Reading Online Novel

Het Pantserhart(278)



                ‘Maar waarom zou Tony Leike in godsnaam zijn eigen middelvinger afhakken?’ vroeg Bjørn Holm.

                Hij was op de divan gaan zitten terwijl Harry het medicijnkistje doorzocht dat hij ergens diep in een keukenla had gevonden. Er zaten meerdere rolletjes verband in. En een bloedstelpende crème die ervoor zorgde dat het bloed sneller coaguleert. De productdatum op de tube gaf aan dat hij slechts twee maanden oud was.

                ‘Altman dwong hem daartoe,’ zei Harry, die een klein, bruin en etiketloos flesje omdraaide. ‘Leike moest worden vernederd.’

                ‘Dat klinkt niet alsof jij het zelf gelooft.’

                ‘Nou en of ik dat doe,’ zei Harry. Hij draaide het dopje los en rook aan de inhoud.

                ‘O? Er is geen vingerafdruk te vinden die niet van Leike is, geen haartje dat niet van Leikes ravenzwarte haardos komt, geen schoenafdruk die niet Leikes maat 45 heeft. Sigurd Altman is asblond en heeft maat 42, Harry.’

                ‘Hij heeft steeds goed opgeruimd, help me herinneren dat we dit laten analyseren.’ Harry liet het bruine flesje in zijn jaszak glijden.

                ‘Steeds goed opgeruimd? Op een plek die waarschijnlijk niets eens een plaats delict is? Dezelfde man die het niets uitmaakte om in de Holmenvei een paar vette vingerafdrukken achter te laten op het bureau van Leike? Die volgens jou zo slecht had opgeruimd nadat hij Utmo in die hut had vermoord? Ik geloof het niet, Harry. En dat doe jij ook niet.’

                ‘Verdomme!’ riep Harry. ‘Verdomme, verdomme.’ Hij legde zijn hoofd in zijn handen en staarde naar het tafelblad.

                Bjørn Holm hield een van de metalen stukjes uit de zwanenhals omhoog en schraapte er met zijn wijsvinger gele aanslag van af. ‘Ik geloof trouwens dat ik weet wat dit is.’

                ‘O?’ zei Harry zonder zijn hoofd op te tillen.

                ‘IJzer, chroom, nikkel en titaan.’

                ‘Wat?’

                ‘Toen ik klein was, heb ik een beugel gehad. Wanneer je een andere beugel kreeg, moest er gebogen en geknipt worden.’

                Harry tilde ineens zijn hoofd op en staarde naar de kaart van Afrika. Hij keek naar de landen die in elkaar pasten als puzzelstukjes. Naar Madagaskar, dat apart lag als een stukje dat nergens in paste.

                ‘Bij de tandarts…’

                ‘Sst!’ zei Harry, die een hand opstak. Hij voelde het. Iets was zojuist op zijn plaats gevallen. Het enige wat te horen was, waren de kachel en de wind buiten die aantrok. Twee puzzelstukjes die ver van elkaar hadden gelegen, ieder aan een kant van het bord waarop de puzzel lag. Een grootvader bij Lyseren. De vader van moeder. Niet een foto van Tony, maar van hem, van Odd Utmo. Reumatiek. Wat had Tony ook alweer tegen hem gezegd? Niet besmettelijk, wel erfelijk. De jongen met de grote tanden. En de volwassen man met zijn op elkaar geperste lippen alsof hij een groot geheim verborg. Zijn eigen verrotte tanden en een beugel.

                De steen. De bruinzwarte steen die hij op de vloer van de badkamer in de toeristenhut had gevonden. Hij stopte zijn hand in zijn zak. Hij zat er nog in. Harry gooide hem naar Bjørn.

                ‘Vertel me eens,’ zei hij en hij slikte. ‘Ik heb deze gevonden. Denk je dat het een tand zou kunnen zijn?’

                Bjørn hield hem tegen het licht. Schraapte er met zijn nagel over. ‘Dat zou heel goed kunnen.’

                ‘We moeten terug,’ zei Harry, die de haren in zijn nek voelde. ‘Nu direct. Altman heeft ze verdomme niet vermoord.’