Reading Online Novel

Politie(183)



‘Niet alle zaken kunnen worden opgelost. Dat weet jij als…’

Gelach. Koud, kort; het stopte abrupt. ‘Ik weet dat jullie het niet eens hebben geprobeerd, dat is wat ik weet, Mikael. Het kon jullie niets verdommen, om twee redenen. Ten eerste werd er een knuppel gevonden in de buurt van de plaats delict, dus jullie waren bang dat wanneer er te hard werd gezocht, jullie zouden ontdekken dat een van de eigen mensen dat onderkruipsel, die akelige homo, had vermoord. En wat was de tweede reden, Mikael? René was niet zo hetero als politiemensen dat graag zien. Of niet, Mikael? Maar ik hield van René. Hield van hem. Hoor je me, Mikael? Ik zeg hardop dat ik – een man – hield van een jongen, hem wilde kussen, over zijn haar wilde strelen, lieve woordjes in zijn oor wilde fluisteren. Vind je dat akelig? Maar diep vanbinnen weet je het, is het niet? Dat het een gave is om van een andere man te kunnen houden. Dat is iets wat je jezelf eerder had moeten vertellen, Mikael, want nu is het voor jou te laat. Jij zult het nooit meemaken, dat wat ik je aanbood toen we beiden nog bij Kripos werkten. Jij werd zo bang voor die andere ik dat je kwaad werd, hem eruit moest slaan. Mij eruit moest slaan.’

Hij was langzaam steeds harder gaan praten, maar nu liet hij zijn stem zakken tot gefluister.

‘Maar het is een domme angst, Mikael. Ik heb die zelf gekend en ik zou je daarvoor nooit zo hard straffen als ik nu van plan ben. Waar jij en al die andere zogenaamde politiemensen in de René-zaak de doodstraf voor hebben gekregen, is dat jullie het enige dat ik ooit van mijn leven heb liefgehad, hebben bezoedeld. Zijn waarde als mens is gekleineerd. Daarmee werd eigenlijk gezegd dat hij het werk waarvoor jullie worden betaald niet waard was. De eed die jullie hebben afgelegd om de gemeenschap en de rechtvaardigheid te dienen. Dat betekent dat jullie ons allemaal in de steek hebben gelaten, die hele waardeloze club van jou, Mikael. Het korps is heilig. Het korps en de liefde. Daarom moeten jullie worden verwijderd. Zoals jullie mijn oogappel hebben verwijderd. Maar genoeg gepraat, ik moet me concentreren, zodat we dit goed doen. Gelukkig voor jou en voor mij staan er instructievideo’s op internet. Wat denk je daarvan?’

Hij hield een foto voor Mikaels gezicht.

‘Moet eenvoudige chirurgie zijn, dacht je niet? Nee maar, Mikael! Niemand kan je horen, maar als je zo brult, moet ik je mond ook nog dicht tapen.’



Harry plofte op de stoel van Arnold Folkestad. Die liet een lange, hydraulische zucht horen en zonk onder zijn gewicht in elkaar terwijl Harry de pc aanzette en het scherm in het donker oplichtte. Het apparaat reutelde, startte programma’s op en maakte zich klaar voor gebruik en Harry las de sms van Katrine nog een keer.

geen hits op de statistiek.

Arnold had hem verteld dat de fbi statistieken had waaruit bleek dat er in vierennegentig procent van de gevallen waarin kroongetuigen in belangrijke rechtszaken overleden, sprake was van verdachte sterfgevallen. Die statistiek had ertoe geleid dat Harry de dood van Asajev nader ging onderzoeken. Maar nu bleek dat die statistiek helemaal niet bestond. Net als in die grap van Katrine, die was blijven knagen aan Harry’s hersenen en waarvan hij maar niet begreep waarom dat was: ‘In tweeënzeventig procent van de gevallen waarin mensen statistieken gebruiken, gaat het om iets wat ze zelf verzinnen.’

Harry moest het al langer hebben gedacht. Een verdenking hebben gehad. Dat Arnold deze statistiek had verzonnen.

Maar waarom?

Het antwoord was simpel. Om Harry over te halen de dood van Asajev beter te onderzoeken. Omdat Arnold iets wist, maar niet direct kon zeggen wat dat was en hoe hij aan die informatie was gekomen. Omdat dat hem zou ontmaskeren. Maar Harry was nu eenmaal overdreven ijverig en ziekelijk bezeten van het ophelderen van een moord en daarom had Arnold het risico wel willen nemen om Harry indirect op het spoor te zetten.

Want Arnold Folkestad wist dat het spoor Harry niet alleen kon leiden naar de ontdekking dat Rudolf Asajev was vermoord en naar zijn moordenaar. Het kon Harry ook leiden naar Arnold Folkestad en een andere moord. Want de enige die kon weten wat er werkelijk was gebeurd in het ziekenhuis, en ook de behoefte kon hebben om dat te vertellen, was Anton Mittet. De beschaamde bewaker die verdoofd was geweest. En er was maar één reden waarom Arnold Folkestad en Anton Mittet – absolute vreemden van elkaar – ineens contact konden hebben gehad.

Harry huiverde.

Moord.

De pc was klaar voor een zoekopdracht.





Hoofdstuk 48

Harry staarde naar het pc-scherm. Belde het nummer van Katrine weer. Hij wilde net ophangen toen hij haar stem hoorde: ‘Ja?’

Ze was buiten adem, alsof ze had hardgelopen. Maar de akoestiek duidde erop dat ze binnen was. En hij dacht weer dat hij het had moeten horen die keer ’s nachts dat hij Arnold Folkestad had gebeld. De akoestiek. Hij was buiten geweest, niet binnen in bed.