Reading Online Novel

Moord op afspraak(10)



Hij installeerde zich op de bank bij het raam en nipte van zijn cocktail, genietend van de zachte, kalmerende smaak. Hij was benieuwd naar de jonge vrouw met wie hij om acht uur een dinerafspraak had. Haar reactie op zijn advertentie was ronduit geestig geweest.

Zijn uitgever was opgetogen over de eerste helft van het boek dat hij aan het schrijven was, een analyse van mensen die contactadvertenties plaatsten of beantwoordden, van hun psychologische verlangens, hun vluchten in fantasie in de wijze waarop ze zichzelf beschreven.

Zijn werktitel luidde: Contactadvertenties − op zoek naar gezelschap of ontvluchting van de werkelijkheid?





4

Donderdag, 21 februari

Darcy zat aan de eettafel, nipte van haar koffie en staarde wezenloos door het raam naar de tuinen beneden. Ze waren nu kaal en hier en daar bedekt met niet-gesmolten sneeuw, maar in de zomer waren ze prachtig beplant en tot in de puntjes verzorgd. Tot de prestigieuze eigenaars van de particuliere patriciërshuizen waar de tuinen achter lagen, behoorden ook de Aga Khan en Katharine Hepburn.

Erin kwam hier graag wanneer alles in bloei stond. ‘Vanaf de straat zou je het bestaan hiervan nooit vermoeden,’ verzuchtte ze dan. ‘Je hebt beslist geboft, Darce, toen je deze plek vond.’ Erin... Waar was ze? Zodra ze wakker was en besefte dat Erin niets van zich had laten horen, had Darcy het verpleeghuis in Massachusetts gebeld. De toestand van meneer Kelley was onveranderd. Zijn half-comateuze toestand kon onbepaalde tijd aanhouden, ook al werd hij onmiskenbaar zwakker. Nee, er was geen spoedtelefoontje naar zijn dochter uitgegaan. De dagverpleegster kon echt niet zeggen of Erin de avond tevoren zoals gebruikelijk had opgebeld.

‘Wat moet ik doen?’ vroeg Darcy zich hardop af. Haar als vermist opgeven? De politie bellen en vragen of er ongevallen waren gemeld?

Een plotselinge gedachte deed haar huiveren. Stel dat Erin een ongeluk had gehad in haar flat! Als ze geconcentreerd bezig was, had ze de gewoonte om met haar stoel achterover te kantelen. Stel dat ze daar al die tijd bewusteloos had gelegen! Het kostte haar drie minuten om een trui en een broek aan te schieten, een jas en handschoenen te pakken. Op Second Avenue wachtte ze geruime tijd voordat ze een taxi kon krijgen. ‘Christopher Street 101, en vlug alstublieft.’

‘Iedereen heeft haast. Ik zeg: doe het rustig aan, dan leef je langer.’ De chauffeur knipoogde in de achteruitkijkspiegel. Darcy wendde haar hoofd af. Ze was niet in de stemming om grapjes te maken met de man. Waarom had ze niet gedacht aan de mogelijkheid van een ongeluk? Vorige maand, vlak voordat ze naar Californië vertrok, was Erin bij haar komen eten. Ze hadden naar het nieuws gekeken. Een van de reclamespots toonde een tengere oude vrouw die viel en via een noodapparaatje om haar hals hulp inriep. ‘Zo vergaat het ons ook over vijftig jaar,’ had Erin gezegd. Kreunend had ze de reclamespot geïmiteerd: ‘Hel-l-l-p, hel-l-l-p! Ik ben gevallen en ik kan niet meer opstaan!’



Gus Boxer, de conciërge van Christopher Street 101, had kijk op mooie vrouwen. Dat was de reden waarom zijn geërgerde frons snel plaatsmaakte voor een beminnelijk lachje toen hij zich op het aanhoudende gerinkel van de deurbel naar de hal haastte. Wat hij zag, beviel hem. Het lichtbruine haar van de bezoekster wapperde in de wind en viel voor haar gezicht, waardoor ze hem herinnerde aan de films van Veronica Lake, waarvoor hij ’s nachts op bleef. Haar heuplange leren jas was oud, maar bezat de elegante rijkdom die Gus sinds zijn baan in Greenwich Village had leren herkennen.

Zijn waarderende ogen bleven op haar lange, slanke benen rusten. Het volgende moment drong het tot hem door waarom ze hem bekend voorkwam. Hij had haar een paar keer bij 3B gezien, bij Erin Kelley. Hij opende de haldeur en stapte opzij. ‘Tot uw dienst,’ zei hij op een, naar zijn idee, innemende manier. Darcy liep langs hem heen en probeerde haar afkeer te verbergen. Van tijd tot tijd beklaagde Erin zich over de zestigjarige casanova in het smoezelige flanel. ‘Boxer bezorgt me de rillingen,’ had ze gezegd. ‘Ik vind het een akelig idee dat hij een loper van mijn deur heeft. Het is een keer gebeurd dat hij in mijn flat was toen ik thuiskwam. Hij hing een of ander zwetsverhaal op over een lekke leiding in de muur.’

‘Heb je ooit iets gemist?’ had Darcy gevraagd.

‘Nee. Juwelen waaraan ik werk, bewaar ik altijd in de kluis. Verder is er niets wat het stelen waard is. Ik krijg alleen de rillingen van zijn smerige, flirtende houding. Nou ja, als ik binnen ben, schuif ik de veiligheidsgrendel ervoor. Bovendien is de flat goedkoop. Hij is vermoedelijk ongevaarlijk.’

Darcy kwam onmiddellijk ter zake. ‘Ik maak me zorgen over Erin Kelley,’ liet ze de conciërge weten. ‘Ze zou me gisteravond ontmoeten, maar ze kwam niet opdagen. Ze beantwoordt haar telefoon niet. Ik wil een kijkje in haar flat nemen. Misschien is er iets gebeurd.’