesteld zal zijn. Ja, uiterst teleurgesteld.’

‘O, in het begin misschien,’ zei Stoner. ‘Maar hij zal zich er wel in kunnen vinden. Ik ben ervan overtuigd dat professor Lomax zich niet zou willen mengen in de wijze waarop een universitair hoofddocent een van zijn colleges invult, maar het zou bijzonder onethisch zijn als hij zijn eigen opvatting probeerde op te leggen – en, tussen twee haakjes, een beetje gevaarlijk. Vind je ook niet?’

Ehrhardt nam zijn pijp op, pakte de kop stevig vast en dacht er diep over na. ‘Ik zal... professor Lomax van je beslissing op de hoogte brengen.’

‘Dat zou fijn zijn,’ zei Stoner. Hij stond op van zijn stoel, liep naar de deur, bleef staan alsof hem iets te binnen schoot, en richtte zich tot Ehrhardt. ‘O, nog wat,’ zei hij terloops. ‘Ik heb wat nagedacht over het volgende semester. Als mijn experiment goed uitpakt, zal ik volgend semester iets anders uitproberen. Ik heb overwogen de problemen van de schrijfkunst te behandelen aan de hand van een studie van overblijfselen van de middeleeuwse Latijnse traditie in sommige toneelstukken van Shakespeare. Dat komt misschien wat specialistisch over, maar ik denk dat ik het tot handelbare proporties kan terugbrengen. Als je dat ideetje van me aan Lomax zou willen doorgeven... Vraag hem om erover na te denken. Misschien dat jij en ik dan over een paar weken...’

Ehrhardt zakte in zijn stoel in elkaar. Hij legde zijn pijp op tafel en zei vermoeid: ‘Oké, Bill, ik zal het hem zeggen. Ik zal... Fijn dat je bent langsgekomen.’

Stoner knikte. Hij opende de deur, ging naar buiten, deed hem zorgvuldig achter zich dicht en liep de lange ruimte door. Toen een van de jonge medewerkers hem vragend aankeek, gaf hij hem een vette knipoog, knikte en liet – uiteindelijk – een lach op zijn gezicht verschijnen.

Hij ging naar zijn kamer, nam plaats achter zijn bureau en wachtte, terwijl hij door de openstaande deur naar buiten keek. Na een paar minuten hoorde hij in de gang een deur slaan. Hij hoorde het ongelijke geluid van voetstappen en zag Lomax zo snel zijn kreupelheid hem toestond langs zijn kamer lopen.

Stoner bleef de gang in de gaten houden. Nog geen halfuur later hoorde hij het langzame geschuifel van Lomax die de trap op liep en zag hij hem nogmaals langs zijn kamer komen. Hij wachtte tot hij de deur verderop in de gang hoorde dichtslaan en knikte zichzelf toe, kwam overeind en ging naar huis.

Enkele weken later hoorde Stoner van Finch zelf wat er die middag was gebeurd toen Lomax zijn kamer was binnengestormd. Lomax deed verbitterd zijn beklag over Stoners gedrag, vertelde dat hij eerstejaars onderwees in stof die tot zijn college Middelengels voor ouderejaars behoorde en verzocht Finch disciplinaire maatregelen te treffen. Er was een stilte gevallen. Finch wilde iets zeggen en barstte vervolgens in lachen uit. Hij bleef lang lachen en probeerde nu en dan iets te zeggen, dat opnieuw in gelach werd gesmoord. Ten slotte kwam hij tot bedaren, verontschuldigde zich tegenover Lomax voor zijn uitbarsting en zei: ‘Nou heeft hij je te pakken, Holly. Zie je dat niet in? Hij wil het er niet bij laten zitten en je kunt er geen donder aan doen. Jij wilt dat ík de zaak voor je oplos? Hoe denk je dat dat zal overkomen: een decaan die zich bemoeit met de manier waarop een seniormedewerker van de vakgroep college geeft, en dat ook nog eens op aandrang van de voorzitter van de vakgroep zelf? Nee, meneer. Je redt je er zelf maar uit, zo goed als je kunt. Maar veel keus heb je niet, toch?’

Twee weken na dat gesprek ontving Stoner een memo van het bureau van Lomax waarin hem werd meegedeeld dat zijn rooster voor het volgende semester was aangepast, dat hij zijn voormalige ouderejaarscollege Latijnse traditie en Renaissancistische letterkunde weer zou geven, een college voor master- en postdoctoraalstudenten Middelengelse taal- en letterkunde, een tweedejaars inleiding in de letterkunde, en een onderdeel schrijfkunst voor eerstejaars.

In zekere zin was het een triomf, maar eentje waarover hij altijd geamuseerd zijn schouders ophaalde, alsof de overwinning door verveling en onverschilligheid was behaald.





XV





En dat was een van de legenden die aan zijn naam verbonden begonnen te raken, legenden die met het verstrijken van de jaren gedetailleerder en uitvoeriger werden, en zich van een persoonlijk voorval tot rituele waarheid ontwikkelden.

Toen hij tegen de vijftig liep, zag hij er jaren ouder uit. Zijn haar, dik en weerbarstig als in zijn jeugd, was bijna volledig wit. Zijn gezicht zat vol diepe rimpels en zijn ogen lagen diep in hun kassen. En zijn doofheid, waarvan hij in de zomer na afloop van zijn verhouding met Katherine Driscoll last had gekregen, was in de loop van de tijd steeds erger geworden, zodat hij zijn hoofd scheef hield en ingespannen keek als hij naar iemand luisterde en het net leek alsof hij van een afstand een raadselachtig wezen bestudeerde dat hij niet goed kon thuisbrengen.