Politie(187)
‘Arnold,’ zei Harry met een verstikte stem. ‘Draai je om.’
Er klonk een kletterend geluid toen de groene man iets glimmends op het metalen blad legde. Een scalpel. Hij draaide zich langzaam om. Trok het groene masker weg. Keek Harry aan.
Harry staarde terug. Zijn vinger klemde zich rond de trekker.
De voetstappen buiten waren dichterbij gekomen. Ze waren met meer. Hij moest haast maken als hij het zonder getuigen wilde doen. Hij voelde de weerstand van de trekker, hij was in het oog van de storm gekomen waarin alles stil was. Stilte voor de explosie. Nu. Niet nu. Hij had zijn vinger iets teruggetrokken. Dit was hij niet. Dit was Arnold Folkestad niet. Had hij zich vergist? Zich weer vergist? Het gezicht voor hem was gladgeschoren, de mond hing open, de donkere ogen waren van een onbekende. Was dit de politieslager? Hij zag er zo… verbijsterd uit. De groene man deed een stap opzij en pas nu zag Harry dat hij voor een vrouw had gestaan, ook in het groen.
Op hetzelfde ogenblik ging de deur open en werd hij aan de kant geduwd door nog twee personen in groene operatiekleding.
‘Hoe is de situatie?’ zei een van de pas gearriveerden met een harde, autoritaire stem.
‘Buiten kennis,’ antwoordde de vrouw. ‘Lage pols.’
‘Bloedverlies?’
‘Er ligt niet veel bloed op de vloer, maar het kan de maag in zijn gelopen.’
‘Bepaal de bloedgroep en bestel drie zakken.’
Harry liet zijn pistool zakken.
‘Ik ben van de politie,’ zei hij. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Maak dat je wegkomt, we proberen een leven te redden,’ zei de autoritaire stem.
‘Ik ook,’ zei Harry en hij hief het pistool weer op. De man staarde hem aan. ‘Ik probeer een moordenaar tegen te houden, meneer de chirurg. En we weten niet of hij zijn werkdag er al op heeft zitten, oké?’
De autoritaire man draaide Harry zijn rug toe. ‘Als het alleen gaat om deze wond, is het bloedverlies niet zo groot en er zijn ook geen inwendige organen geraakt. Is hij in shock? Karen, help de politieman.’
De vrouw sprak door haar mondkapje zonder van haar plaats te komen. ‘Er was iemand in de receptie die een man in bebloed chirurgenpak en met een mondkapje voor uit de lege vleugel zag komen en linea recta naar buiten zag lopen. Dat was zo ongebruikelijk dat ze iemand heeft gestuurd om dat uit te zoeken. De patiënt was bezig dood te bloeden toen we hem vonden.’
‘Iemand die weet waar de man naartoe kan zijn gegaan?’ vroeg Harry.
‘Ze zeiden dat hij gewoon verdwenen is.’
‘Wanneer komt de patiënt weer bij bewustzijn?’
‘We weten niet eens of hij het overleeft. U ziet er trouwens ook uit of u een arts nodig hebt.’
‘We kunnen nu niet veel meer doen dan een verband aanleggen,’ zei de autoritaire stem.
Er was verder geen informatie te halen, toch bleef Harry staan. Deed twee stappen naar voren. Staarde naar het witte gezicht van Mikael Bellman. Was hij bij bewustzijn? Het was moeilijk te zeggen.
Het ene oog staarde hem recht aan.
Het andere was er niet meer.
Alleen maar een zwart gat waaruit bloederige sliertjes en witte draden hingen.
Harry draaide zich om en liep de kamer uit. Viste de telefoon uit zijn zak terwijl hij door de gang draafde op weg naar frisse lucht.
‘Ja?’
‘Ståle?’
‘Je klinkt opgewonden, Harry.’
‘De politieslager heeft Bellman te grazen gehad.’
‘Te grazen gehad?’
‘Hij heeft hem geopereerd.’
‘Wat bedoel je?’
‘Hij heeft zijn ene oog verwijderd. En is toen bij hem weggelopen met de bedoeling hem dood te laten bloeden. En de politieslager zat achter de explosie vanavond waarover je vast op het journaal hebt gehoord. Probeerde twee politiemannen te doden, inclusief mijzelf. Ik moet weten hoe hij denkt, want ik heb verdomme geen ideeën meer.’
Het werd stil. Harry wachtte. Hoorde Ståle Aune zwaar ademen. En ten slotte was zijn stem er weer: ‘Ik weet werkelijk niet…’
‘Dat hoef ik niet te horen, Ståle. Doe alsof je het weet, oké?’
‘Oké, oké. Wat ik kan zeggen, is dat hij de controle aan het verliezen is, Harry. De emotionele druk is zo geëscaleerd dat hij nu overkookt. Hij is gestopt met het volgen van zijn vaste patroon. Hij kan nu van alles verzinnen.’
‘Dus wat je zegt, is dat je geen idee hebt van zijn volgende stap?’
Opnieuw stilte.
‘Bedankt,’ zei Harry en hij verbrak de verbinding. Op hetzelfde ogenblik ging de telefoon over. B voor Bjørn.
‘Ja?’
‘Delta is onderweg naar het adres van Folkestad.’
‘Mooi! Geef aan hen door dat het mogelijk is dat Folkestad daar ook naar op weg is. En dat we een uur wachten voordat we een algemeen opsporingsbevel laten uitgaan zodat hij niet nu al via de politieradio, of op een andere manier, kan horen dat we hem zoeken. Bel Katrine en vraag of ze naar de Vuurkamer komt, ik ben al onderweg.’