Reading Online Novel

Het Pantserhart(285)



                Hij nam een trek van zijn sigaret. Ze gaf geen antwoord. Toen voelde hij tot zijn verbazing dat zijn schouder warm en nat werd. Hij legde zijn sigaret op de rand van de asbak en draaide zich naar haar om. ‘Huil je?’

                ‘Bijna niet,’ zei ze lachend en snikkend. ‘Ik weet niet wat me bezielt.’

                ‘Wil je een trekje?’

                Ze schudde haar hoofd en droogde haar tranen. ‘Mikael belde vandaag en zei dat we moesten afspreken.’

                ‘Hm.’

                Ze legde haar hoofd op zijn borst. ‘Wil je niet weten wat ik daarop heb geantwoord?’

                ‘Alleen als je het me wilt vertellen.’

                ‘Ik zei nee. Toen zei hij dat ik spijt zou krijgen. Hij zei dat hij me mee naar beneden zou trekken. Dat het niet de eerste keer was dat hij dat met iemand deed.’

                ‘Nou, hij heeft gelijk.’

                Ze tilde haar hoofd op. ‘Maar dat betekent niets, begrijp je dat? Ik wil met je mee.’ De tranen liepen weer over haar wangen. ‘En als dat naar beneden is, dan wil ik daar ook zijn.’

                ‘Maar er is daar niets,’ zei Harry. ‘Ik ben er ook niet, ik ga weg. Je hebt me in Chungking gezien. Het zal net zo zijn als kort na de lawine. In dezelfde hut, maar alleen en verlaten.’

                ‘Maar jij hebt me gevonden en gered. Ik kan met jou hetzelfde doen.’

                ‘Wat nu als ik niet gered wil worden? Er zijn geen stervende vaders meer om me mee te lokken.’

                ‘Maar je houdt van me, Harry. Ik weet toch dat je van me houdt. Dat is toch reden genoeg, of niet? Ík ben reden genoeg.’

                Harry aaide over haar haren, over haar wangen, ving de tranen op met zijn vingers, bracht ze naar zijn mond en kuste ze.

                ‘Klopt,’ zei hij, verdrietig lachend. ‘Jij bent reden genoeg.’

                Ze pakte zijn hand, kuste hem waar hij gekust had. ‘Nee,’ fluisterde ze. ‘Zeg het niet. Zeg niet dat dat nu net de reden is waarom je vertrekt. Omdat je me niet mee wilt trekken. Ik volg je tot het einde van de wereld, begrijp je?’

                Hij trok haar naar zich toe. En op hetzelfde moment voelde hij dat er iets losschoot, als een spier die lange tijd trillend gespannen had gestaan zonder dat hij dat besefte. Hij verslapte zijn greep, gaf op, liet zich vallen. En de pijn die daar had gezeten smolt weg, hij werd warm en het trok via zijn bloedbaan door heel zijn lichaam, maakte hem zacht, gaf hem rust. Het gevoel van de vrije val was zo bevrijdend dat er een brok in zijn keel kwam. En hij wist dat een deel van hem dit wilde, dit wilde hij ook in die sneeuwjacht over de steenhellingen.

                ‘Tot het einde van de wereld,’ fluisterde ze en ze begon al sneller te ademen.

                De lichtbundels gleden eindeloos over het plafond.





Hoofdstuk 82


                Rood

                Het was nog steeds donker toen Harry naast het bed van zijn vader ging zitten. Een verpleegster kwam binnen met een kop koffie, vroeg of hij al ontbijt had gehad en gooide een roddelblaadje op zijn schoot.

                ‘Je moet af en toe aan iets anders denken, snap je,’ zei ze glimlachend en ze zag eruit alsof ze hem over zijn wang wilde strelen.

                Harry bladerde plichtmatig door het blaadje terwijl zij vader verzorgde. Maar hij ontkwam niet aan de roddels over bekende personen. Foto’s van Lene Galtung bij premières, gala’s, in haar nieuwe Porsche. ‘Lene mist Tony’ stond erboven en die bewering was niet onderbouwd met uitlatingen van Lene zelf, maar van bekende vrienden. Er waren foto’s voor het hek van het huis in Londen, maar niemand had haar daar gezien. Ze was in elk geval niet herkend. Er was een vage foto van grote afstand die een roodharige vrouw liet zien voor het gebouw van Crédit Suisse in Zürich en van wie het blad beweerde dat het Lene Galtung was omdat ze Lenes stylist konden citeren, die vorstelijk betaald werd, nam Harry aan, voor de uitspraak: ‘Ze vroeg me haar haren baksteenrood te verven en een permanent te geven.’ Tony zelf werd ‘een verdachte’ genoemd en het leek of het om een normaal societyschandaal ging en niet om een van de grootste moordzaken ooit in dit land.