Stoner(21)
In die innerlijke beslotenheid drong William Stoner nu binnen. En iets onvermoeds in haar maakte dat ze hem terugriep toen hij aanstalten maakte naar de deur te gaan, maakte dat ze snel en wanhopig begon te spreken, zoals ze nog niet eerder had gesproken, en zoals ze nooit weer zou spreken.
In de twee daaropvolgende weken zag hij haar bijna elke avond. Ze bezochten een concert dat werd gesteund door de nieuwe vakgroep muziek aan de universiteit. Als het ’s avonds niet te koud was, maakten ze langzame, statige wandelingen door de straten van Columbia. Maar vaker nog zaten ze in de woonkamer van mevrouw Darley. Soms spraken ze, en Edith speelde piano voor hem, terwijl hij luisterde en toekeek hoe haar handen zich lusteloos boven de toetsen bewogen. Na die eerste avond samen waren hun gesprekken merkwaardig onpersoonlijk. Hij was niet in staat haar uit haar tent te lokken en probeerde dat ook niet meer. Toch waren ze min of meer op hun gemak bij elkaar, en hij stelde zich voor dat ze elkaar gevonden hadden. In de week voordat ze naar St. Louis zou terugkeren, verklaarde hij haar zijn liefde en vroeg haar ten huwelijk.
Hoewel hij niet precies wist hoe ze op de verklaring en het voorstel zou reageren, was hij verbaasd over haar gelatenheid. Nadat hij had gesproken, keek ze hem lang aan, nadenkend en merkwaardig vrijpostig. En hij dacht terug aan die eerste avond, nadat hij haar had gevraagd of hij haar mocht opzoeken, toen ze hem vanuit de deuropening had aangekeken en er een koude wind in zijn gezicht had gewaaid. Toen sloeg ze haar ogen neer. En de verrassing die op haar gezicht verscheen, kwam hem gekunsteld voor. Ze zei dat ze nog nooit zo over hem had nagedacht, dat ze het nooit had gedacht, dat ze het niet wist.
‘Je moet hebben geweten dat ik van je hield,’ zei hij. ‘Ik zou niet weten hoe ik het had kunnen verbergen.’
Enigszins geamuseerd zei ze: ‘Ik wist van niets. Daar weet ik niets vanaf.’
‘Dan moet ik het herhalen,’ zei hij vriendelijk. ‘En je moet eraan wennen. Ik hou van je, en ik kan me niet voorstellen dat ik zonder jou verder leef.’
Ze schudde haar hoofd, alsof ze in verwarring was. ‘Mijn reis naar Europa,’ zei ze zachtjes. ‘Tante Emma...’
Hij voelde een lach in zich opkomen, en hij zei vol vertrouwen: ‘Ach, Europa. Ik neem je wel mee naar Europa. Op een dag zullen we dat samen zien.’
Ze deinsde terug en drukte haar vingertoppen tegen haar voorhoofd. ‘Je moet me de tijd gunnen om erover na te denken. En ik moet met moeder en vader spreken voordat ik ook maar kan overwegen...’
En verder dan dat wilde ze niet gaan. Ze zou hem voordat ze over een paar dagen naar St. Louis vertrok niet meer zien, en ze zou hem van daaruit schrijven, nadat ze met haar ouders had gesproken en er in alle rust over had nagedacht. Toen hij die avond vertrok, boog hij voorover om haar te kussen. Ze draaide haar hoofd opzij en zijn lippen raakten haar wangen. Ze kneep even in zijn hand en liet hem door de voordeur naar buiten gaan zonder hem verder aan te kijken.
Tien dagen later kreeg hij een brief van haar. Het was een merkwaardig formele brief, en er stond niks in over wat er tussen hen was voorgevallen. Er stond in dat ze wilde dat hij met haar ouders kennismaakte en dat ze hem graag in St. Louis zouden ontvangen, zo mogelijk het aankomende weekend.
Ediths ouders ontvingen hem met de gereserveerde formaliteit die hij had verwacht, en probeerden meteen elk gevoel van behaaglijkheid weg te nemen dat hij had kunnen hebben. Als mevrouw Bostwick hem een vraag stelde, zei ze na zijn antwoord: ‘Ja-ha-a’, zo bedenkelijk mogelijk, terwijl ze hem eigenaardig aankeek, alsof zijn gezicht onder het vuil zat of alsof zijn neus bloedde. Ze was even lang en dun als Edith, en aanvankelijk was Stoner stomverbaasd over een gelijkenis waarop hij niet had gerekend. Maar het gezicht van mevrouw Bostwick was dik en lethargisch, slap en zonder enige verfijning, en vertoonde de sterke sporen van wat een ingesleten ontevredenheid geweest moest zijn.
Horace Bostwick was eveneens fors, maar hij was opvallend en op een weke manier dik, bijna corpulent. Een randje grijs haar krulde op een verder kaal hoofd, en vanaf zijn kaken hingen losse huidplooien omlaag. Als hij met Stoner sprak, keek hij recht boven zijn hoofd, alsof hij iets achter hem zag, en als Stoner antwoordde, trommelde hij met zijn dikke vingers op de zoom van zijn vest.
Edith begroette Stoner alsof hij een terloops bezoekje bracht en scharrelde onverschillig ergens anders heen, in de weer met onbetekenende klusjes. Hij volgde haar met zijn blik, maar het lukte hem niet haar in zijn ogen te laten kijken.
Het was het grootste en meest elegante huis waar Stoner ooit was geweest. De kamers waren erg hoog en donker, en stonden vol vazen van uiteenlopende afmetingen en vormen, mat glimmend zilverwerk op marmeren tafeltjes, ladekasten en kisten, en rijkelijk beklede meubelen met de meest exquise vormen. Ze dwaalden door verschillende kamers en belandden in de woonkamer, waar, zo mompelde mevrouw Bostwick, haar echtgenoot en zij gewoonlijk bijeenzaten en informeel met vrienden spraken. Stoner ging op een stoel zitten die zo fragiel was dat hij zich nauwelijks durfde te verroeren. Hij voelde hem onder zijn gewicht doorbuigen.