Reading Online Novel

Niet alles is liefde(33)



‘Ik weet wat het is en waar het allemaal vandaan komt.’ Ze liet de draad in een goudkleurige emaillen schaal vallen.

Adele bestudeerde de Staffordshire-beeldjes op de schoorsteenmantel. ‘Hoe hou je het allemaal schoon?’

‘Het is veel werk.’

‘Doe dan wat weg.’

‘Dat kan ik niet.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik heb de Wingate-ziekte. Ik denk dat het in onze genen zit. We lijken geen afstand te kunnen nemen van de familiestukken en geloof me, mijn overgrootmoeder Foster had echt een afgrijselijke smaak. Het probleem is dat we altijd een grote familiestamboom hadden, maar dat die is teruggebracht tot maar een paar takken. Mijn moeder en ik, een paar neven en nichten in South-Carolina, en een hele stapel familieantiek.’ Ze nam een slok champagne. ‘Als je denkt dat mijn huis erg is, moet je mijn moeders zolder zien. Je weet niet wat je ziet. Het is net een museum.’

Adele draaide zich om en liep over het kleed met tulpen en lelies naar de bank. ‘Heeft Lonny iets meegenomen toen hij vertrok? Behalve je hond?’

‘Nee.’ Lonny’s voorliefde voor haar antiek was iets wat ze gemeen hadden gehad. ‘Hij wist dat hij me niet zo boos wilde maken.’

‘Heb je iets van hem gehoord?

‘Niet na maandag. Ik heb mijn sloten gisteren laten vervangen en morgen komt mijn nieuwe matras.’ Ze keek naar haar glas en draaide de lichtgele champagne rond. Minder dan een week geleden was ze naïef gelukkig geweest. Nu ging ze verder zonder Lonny. Met nieuwe sloten. Een nieuw bed. Een nieuw leven. Helaas ging haar hart niet zo snel als de rest. Ze was niet alleen haar verloofde kwijtgeraakt, maar ook een heel goede vriend. Lonny had over veel dingen tegen haar gelogen, maar ze geloofde niet dat hun vriendschap schijn was geweest.

‘Ik geloof niet dat ik mannen ooit zal begrijpen,’ zei Adele. ‘Ze zijn echt niet goed bij hun hoofd.’

‘Wat heeft Dwayne nu weer gedaan?’ vroeg Clare. Adele had een twee jaar durende relatie met Dwayne Larkin achter de rug en had gedacht dat hij Mister Right kon zijn. Ze negeerde zijn smerige gewoonten, zoals ruiken aan de oksels van zijn shirts voordat hij ze aantrok, omdat hij gespierd en heel knap was. Ze pikte dat hij zich volgooide met bier en luchtgitaar speelde, tot het moment dat hij tegen haar had gezegd dat ze een ‘dikke kont’ kreeg. Niemand gebruikte het d-woord om haar achterwerk te beschrijven, en ze had hem uit haar leven geschopt. Maar hij wilde niet helemaal verdwijnen. Om de paar weken vond Adele spullen die ze in zijn huis had achtergelaten bij haar voordeur. Geen briefje. Geen Dwayne. Gewoon willekeurige spullen.

‘Hij heeft een halflege fles bodylotion en een antislipsokje op de veranda achtergelaten.’ Ze keek naar Clare. ‘Weet je die antislipsokjes met lieveheersbeestjes nog die je me hebt gegeven toen mijn blindedarm was verwijderd?’

‘Ja.’

‘Hij heeft er maar één teruggegeven.’

‘Wat een hufter.’

‘Griezelig.’

Adele haalde haar schouders op. ‘Ik ben meer geïrriteerd dan bang. Ik wil gewoon dat hij er genoeg van krijgt en ermee stopt.’ Ze had de politie erover gebeld, maar het was niet strafbaar als een ex-vriend de spullen van zijn ex-vriendin terugbracht. ‘Ik weet dat hij waarschijnlijk meer spullen van me heeft.’

‘Je hebt een grote vriend nodig om hem doodsbang te maken,’ stelde Clare vast. ‘Als ik Lonny nog had, mocht je hem lenen.’

Maddie fronste haar voorhoofd en keek naar Clare. ‘Het is niet kwaad bedoeld, schat, maar Lonny zou Dwayne niet doodsbang hebben gemaakt.’

Adele leunde tegen de rug van de bank. ‘Dat is waar. Dwayne had gehakt van hem gemaakt.’

Tja, dat was waarschijnlijk waar, dacht Clare terwijl ze nog een slok champagne nam. ‘Je moet met Quinn praten als hij en Lucy terug zijn van hun huwelijksreis.’ Quinn McIntyre werkte als rechercheur bij het politiebureau van Boise en wist misschien wat Adele moest doen.

‘Hij onderzoekt geweldsmisdrijven,’ benadrukte Adele. Zo had Lucy de knappe rechercheur ontmoet. Ze had onderzoek gedaan naar onlinedating, en hij was op zoek geweest naar een vrouwelijke seriemoordenaar. Lucy was zijn hoofdverdachte geweest, maar uiteindelijk had hij haar leven gered. In Clares beleving was het allemaal erg romantisch geweest. Nou ja, behalve het enge gedeelte dan.

‘Denken jullie dat er voor alle vrouwen een Mister Right rondloopt?’ vroeg Clare. Ze geloofde in zielsverwantschap en liefde op het eerste gezicht. Dat wilde ze nog steeds geloven, maar willen geloven en echt geloven waren twee verschillende dingen.

Adele knikte. ‘Dat wil ik graag denken.’

‘Nee. Ik geloof in Mister Right Now.’