Reading Online Novel

Hoe de ijsvogel blauw werd(20)



Uiteindelijk bleven alleen de gierzwaluw en de zeearend over die naar ijle hoogten vlogen. De ranke zwaluw moest ten slotte erkennen dat de grote zeearend met vleugels als kamerdeuren zijn meerdere was. De arend krijste zijn rauwe overwinningskreet al de lucht in en stortte zich glorieus naar beneden. Maar tot zijn ontzetting vloog vanuit zijn rugveren een klein bruin vogeltje, dat al schetterend nog een metertje hoger vloog. Verbijsterd keken alle andere vogels in een doodse stilte toe hoe na de grote zeearend een heel klein vogeltje landde en kwetterend riep: ‘Ik ben de koning, ik ben de koning!’ Dat vogeltje was zo’n klein en onbetekenend bruingekleurd bolletje veren, dat het niet eens een naam had. Met zijn spitse snaveltje en eigenwijze staartje dat omhoog wees, stond het trots met zijn borst vooruit in de kring.



Maar alle vogels waren boos over het valse spel van het kleintje en wilden hem straffen. Het kleintje vloog snel weg uit angst voor de boze vogels met hun prikkende snavels. Die angst is gebleven en daarom leeft hij tot op de dag van vandaag schichtig in de beschutting van het kreupelhout en laat zich zelden goed zien. Toen de zeearend na zijn nederlaag een nachtje had geslapen, vloog hij naar de rand van het bos en riep de kleine vogel. ‘Ik heb er diep over nagedacht en wil een voorstel doen. Kunnen wij het koningschap delen? Jij koning in de winter en ik in de zomer?’

Dat vond het kleine verenbolletje een goed idee. Daarom kreeg hij de naam winterkoning. En hij is zo blij met het gedeelde koningschap dat hij ook in de winter zingt. Je kunt hem het hele jaar door horen, maar vooral heel goed in de winter, als bijna alle andere vogels stil zijn. En als je dan heel goed luistert hoor je hem schel en hard zingen: ‘Ik ben de koning, ik ben de koning, ik ben de koning!’

Winterkoningen zijn tegenwoordig door de zachte winters een van de meest voorkomende broedvogels. Tijdens strenge vorstperioden vallen velen ten slachtoffer aan voedselgebrek. Ze eten kleine insecten die tijdens de vorst diep verstopt zitten of bezwijken aan de kou. Veilig beschut voor vijanden leven ze in dicht, laag struikgewas. Een mannetje maakt verschillende nestjes en het vrouwtje kiest het beste uit. Als dit vrouwtje broedt probeert het mannetje een ander vrouwtje voor een ander nestje te strikken.





31 De uil


Waarom de uil ’s nachts leeft en geruisloos vliegt

Uilen staan bekend als mysterieuze en wijze vogels. Waarom zien we overdag bijna nooit een uil en waarom vliegen ze zo geruisloos door de nachtelijke hemel? Lees in dit sprookje over zijn tragische lot.



Alle vogels stonden druk piepend en krijsend op de open plek in het bos. Wat waren ze allemaal boos! Boos over de sluwe en misleidende trucs van het kleine vogeltje. Het was niet eerlijk dat hij op slinkse wijze de wedstrijd over het koningschap van de vogels had gewonnen. Hij moest worden gestraft! Maar wat was een passende straf? Hierover moest worden vergaderd en tot er vonnis zou worden gewezen werd het vogeltje gevangengezet in een muizenholletje. Hij paste er maar net in. Omdat hij had bewezen een uitgekookt vogeltje te zijn was er een goede bewaker nodig. De vogels waren het er over eens dat de stoere, brede en vooral slimme uil de beste cipier was. De uil ging geduldig voor de uitgang van het muizenholletje op wacht staan en hield met zijn grote ronde ogen alles en iedereen in de gaten. Urenlang praatten de vogels over de straf die het winterkoninkje verdiende.

De meningen liepen uiteen. En ondertussen hield de uil vele uren de wacht … en viel ten slotte in slaap.



Toen het slimme vogeltje dat ontdekte, ontsnapte hij stilletjes en vluchtte in het dichte kreupelhout. Daar aangekomen zong hij diep verscholen brutaal zijn triomfantelijke lied. Wat waren de vogels razend toen ze ontdekten dat de kleine brutale vogel door de onoplettendheid van de uil had kunnen ontsnappen. Niet alleen het kleintje maar ook de uil moest gestraft worden voor zijn enorme blunder. Opnieuw moest er vergaderd worden ... De trotse, wijze uil zag de bui al hangen. Hij wilde de vernedering van een uitbrander niet ondergaan en vluchtte. Sinds die dag laat hij zich overdag niet meer zien aan zijn soortgenoten. Pas als het donker is en alle anderen slapen, komt de uil tot leven. Hij heeft zich aangeleerd geruisloos te vliegen door de donkere nacht, zodat geen enkele vogel wakker wordt om alsnog wraak te nemen. Ook heeft de uil sindsdien een enorme hekel aan muizen die ellendige muizenholletjes maken waaruit gevangenen ontsnappen. Daarom jaagt de uil iedere nacht op muizen.



De rans- en bosuilen komen algemeen voor. In wat minder grote aantallen zijn de kerk- en de velduilen te vinden. De velduil is in Nederland zeldzaam en in Vlaanderen verdwenen. Met uitzondering van de bosuilen, neemt het aantal uilen gestaag af, maar doordat uilen nachtdieren zijn en zich overdag goed gecamoufleerd verstoppen om te slapen (roesten) zijn deze getallen niet exact. Uilen vliegen geruisloos doordat hun vleugels speciale veren hebben waarmee ze in de stilte van de nacht de muizen niet afschrikken.