Reading Online Novel

Marcolini broers 01(48)



‘Maar?’

Met een sombere blik keek Claire Rebecca aan. ‘Zie je het dan niet, Bex? Het gaat weer net als vroeger.’

‘Ik geloof niet dat ik je begrijp…’

‘Het enige wat Antonio wil, is een erfgenaam,’ zei Claire. ‘De vorige keer dat ik zwanger was, stond hij erop dat we trouwden, zodat het kind zijn naam zou krijgen. Niet omdat hij van me hield of de rest van zijn leven met me wilde delen, maar omdat hij het Marcolini-imperium wilde veiligstellen.’

‘Maar Claire, misschien is het dit keer wel anders.’

‘O ja,’ zei Claire cynisch. ‘Het is zeker anders. Naast zijn eigen fortuin, wat al niet weinig was, beschikt hij nu ook over de helft van zijn vaders kapitaal. En hij weet dat hij me daar een flink deel van moet geven als we scheiden. Wat is nou een betere manier om zijn geld te behouden dan mij weer in zijn leven te lokken en er nog een erfgenaam bij te krijgen ook?’

Rebecca aarzelde even voor ze antwoord gaf. Toen zei ze: ‘Ik heb het vermoeden dat je hem nog niet hebt verteld dat je nog steeds van hem houdt. Klopt dat?’

‘O Bex, ik moet me elke dag inhouden,’ zei Claire met een brok in haar keel en bijna in tranen. ‘Maar dat is de fout die ik vorige keer heb gemaakt. Ik moet mezelf niet weer zo kwetsbaar opstellen. Als we bij elkaar blijven, wil ik dat onze relatie gelijkwaardig is. Ik wil niet dat hij om me geeft om wat ik hem kan geven, maar om mezelf, gewoon om mij.’

‘Claire, jullie zijn nog maar iets meer dan drie weken weer bij elkaar,’ zei Rebecca. ‘En vergeet niet dat hij nauwelijks voet op Australische bodem had gezet toen jij die scheidingspapieren onder zijn neus duwde. Daardoor zal hij nu niet snel voor zijn gevoelens uitkomen.’

‘Je hebt gelijk…’ zei Claire, die met haar hoofd in haar handen op een stoel achter de balie zat. ‘Het was niet bepaald een normale hereniging.’

Daarop kneep Rebecca even in Claires schouders. ‘Waarom neem je niet een poosje vrij? Dat kun je wel gebruiken. En als je dan een beetje tot rust gekomen bent en niet zo onzeker meer bent over jezelf, vertel je Antonio over de baby.’

Claire stond op en keek haar vriendin aan. ‘Ik denk dat ik inderdaad maar een paar dagen vrij neem,’ zei ze. ‘Ik wil niet dat er ook met deze zwangerschap iets misgaat. Dat zou ik niet kunnen verdragen.’



Niet lang nadat hij klaar was met zijn laatste patiënt werd Antonio gebeld door zijn broer Mario, die in Rome zat. Terwijl hij met zijn hand over de stoppeltjes op zijn kaaklijn wreef, luisterde hij naar het nieuws dat hij had gevreesd vanaf het moment dat hij op het vliegtuig naar Australië was gestapt.

‘Hoelang denken de artsen dat ze nog heeft?’ vroeg hij. Ondertussen deed hij zijn operatiemuts af en gooide hem in de prullenbak.

‘Dat is moeilijk te zeggen. Een week, misschien minder,’ antwoordde Mario. ‘Ze vraagt naar je.’

Antonio’s maag kromp ineen. Wat ironisch. De laatste keer dat hij zijn moeder had gezien, had ze hem wezenloos aangestaard en haar verzorgster gevraagd wie die lange, knappe vreemdeling toch was. ‘Ik boek meteen een vlucht,’ zei hij tegen zijn broer.

‘Komt je weggelopen vrouw ook mee?’ vroeg Mario.

Het sardonische toontje van zijn broer deed hem tandenknarsen. ‘Ik moet Claire er nog van zien te overtuigen, maar ja, ik ben van plan haar mee te nemen,’ antwoordde hij. ‘En ik zou het op prijs stellen als je niet meer over het verleden begint. Het gaat net goed tussen ons.’

‘Je hebt haar er dus van kunnen weerhouden om van je te scheiden?’ vroeg Mario.

‘Voorlopig,’ zei Antonio, en hij dacht aan alle keren de afgelopen weken dat hij Claire erop betrapt had dat ze hem heimelijk zat aan te staren, waarna ze steeds meteen haar blik van hem had afgewend, alsof ze een geheim bewaarde.

Hoewel hij had gezegd dat ze elkaar moesten vertrouwen, bleef hij bang dat ze iets in haar schild voerde om wraak op hem te nemen. Hij kon dat schrikbeeld niet van zich af zetten, hoe hard hij ook zijn best deed. En ook al deelde ze nu vrijwillig zijn bed, met evenveel, zo niet meer enthousiasme dan in het verleden, ze sprak nooit over haar gevoelens voor hem, wat ze eerder juist altijd vrijuit had gedaan. Als ze al lachte, was het kort en afwezig, alsof ze met haar gedachten eigenlijk ergens anders zat.

De enige plek waar hij haar onverdeelde aandacht had, was in bed. Dan kon ze zich volledig laten gaan en spande haar lichaam zich om het zijne als hij keer op keer bezit van haar nam. Hij had gedacht dat zijn verlangen naar haar wel minder zou worden op den duur, maar het tegendeel was waar. Op dit moment wilde hij haar meer dan ooit tevoren. Zijn fysieke verlangen naar haar was zo groot dat het soms overweldigend was. Ironisch genoeg was dat het enige wat hij aanvankelijk van haar had gewild, maar nu hij zeker wist dat hij het kon krijgen, wilde hij zoveel meer.