Schaduwland(54)
Ik kijk naar mijn vriend en laat stilletjes blijken dat ik het met mijn vrienden eens ben. Niet dat het Damen wat uitmaakt. Die lacht alleen maar. Zijn voornaamste zorg is de tweeling en hun veiligheid en wat anderen daarvan denken, kan hem weinig schelen. Ook mijn mening doet er niet toe. En al is het precies wat elk verantwoordelijk ouderfiguur zou moeten doen, het zit me toch dwars.
Miles en Haven blijven Damen ondertussen vrolijk plagen met zijn verbazingwekkende burgerlijkheid. Ik slenter mee en zie het dunne laagje energie tussen ons in als Damen mijn hand vastpakt. Telepathisch vraagt hij me bezorgd wat er aan de hand is: waarom gedraag je je zo? Heeft het iets met de kat te maken? Je begreep toch waarom het niet kon?
Ik staar voor me uit, mijn ogen op Miles en Haven gericht. Ik slaak een diepe zucht en reageer telepathisch: nee, het gaat niet om de kat, daar hebben we het gisteren genoeg over gehad. Ze is weer thuis bij Haven en nu is het aftellen geblazen. Het is gewoon... ik maak me zorgen en ben alleen maar bezig een oplossing te vinden zodat we eindelijk samen kunnen zijn en jij richt je enkel op het manifesteren van hdtv’s en de lelijkste veilige auto van de wereld, zodat je de tweeling kunt vervoeren!
Hoofdschuddend realiseer ik me dat ik nu moet ophouden, voor ik er iets uitflap waar ik spijt van krijg.
‘Alles is opeens anders,’ zeg ik zonder te merken dat ik het hardop doe tot ik mijn eigen stem hoor. ‘Sorry als ik me gedraag als een verwend kreng, maar het frustreert me dat we niet samen kunnen zijn zoals we graag willen. Ik mis je – ik mis je zo erg dat ik er niet meer tegen kan.’ Ik pauzeer, want mijn ogen prikken en mijn keel voelt zo dichtgeknepen dat ik straks niets meer kan zeggen. ‘En nu wonen de meisjes bij je en ik heb een baan en opeens zitten we midden in een super stressvol, saai leventje. En geloof me, die nieuwe auto van je helpt ook niet.’ Ik kijk naar hem en besluit dat ik mooi niet in die wagen stap. Meteen bekruipt me een schuldgevoel als ik zie hoe liefdevol en vol medeleven hij me aankijkt. ‘Ik rekende een beetje op een geweldige zomer, weet je? Gewoon een hoop lol, jij en ik. Maar de vooruitzichten zijn niet best. En, o ja, als laatste druppel... Heb ik je al verteld dat Sabine een date heeft met Munoz? Mijn geschiedenisleraar? Vrijdagavond, acht uur.’ Ik kijk boos. Het is toch niet te geloven dat deze zielige samenvatting het dagelijks leven schetst van een zogenaamd machtige, onsterfelijke, jonge meid van nog geen zeventien?
‘Je hebt een baan?’ Hij blijft staan en kijkt me vragend aan.
‘O, tuurlijk. Van die hele lijst pik je juist dat eruit?’ Ik moet erom grinniken als ik hem meetrek de school in.
Hij kijkt me alleen stilzwijgend aan. ‘Waar?’
‘Mystics & Moonbeams,’ antwoord ik. Verderop zwaaien Miles en Haven nog voor ze de bocht om lopen op weg naar hun lokaal.
‘Wat ga je daar doen?’ Hij geeft het niet gauw op.
‘Vooral in de winkel staan.’ Ik kijk hem aan. ‘Je weet wel, een beetje de kassa bedienen, koopwaar opruimen, readings geven en meer van die dingen.’ Ik haal mijn schouders op en hoop dat dat laatste niet te veel opvalt.
Readings? Als helderziende? We staan voor het lokaal en Damens mond valt open.
Ik knik zachtjes en kijk hoe al mijn klasgenoten naar binnen gaan. Ik loop liever meteen mee dan dat ik dit gesprek afmaak.
‘Vind je dat een goed idee? Om op die manier de aandacht te trekken?’ Hij praat nu weer hardop, aangezien er niemand is die ons kan horen.
‘Vast niet.’ Ik haal mijn schouders op en weet dat het onverstandig is. ‘Sabine denkt dat de routine en discipline van een baan me goed zullen doen. Althans, dat zegt ze. Ze wil me gewoon in de gaten houden. Dan heb ik dit toch liever als gemakkelijke uitweg dan dat ze een babyfoon met camera gebruikt. Ze had zelfs een baantje voor me geregeld, zo’n dodelijk saaie negen-tot-vijfjob bij haar op kantoor. Dus toen Jude zei dat hij hulp nodig had in de winkel, leek mij de keuze zo gemaakt om... Wat?’ De blik op Damens gezicht is plotseling hard en behoedzaam.
‘Jude?’ herhaalt hij met zijn ogen zo ver dicht dat ik zijn pupillen niet meer zie. ‘Ik dacht dat je zei dat ene Lina eigenaresse was van die zaak?’
‘Klopt. Jude is haar kleinzoon,’ leg ik uit, ook al is dat niet helemaal waar. ‘Nou ja, niet haar echte kleinzoon, maar ze heeft hem in huis genomen en opgevoed nadat hij was weggelopen bij zijn laatste pleeggezin... of zoiets.’ Ik schud mijn hoofd. Het laatste wat ik wil is een hele discussie over Jude beginnen, vooral nu Damen opeens in alarmfase een is geschoten. ‘Ik dacht dat het kon helpen, volledige toegang tot die boeken en andere nuttige voorwerpen. Bovendien werk ik niet onder mijn eigen naam, ik heb een pseudoniem bedacht.’