Reading Online Novel

Marcolini broers 01(49)



Toen Antonio bij het hotel kwam, zat Claire in de lounge met haar benen onder zich gevouwen en een tijdschrift op schoot.

‘Hoi,’ zei ze, en ze sloeg het blad dicht.

‘Ook hallo.’ Hij boog voorover om haar een vluchtige kus te geven.

Toen hij weer overeind kwam, staarde ze hem behoedzaam aan. ‘Is er iets aan de hand?’ vroeg ze. Daarna plaatste ze haar voeten op de vloer, waarbij haar handen de bank vastgrepen tot haar knokkels wit werden.

‘Claire, ik moet terug naar Italië,’ zei hij zonder eromheen te draaien. ‘Zo snel mogelijk. En ik wil dat je met me meegaat.’

‘Nee.’ Ze sprong op.

Fronsend zag hij haar wit wegtrekken en haar lichaam lichtjes wankelen. Hij greep haar vast. ‘Cara, ik wilde je er niet zo mee overvallen, maar –’

‘Ik wil niet mee,’ onderbrak ze hem, nog steeds lijkbleek.

‘Wat is er met jou aan de hand?’ vroeg hij, terwijl hij haar bleef vasthouden.

‘Ik heb vanaf het begin gezegd dat ik niet met je mee terugga naar Italië,’ zei ze koppig. ‘Je kunt me niet dwingen.’

‘Ik dacht dat we een afspraak hadden.’

Hoewel ze hem boos aankeek, zag hij een spiertje trillen bij haar mond. ‘Probeer me niet weer te chanteren, Antonio. Dat gaat niet werken. Ik heb Isaac gisteren nog gesproken. Je vriend heeft hem geholpen bij om zich in te schrijven voor een opleiding tot jongerenwerker. Daar begint hij over een paar weken mee. Hij vertelde dat jij de opleiding voor hem betaalt. Ik geloof niet dat je hem nu nog gaat aangeven, niet als je ook maar een beetje medeleven hebt.’

Stilletjes knarste hij met zijn tanden, terwijl hij probeerde een manier te verzinnen om haar over te halen. Uiteindelijk besloot hij een andere tactiek te proberen en een kant van zichzelf te laten zien die ze nog nooit gezien had. ‘Claire, mijn moeder ligt op sterven,’ zei hij serieus. ‘Ik moet naar haar toe. Ze heeft naar me gevraagd.’

Daarop schoof ze onrustig heen en weer en haar tong schoot uit haar mond om haar lippen te bevochtigen. ‘Ga maar alleen. Daar heb je mij niet bij nodig.’

‘Ik wil graag dat je meegaat, tesoro mio.’ Hij haalde een hand door zijn haar.

‘Ik weet vrij zeker dat je moeder liever niet heeft dat ik zo’n gevoelig privémoment kom verstoren,’ zei ze, maar haar stem klonk al niet zo scherp meer en ook de blik in haar ogen was milder geworden.

‘Waarschijnlijk herkent mijn moeder je niet eens.’

Fronsend keek ze hem aan. ‘Hoe bedoel je?’

Vermoeid slaakte hij een zucht. ‘Mijn moeder lijdt aan alzheimer. Tot voor kort werd ze thuis verzorgd door een verpleegkundige, maar vanmorgen vroeg, Italiaanse tijd, heeft ze een beroerte gehad. Haar geheugen was al zwaar achteruitgegaan, maar nu is er bijna niets meer van over.’

‘Ik dacht dat je zei dat ze naar je gevraagd had.’

‘Dat klopt, daarom moet ik ook naar haar toe,’ zei hij. ‘Patiënten met alzheimer kunnen soms nog heldere momenten hebben. Ik wil haar zien. Dat is belangrijk voor me. Ik was er niet voor mijn vader. Ik heb toen niet de dingen kunnen zeggen die ik nog wilde zeggen, en ik heb niet gehoord wat hij nog tegen mij wilde zeggen.’ Even bleef het stil. ‘Ik was er ook niet voor jou en ons kind. Dat is iets waar ik de rest van mijn leven spijt van zal hebben. Ik wil niet nog meer fouten maken, Claire. Alsjeblieft… doe dit nou voor mij. Ik heb je nodig.’

Op dat moment voelde ze haar vastberadenheid smelten. Het was duidelijk dat hij het moeilijk had. Niet lang geleden had hij zijn vader verloren en nu was zijn moeder ernstig ziek. Dit ene verzoek kon ze hem onmogelijk weigeren. Het troostte haar dat ze hem met zoveel emotie in zijn stem over hun kind had horen praten. Hoewel hij er niets over had gezegd, wist ze dat hij bij de laatste rustplaats van hun dochter was geweest. Toen zij er eerder die dag heen was gegaan, had ze een knuffelbeer in een roze tutu aangetroffen, naast een enorme bos bloemen en een kaartje waarop in zowel Engels als Italiaans stond: Heel veel liefs van je papà.

Toen pas had ze beseft hoe gesloten Antonio eigenlijk was. Het grootste deel van zijn leven had zich afgespeeld in de spotlights, en verdriet verwerkte hij alleen. Had ze dat jaren geleden maar begrepen. Hij was niet iemand die zijn gevoelens met jan en alleman deelde. Hij hield ze voor zich, verwerkte dingen in zijn eigen tempo en sloot een deel van zichzelf af om te kunnen omgaan met de moeilijke gevallen waar hij op zijn werk dagelijks mee te maken had. Hoe kon hij goed voor zijn patiënten zorgen als hij continu een emotioneel wrak was? Patiënten hadden niets aan een chirurg die met ze meehuilde. Ze hadden een competente, zorgzame specialist nodig die helder kon nadenken en goede klinische beslissingen kon nemen over hun toestand.