Reading Online Novel

Stoner(25)



Toen werd hij van Edith gescheiden en kon hij haar in de mensenmassa niet meer zien. Hij praatte en lachte, knikte en keek de kamer rond om na te gaan of hij Edith kon ontdekken. Hij zag zijn moeder en vader in dezelfde hoek van de kamer staan, waar ze niet uit waren gekomen. Zijn moeder glimlachte en zijn vader had zijn hand ongemakkelijk op haar schouder gelegd. Hij bewoog zich in hun richting, maar kon wie er ook tegen hem sprak niet van zich af schudden.

Toen zag hij Edith. Ze stond bij haar vader, moeder en haar tante. Licht fronsend keek haar vader de kamer door, alsof hij zich ergerde, en haar moeder huilde, met rode en opgezette ogen boven haar zware jukbeenderen, terwijl haar mondhoeken als die van een klein kind omlaagwezen. Mevrouw Darley en Edith hadden een arm om haar heen geslagen. Mevrouw Darley sprak met haar, vlug, alsof ze iets probeerde uit te leggen. Maar zelfs vanaf de andere kant van de kamer kon William zien dat Edith zweeg; haar gezicht was als een masker, uitdrukkingsloos en wit. Even later leidden ze mevrouw Bostwick de kamer uit, en William zag Edith pas terug toen de receptie voorbij was, toen Gordon Finch iets in zijn oor fluisterde, hem naar een zijdeur leidde die op een kleine tuin uitkwam en hem naar buiten duwde. Daar stond Edith te wachten, dik ingepakt tegen de kou, haar kraag omhoog voor haar gezicht, zodat hij dat niet kon zien. Gordon Finch lachte, zei iets wat William niet begreep en duwde hem richting een pad dat naar de straat leidde, waar een overdekt rijtuig klaarstond dat hen naar het station zou brengen. Pas toen ze in de trein zaten die hen naar St. Louis zou brengen voor een huwelijksreis van een week, drong tot William door dat het allemaal voorbij was en dat hij een vrouw had.



Ze begonnen onwetend aan hun huwelijk, maar op totaal verschillende wijze. Ze waren allebei maagd, en ze waren zich bewust van hun onervarenheid, maar terwijl William, opgegroeid op een boerderij, de levensprocessen weinig opmerkelijk vond, vormden ze voor Edith een groot en onverwacht mysterie. Ze wist van niets en iets in haar wilde er ook helemaal niets van weten.

En dus was, zoals bij vele anderen, hun huwelijksreis een mislukking, al wilden ze dat aan zichzelf niet toegeven en beseften ze de betekenis van de mislukking pas veel later.

Laat op de zondagavond kwamen ze in St. Louis aan. In de trein, omgeven door vreemdelingen die hen nieuwsgierig en instemmend bekeken, was Edith opgewekt geweest en bijna vrolijk. Ze lachten, hielden elkaar bij de hand en spraken over de komende dagen. Eenmaal in de stad, en tegen de tijd dat William een rijtuig had gevonden om hen naar hun hotel te brengen, was Ediths vrolijkheid enigszins hysterisch geworden.

Lachend droeg hij haar min of meer over de drempel van het Ambassador Hotel naar binnen, een log gebouw van bruine gehouwen steen. De hal was bijna verlaten, donker en somber als een spelonk. Toen ze binnenkwamen, was Edith ineens stil en terwijl ze over de uitgestrekte vloer liepen, wankelde ze onzeker naast hem. Tegen de tijd dat ze in hun kamer kwamen, was ze bijna lichamelijk ziek. Ze rilde alsof ze koorts had en haar lippen staken blauw af tegen haar kalkkleurige huid. William wilde een dokter voor haar opzoeken, maar ze hield vol dat het alleen maar vermoeidheid was, dat ze rust nodig had. Ze spraken serieus over de inspanningen van de afgelopen dag en Edith zinspeelde op een delicate zaak waar ze zich nu en dan zorgen over maakte. Zonder hem aan te kijken en zonder enige intonatie, mompelde ze dat ze wilde dat hun eerste uren samen volmaakt zouden zijn.

En William zei: ‘Dat zijn ze – dat zullen ze zijn. Je moet rust nemen. Ons huwelijk zal morgen beginnen.’

En net zoals andere pasgetrouwde echtgenoten over wie hij had gehoord en ten koste van wie hij weleens grappen had zitten maken, bracht hij zijn huwelijksnacht apart van zijn vrouw door, met zijn lange lijf stijf opgerold op een kleine bank, met open ogen de nacht in starend.

Hij werd vroeg wakker. Hun suite, geboekt en betaald door de ouders van Edith, als huwelijksgeschenk, lag op de tiende verdieping en bood uitzicht over de stad. Hij riep zachtjes naar Edith en een paar minuten later kwam ze de slaapkamer uit, knoopte haar japon dicht, gaapte slaperig en glimlachte een beetje. William voelde hoe zijn liefde voor haar hem bij de keel greep. Hij pakte haar hand vast, en ze gingen in hun zitkamer voor het raam staan en keken naar beneden. Auto’s, voetgangers en rijtuigen kropen door de smalle straten onder hen. Het leek alsof ze ver van alle drukte en bezigheden van de mensheid verwijderd waren. In de verte, zichtbaar achter de vierkante gebouwen van rode baksteen en gehouwen steen, slingerde de Mississippi blauwachtig bruin in de ochtendzon. Als speelgoed kropen de vrachtschepen en sleepboten heen en weer door de scherpe bochten, al braakten de schoorstenen grote hoeveelheden grijze rook uit in de winterlucht. Er kwam een soort kalmte over hen. Hij sloeg zijn arm om zijn vrouw en hield haar stevig vast, en allebei keken ze neer op een wereld die vol beloften en vredige avonturen leek.