Moord op afspraak(3)
Nadat ze vanmorgen op Kennedy Airport uit het vliegtuig was gestapt, had ze haar bagage naar haar appartement gebracht en was vervolgens regelrecht naar kantoor gegaan, zonder de tijd te nemen zich om te kleden in een trui en een spijkerbroek, de kleding die ze op werkdagen meestal droeg.
Bev wachtte tot ze aan haar koffie was begonnen en pakte toen de binnengekomen berichten op. ‘Zal ik deze mensen voor je gaan bellen?’
‘Ik maak eerst even een babbeltje met Erin.’
Erin antwoordde bij het eerste belletje. Haar enigszins afwezige begroeting vertelde Darcy dat ze al aan haar werktafel zat. Tijdens hun studietijd aan de universiteit Mount Holyoke hadden ze dezelfde kamer gedeeld. Daarna had Erin een opleiding voor sieradenontwerpster gevolgd. Onlangs had ze de prestigieuze N.W. Ayer-prijs voor jonge ontwerpers gewonnen.
Ook Darcy had haar professionele stek gevonden. Nadat ze zich in vier jaar tijd had opgewerkt binnen een reclamebureau, had ze haar carrière als account executive ingeruild voor een loopbaan in betaalbare binnenhuisarchitectuur. Beide vrouwen waren inmiddels achtentwintig jaar en hun band was nog even hecht als tijdens hun studiejaren.
In gedachten zag Darcy hoe Erin aan haar werktafel zat − gekleed in een spijkerbroek en een slobbertrui, haar rode haren naar achteren samengebonden met een clip of in een paardenstaart, opgaand in haar werk en zonder zich ook maar door iets te laten afleiden.
Het afwezige ‘hallo’ werd gevolgd door een vreugdekreet toen Erin Darcy’s stem hoorde.
‘Je bent druk bezig,’ zei Darcy. ‘Ik zal je niet lang ophouden. Ik wilde je alleen even laten weten dat ik terug ben. En ik was natuurlijk ook benieuwd hoe het met Billy is.’
Billy was Erins vader. Hij was invalide en verbleef sinds drie jaar in een verpleeghuis in Massachusetts.
‘Nagenoeg hetzelfde,’ vertelde Erin haar.
‘Hoe gaat het met het halssnoer? Toen ik je vrijdag belde, klonk je zorgelijk.’
Kort nadat Darcy de vorige maand was vertrokken, had Erin van het juweliershuis Bertolini opdracht gekregen om een halssnoer te ontwerpen waarin de familiejuwelen van de betrokken cliënt verwerkt moesten worden. Bertolini stond op één lijn met Cartier en Tiffany.
‘Dat kwam doordat ik toen nog bang was dat het ontwerp afgekeurd zou worden. Het was vrij gecompliceerd. Maar alles is in orde. Ik lever het morgenochtend af. Het is sensationeel, al zeg ik het zelf. Hoe was het in Bel-Air?’
‘Een sprookje.’ Ze schoten beiden in de lach, waarna Darcy zei: ‘Hoe staat het met het contact-project?’
Nona Roberts, producer bij Hudson Televisie, was via hun fitnessclub bevriend geraakt met Darcy en Erin. Nona was bezig met de samenstelling van een documentaire over contactadvertenties: over het soort mensen dat dergelijke advertenties plaatste en beantwoordde, en over hun ervaringen, zowel positieve als negatieve. Nona had Darcy en Erin gevraagd haar te helpen bij de research door op een aantal van die advertenties te reageren. ‘Jullie hoeven niemand vaker dan één keer te ontmoeten,’ had ze met klem betoogd. ‘De helft van de vrijgezellen bij onze omroep doet mee en ze lachen heel wat af. En wie weet, misschien ontmoeten jullie wel een of andere fantastische man. Denk er in ieder geval eens over na.’
Erin, die van nature de meeste lef had, was ongewoon aarzelend geweest.
Darcy had haar ervan overtuigd dat het best leuk kon zijn. ‘We plaatsen zelf geen advertenties,’ betoogde ze. ‘We reageren alleen op enkele die interessant klinken. Wat kan er misgaan?’ Ze waren zes weken geleden begonnen. Darcy had maar één afspraakje kunnen maken voordat ze naar Lake Tahoe en Bel-Air vertrok. Die man had geschreven dat hij ruim één meter tachtig lang was. Later zei ze tegen Erin dat hij op een ladder moest hebben gestaan toen hij zijn lengte opnam. Daarnaast had hij beweerd dat hij reclameman was, maar toen Darcy een paar namen van reclamebureaus en hun klanten had opgenoemd, stond hij volledig met zijn mond vol tanden. Een leugenaar en een mafkees, liet ze Erin en Nona weten.
Met een verwachtingsvolle glimlach vroeg Darcy nu aan Erin haar op de hoogte te brengen van haar laatste ontmoetingen.
‘Ik bewaar alles voor morgenavond,’ zei Erin. ‘Dan is Nona er ook bij. Ik noteer ieder detail in het zakboekje dat jij me voor Kerstmis gaf. Je mag alvast weten dat ik na ons laatste gesprek nog twee keer uit ben geweest. Dat brengt het totaal op acht afspraakjes in de laatste drie weken. Het ging in de meeste gevallen om geflipte figuren, zonder ook maar enige positieve maatschappelijke waarde. Een van hen bleek ik al eerder te hebben ontmoet. Een van de nieuwelingen was echt aantrekkelijk, maar hij heeft natuurlijk niet teruggebeld. Vanavond heb ik weer een afspraak. Hij klinkt goed, maar laten we dat eerst maar afwachten.’