Reading Online Novel

Hoe de ijsvogel blauw werd(21)







32 De den en de lariks


Wie is de mooiste?

Dennen en lariksen zijn naaldbomen. De meeste naaldbomen behouden hun naalden. Er is in ons land maar één naaldboom die in de winter zijn naalden verliest, de lariks. Lees in deze parabel dat daar voor- en nadelen aan zitten.

Een grove den en een fijne lariks stonden al vele jaren naast elkaar aan de rand van een bos. Ieder jaar trotseerden ze hete zomers, ijskoude winters, brandende zon en zware herfststormen.



Maar de één voelde zich daarbij beter dan de ander. De lariks kleurde iedere herfst vurig geelrood, liet haar tere naalden vallen en ging kaal de winter door. De grove den pronkte het hele jaar door trots met dezelfde grote, scherpe, donkergroene naalden en voelde zich vooral in de winter sterk en mooi naast de kale lariks. Het was op een warme nazomeravond toen de den tegen de lariks zei: ‘Buurvrouw, ik zie dat je eerste naalden alweer wat gelig worden. Waarom laat je toch ieder jaar je naalden vallen? Je bent maanden niet om aan te zien met je kale takken. Dat steekt schraal af naast mijn sterke groene naalden.’ De lariks knisperde met haar takjes en antwoordde: ‘Beste den, we zijn beiden een boom, maar toch zijn we heel verschillend. Als boom oogst ik in de herfst veel bewondering van de mensen. En van mijn naalden wordt goede humus gemaakt waar de planten aan mijn voeten zich dankbaar mee voeden. De winterstormen zullen mij niet snel vellen doordat de wind makkelijk langs mijn kale takken giert. Jij en je soortgenoten lopen een groot risico te breken onder een zware sneeuwlast. En bovendien, beste den, ben ik ieder jaargetijde anders, ik ben nooit hetzelfde zoals jij, die er zomer en winter, lente en herfst eender uitziet. We zijn anders, maar niet beter of slechter.’



Na deze woorden begreep de grove den dat ze beide even mooi waren, ieder op zijn eigen wijze. In de winter krijgt hij de aandacht van de mensen als op zijn groene takken de witte sneeuw ligt. En de lariks bekoort de mensen in de lente met haar tere groen en in de herfst met haar goudgele naalden.



Hoe ziet u het verschil tussen een den en een lariks? Daar is een eenvoudig ezelsbruggetje voor: De D van den staat voor duo want de naalden staan twee aan twee. De L van lariks staat voor legio omdat de naalden in groepjes staan. (De S van spar staat voor solo, de naald staat alleen.) De Europese lariks verliest in de herfst zijn naalden en is daarmee de enige Europese loofverliezende naaldboom. De den blijft het hele jaar groen. Beide bomen zijn vooral aangeplant voor de houtproductie.





33 De eik


Waarom de eik in de winter zijn blad behoudt

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom in de winter sommige bomen hun bladeren vasthouden? En wist u dat de eik vroeger een ovaal blad had en nu een gelobde bladvorm? Hoe dat zo is gekomen verhaalt dit duivelse sprookje.



Lang geleden leefde er een ridder die een groot landgoed had geërfd. Hij had echter geen geld. Dat vond hij vreselijk onrechtvaardig en hij durfde zich nergens te vertonen. Al zijn vrienden waren rijk en bezaten prachtige snelle paarden, droegen schitterende harnassen en gaven grote feesten. Op een stormachtige avond schreeuwde hij in wanhoop: ‘Ik heb er alles voor over om rijk te worden!’ De duivel hoorde zijn smeekbede en lachte. Bliksemsnel stond hij als een keurige heer voor de arme ridder. ‘Mijn waarde ridder, hoeveel goudstukken wilt u hebben? U kunt krijgen wat u wilt.’

De stomverbaasde ridder keek de man ongelovig aan en het duurde even voor hij de gele oogspleetjes en de valse lach van de onverwachte bezoeker opmerkte. ‘Uiteraard in ruil voor uw ziel. Maar wees niet bang, u kunt lang genieten van uw rijkdom en voorspoed. Ik kom uw ziel pas halen in de winter van uw vijftigste verjaardag, als alle bladeren van de bomen gevallen zijn.’ Voor de jonge ridder leek zijn vijftigste verjaardag eindeloos ver weg en hij stemde in met het voorstel.



Ongemerkt verstreken de jaren waarin de ridder voorspoedig leefde in een luxueus kasteel met snelle paarden en grote feestgelagen. Maar toen zijn haren grijs werden namen onrust en angst bezit van hem. En toen de zomer van zijn vijftigste levensjaar ten einde liep werd hij wanhopig, want hij wist dat de duivel hem niet was vergeten. Ten einde raad liep hij naar het vervallen kapelletje naast een oude eik in een uithoek van zijn landgoed. Met zijn grijze haren en een berouwvol hart bad hij tot Maria om vergiffenis. Dit tafereel was zo smartelijk dat de Heilige Maagd hem vergiffenis schonk, want hij was een rechtvaardig mens geweest. Ze gaf de eik opdracht zijn blad voortaan vast te houden tot in de lente de nieuwe bladeren verschenen.

En zo geschiedde. Toen de duivel zijn ziel kwam halen zei de ridder rustig: ‘We hebben afgesproken dat je mijn ziel zou krijgen als alle bladeren van de bomen zijn gevallen. Dat is dus nog niet het geval,’ en wees naar de eiken. De duivel begreep dat de hemel hem weer dwars zat en werd woedend. Hij stuurde zijn huisdier, de geit, naar het bos om alle blaadjes van de eiken op te vreten, maar het beestje kon niet hoger reiken dan anderhalve meter. Witheet van woede stoof de duivel zelf naar beneden en beet de staart van de geit af, die sindsdien een kort slordig stompje heeft. In zijn razernij probeerde de duivel met zijn lange, scherpe nagels de bladeren van de eiken te trekken, maar de blaadjes lieten niet los. Wel beschadigde hij de bladeren van de eiken, wat we tot op de dag van vandaag kunnen zien aan de inhammen die het blad van de eik kenmerken.