Reading Online Novel

Schaduwland(56)



‘Helderziendheid is een gave,’ mompel ik met nadruk, al kost het laatste woord moeite. Zo lang is het niet geleden dat ik er zelf nog sarcastisch over sprak en er niets van wilde weten. ‘Het heeft niets met leeftijd te maken.’ Ik zie haar aura flikkeren en opvlammen en weet dat ik haar niet heb kunnen overtuigen. ‘Je hebt het, of je hebt het niet.’ Ik haal mijn schouders op en graaf mijn eigen graf steeds dieper.

‘En, kan ik je noteren voor een reading?’ vraagt Jude met een van zijn onweerstaanbaarste glimlachjes.

Maar Susan houdt het voor gezien. Ze schudt haar hoofd en pakt haar tas stevig vast als ze naar de deur loopt. ‘Bel me maar als Ava terug is.’

Het belletje bij de deur rinkelt schel wanneer de deur achter haar dichtvalt. ‘Goh, dat ging lekker,’ merk ik op als ik me naar Jude draai. Hij stopt het bonnetje weg op de juiste plek in de doos. ‘Is mijn leeftijd een probleem, denk je?’

‘Ben je zestien?’ vraagt hij met een vluchtige blik in mijn richting.

Ik pers mijn lippen op elkaar en knik.

‘Dan ben je oud genoeg om hier te werken. Susan is verslaafd aan readings, dus die komt vanzelf wel terug. Voor je het weet, staat ze op je lijst.’

‘Verslaafd aan readings? Is dat zoiets als een bezeten fan?’ Ik volg hem naar het kantoortje achter in de winkel en merk op dat hij dezelfde korte broek draagt en hetzelfde T-shirt met het vredesteken als gisteren.

‘Ze doet nooit iets zonder eerst de kaarten, de sterren en weet ik wat niet nog meer te raadplegen.’ Hij knikt. ‘Maar ik neem aan dat jij ook je groepje vaste klanten hebt verzameld na al die readings die je hebt gedaan.’ Hij werpt een blik over zijn schouder voor hij de deur opent en kijkt me aan op een speciale manier, zodat ik zijn bedoeling niet kan missen.

‘Nou, eh...’ Ik kan het net zo goed opbiechten, want waarschijnlijk heeft hij me toch wel door.

Hij draait zich om met opgeheven hand en valt me in de rede. ‘Toe, geen bekentenissen.’ Hij glimlacht en schudt zijn hoofd. ‘Als ik nog iets wil doen met die prachtige golven, dan moet ik vooral geen spijt krijgen van mijn beslissing om je aan te nemen. Hoewel je liever maar niet te veel moet roepen dat het een aangeboren talent is.’

Ik kijk hem verbaasd aan. De meeste helderzienden die ik ken – ook al is dat eigenlijk alleen Ava – zijn het daar wel over eens. Je hebt het vanaf je geboorte of je hebt het niet.

‘Ik ben van plan een paar cursussen aan het rooster toe te voegen. Over de ontwikkeling van paranormale gaven, misschien zelfs een beetje wicca hier en daar. En neem van mij aan dat we meer aanmeldingen krijgen als mensen denken dat zij het ook kunnen leren.’

‘Is dat waar dan?’ Ik zie hem naar een onopgeruimd bureau lopen waar hij iets zoekt in een stapeltje documenten.

‘Tuurlijk.’ Hij knikt en pakt een vel papier op. Na een vlugge blik schudt hij zijn hoofd en pakt een ander vel. ‘Iedereen heeft er aanleg voor, maar je moet zoiets wel ontwikkelen. Bij sommigen gebeurt dat automatisch. Ze kunnen hun talent niet eens negeren, al zouden ze dat nog zo graag willen. Anderen moeten wat dieper graven voor het lukt. Hoe zat dat dan bij jou? Wanneer wist jij het?’

Zijn groene ogen kijken me aan op een manier waarvan mijn maag buitelingen maakt. Ik bedoel, het ene moment praat hij in abstracte termen voor zich uit en bladert hij door een stapel papieren alsof hij nauwelijks merkt wat hij zegt, en het volgende moment lijkt de hele wereld stil te staan als hij me op die manier aankijkt.

Ik slik en zoek naar de juiste woorden. Ik zou het hem graag vertellen, omdat hij een van de weinigen is die het kan begrijpen. Maar ergens ben ik terughoudend – Damen is de enige die mijn hele geschiedenis kent en dat moet ook zo blijven.

‘Ik ben ermee geboren, geloof ik,’ zeg ik nonchalant. Wat gaat mijn stem toch achterlijk omhoog aan het eind van die zin, alsof het een vraag is. Ik kijk de kamer rond en breng het gesprek op een ander onderwerp terwijl ik zijn blik ontwijk. ‘Cursussen dus. Wie geeft die?’

Hij haalt zijn schouders op en houdt zijn hoofd schuin, waardoor de dreadlocks in zijn gezicht vallen. ‘Ik denk dat ik dat zelf maar doe,’ zegt hij terwijl hij ze terug over zijn schouder naar achteren veegt, waardoor ik het litteken in zijn wenkbrauw weer kan zien. ‘Ik loop er al een tijdje aan te denken, maar Lina was er altijd op tegen. Nu ze er niet is, kan ik daar net zo goed gebruik van maken; kijken of het aanslaat.’

‘Wat heeft ze erop tegen dan?’ Ik word al wat rustiger als hij achteroverzit en zijn voeten op het bureau legt.

‘Ze vindt het prettiger om het eenvoudig te houden. Boeken, muziek, engelenfiguren en zo af en toe een reading. Veilig, goedaardig. Het soort mainstream-mysticisme waarmee iedereen kan leven.’