Marcolini broers 01(47)
‘Er komt geen scheiding, Claire,’ zei hij met een onbuigzame blik. ‘Ik wil dat dat duidelijk is, zeker als er een kind op komst is.’
‘Hoe kun je hier zo koel over doen?’ vroeg ze. ‘Dit is geen zakelijke deal. We hebben het hier over mijn leven. Misschien wil ik dat wel met iemand anders delen. Heb je daar al eens over nagedacht?’
Doordringend keek hij haar aan. ‘Is er iemand anders?’
Daarop wierp ze hem een boze blik toe. ‘Zeg jij het maar. Je laat me toch in de gaten houden?’
‘Dat doe ik helemaal niet,’ verzuchtte hij. ‘Ik kwam er bij toeval achter dat je die donatie had gedaan. Ik snap niet waarom je me dat niet gewoon verteld hebt. Je liet me denken dat je geld van mijn moeder had aangenomen voor jezelf, maar nu weet ik dat je er misschien wel honderden premature baby’s mee hebt gered.’
‘Ik heb je moeder nooit om geld gevraagd. Ze had de cheque al uitgeschreven voor ze me die avond kwam opzoeken. Ik weet niet waarom ze blijft volhouden dat ik geld van haar geëist heb.’
Daarop slaakte hij een zucht. ‘Het heeft geen zin om hier weer over te beginnen. Als jij zegt dat het zo gegaan is, wil ik het daar wel bij laten.’
Haar blauwgroene ogen werden groot van verbazing. ‘Geloof je me?’
‘Als we willen dat ons huwelijk dit keer wel slaagt, zullen we moeten leren om elkaar te vertrouwen,’ zei hij, en hij haalde een hand door zijn nog vochtige haar.
Met een ironische blik keek ze hem aan. ‘Je hebt me er net van beschuldigd dat ik de helft van je bezittingen probeer in te pikken, maar verder vertrouw je me wel?’
Een moment lang keek hij haar aan. ‘Waarom heb je zo lang gewacht om een scheiding aan te vragen?’ vroeg hij.
Weer moest haar lip het ontgelden. Ze beet er een paar seconden lang op voor ze antwoord gaf. ‘Ik denk dat ons huwelijk echt voorbij is. Daarom.’
Nog steeds vroeg Antonio zich af of hij haar kon geloven. Met behulp van chantage had hij haar weer in zijn bed gekregen, maar ze had wel gelijk dat hij niet kon blijven dreigen haar broer achter de tralies te laten verdwijnen. Eigenlijk had hij dat middel sowieso niet moeten inzetten. Isaac had zijn auto gestolen uit loyaliteit aan zijn zus. Dat soort gedrag had hij keer op keer bij zijn eigen broer Mario gezien.
Zijn hoofd tolde nog steeds van de ontdekking dat Claire dat geld niet voor zichzelf had gebruikt. Vijf jaren aan boosheid waren weggevaagd met één zin van een vreemde die meer over zijn vrouw had geweten dan hijzelf.
Het was alsof hij Claire voor het eerst zag. Hij ontdekte dingen aan haar die hem nooit eerder waren opgevallen. Dat ze kuste met haar hele lichaam, niet alleen met haar mond. En hoe teder haar handen waren en dat er schokjes door hem heen gingen bij de kleinste aanraking. Hoe lieflijk haar glimlach was, die hem raakte zoals nooit iets hem had geraakt. Hoe haar prachtige ogen het ene moment glinsterden van boosheid en opstandigheid en het volgende moment volstroomden van emotie als hun dochtertje ter sprake kwam. Ze was als een boek dat hij de eerste keer niet begrepen had, met allerlei diepere lagen en subplots, waardoor hij meer dan ooit tevoren waardering kreeg voor haar.
Hij had het altijd lastig gevonden om zijn gevoelens voor Claire te benoemen. Waarom wist hij nog steeds niet. Hij had geen moeilijke jeugd gehad en was ook niet gekwetst door een andere vrouw, dus dat kon de reden niet zijn dat hij het moeilijk vond om zichzelf bloot te geven. Hij wist echter wel dat hij iets voor haar voelde wat hij voor geen enkele andere vrouw had gevoeld.
Hij bewoog zijn mond over de hare. ‘Het is nog niet voorbij, cara,’ zei hij. Daarna maakte hij haar handdoek los en wierp die op de grond, samen met de zijne. ‘Nog lang niet.’
Hoofdstuk 12
Drie weken later vroeg Rebecca, toen Claire uit het toilet van de salon kwam: ‘Blijf je volhouden dat je iets verkeerds hebt gegeten of ga je nu een keer eerlijk zijn? Dit is de derde keer in drie dagen dat je niet lekker bent.’
Claire zuchtte en veegde over haar klamme voorhoofd. ‘Ik denk dat ik zwanger ben. Ik heb nog geen test gedaan, maar alles wijst erop.’
Rebecca’s ogen werden groot van enthousiasme. ‘Wauw, dat is geweldig! Heb je het Antonio al verteld?’
Claire beet op haar lip. ‘Nee… nog niet.’
‘Denk je dat hij er niet blij mee is?’
Claire keek haar vriendin aan. ‘O, jawel. Ik denk dat hij er heel blij mee is. Het betekent dat een scheiding van de baan is, voorlopig tenminste.’
Rebecca fronste. ‘Maar schat, ik dacht dat jullie sowieso niet gingen scheiden. Je was de afgelopen weken gelukkiger dan ik je ooit heb gezien. Ik dacht dat het eindelijk goed ging tussen jou en Antonio.’
‘Het gaat een stuk beter dan eerst,’ zei Claire, en ze dacht aan hoe attent en aardig Antonio de laatste tijd was geweest. ‘Hij is heel lief voor me. Hij neemt me mee uit eten en naar theatershows en koopt kleren voor me. Hij heeft zelfs aangeboden om volgend weekend naar Narrabri te rijden om mijn moeder te ontmoeten.’