Het Pantserhart(6)
Een geüniformeerde bewaker keek op het papier dat Kaja hem liet zien, zei: ‘Lift C,’ en wees een gang in.
De rij voor de lift was zo lang dat ze pas bij de derde keer mee kon en de mensen stonden dicht op elkaar geklemd in een krakende en schokkende ijzeren kist die Kaja deed denken aan de zigeuners die hun doden verticaal begraven.
Het pension had een islamitische eigenaar met een tulband die haar direct met enorm enthousiasme een kamer ter grootte van een doos liet zien waarin op miraculeuze wijze plaats was voor een televisie en een rochelende airconditioning boven het voeteneinde van het bed. Het enthousiasme van de eigenaar daalde toen ze zijn wervingsactie onderbrak door hem een foto te laten zien van een man met daarbij de naam zoals die in zijn paspoort staat. Ze vroeg aan hem of hij wist waar de man nu was.
Toen Kaja zijn reactie zag, haastte ze zich te zeggen dat ze zijn echtgenote was. De secretaris van de ambassade had gezegd dat zwaaien met een id-kaart in Chungking ‘contraproductief’ werkte. Toen Kaja er voor de zekerheid aan toevoegde dat zij en haar man vijf kinderen hadden, veranderde de houding van de eigenaar radicaal. Een jonge, westerse heiden die nu al zo veel kinderen op de wereld had gezet, dwong zijn respect af. Hij zuchtte diep, schudde zijn hoofd en zei in klagend, staccato Engels: ‘Triest, triest, mevrouw. Ze hebben zijn paspoort afgepakt.’
‘Wie?’
‘Wie? De Triade, mevrouw. Altijd de Triade.’
‘De Triade?’ riep Kaja uit.
Ze had natuurlijk van die organisatie gehoord, maar eigenlijk had ze het idee dat de Chinese maffia vooral actief was in stripboeken en karatefilms.
‘Gaat u zitten, mevrouw.’ Hij pakte snel een stoel, waarin ze neerplofte. ‘Ze hebben hem gezocht, hij was weg, toen ze hem vonden hebben ze zijn paspoort afgenomen.’
‘Zijn paspoort? Waarom?’
Hij aarzelde.
‘Alstublieft, ik moet het weten.’
‘Ik ben bang dat uw man op paarden heeft gegokt.’
‘Op paarden?’
‘Happy Valley. Renbaan. Het is verwerpelijk.’
‘Heeft hij een gokschuld? Bij de Triade?’
Hij schudde en knikte meerdere malen met zijn hoofd om haar afwisselend te beklagen en het feit te bekrachtigen.
‘En ze hebben zijn paspoort afgepakt?’
‘Als hij Hongkong wil verlaten, kan hij zijn paspoort terugkopen nadat hij zijn schuld heeft afbetaald.’
‘Bij de Noorse ambassade kun je toch gewoon een nieuw paspoort krijgen?’
De tulband schudde heen en weer. ‘O ja. En je kunt hier in Chungking een paspoort voor achttien Amerikaanse dollars laten maken. Maar dat is het probleem niet. Het probleem is dat Hongkong een eiland is, mevrouw. Hoe bent u hier gekomen?’
‘Met het vliegtuig.’
‘En hoe vertrekt u hier weer vandaan?’
‘Met het vliegtuig.’
‘Eén vliegveld. Vliegtickets. Alle namen komen in de computer. Vele controlepunten. Vele mensen op het vliegveld worden door de Triade betaald om gezichten te herkennen. Begrijpt u?’