Gijp(38)
Of René van der Gijp met het woord ‘ook’ aan zichzelf refereerde, werd niet helemaal duidelijk.
Binnen in het Cambuur-stadion, waar de bar zich op nog geen twintig meter van de kist bevindt, klontert de voetbalwereld samen om stil te staan bij het fenomeen Fritz Korbach. Het is onvermijdelijk dat de anekdotes zich straks in het geheugen gaan opdringen, maar nu, zo kort na de confrontatie met de dode trainer, is het nog vooral het verdriet en de weemoed die zwaar op de bezoekers drukken. Ook bij Van der Gijp. Het zal het plotselinge besef zijn dat er met dit overlijden ook op slag een unieke benadering van het trainersvak is verdwenen. Het succes van zijn werkwijze zat volledig verankerd in de man zelf. Het is hard om onder ogen te zien, maar wel waar: met de persoon Fritz Korbach is ook een complete stijl op slag verdwenen.
‘Zo’, zei hij op zijn eerste werkdag bij een van zijn amateurclubs. ‘En wie is hier de keeper?’
In de kleedkamer stak een lange jongen met handschoenen zijn hand op.
‘Mooi’, zei Korbach, ‘dan moet jij vanmiddag dus de ballen tegenhouden.’
Het was voetbal teruggebracht tot de essentie.
Dat is mede de reden dat Van der Gijp zo somber is. Ook hij weet dat er met de dood van Korbach een methode sterft. Het is het besef dat er in de snelle, moderne voetbalwereld – waar coaches met laptops en notitieblokjes in de dug-out zitten, in plaats van met een zonnebril en een paar fijne sigaren, en waar gesproken wordt over ‘hoog in de concentratie zitten’ in plaats van over ‘een bal de kruising in neuken’ – geen plaats meer is voor paradijsvogels als Fritz Korbach, oertrainer uit een geromantiseerd verleden.
‘Barry Hughes, Fritz Korbach, Bert Jacobs, dat soort trainers zijn er niet meer’, zegt Van der Gijp op de terugweg naar het Westen. ‘Dat waren nog mannen die genoegen namen met het feit dat ze nooit honderd procent controle hadden over de gebeurtenissen in het veld. Die hadden al zó veel gekke wedstrijden meegemaakt, die wisten dat voetbal vaak afhangt van toevalligheden. Mensen in deze tijd kunnen niet meer accepteren dat het leven soms niet helemaal loopt zoals jij wilt. Ze denken dat ze totale controle over de gebeurtenissen kunnen hebben. Maar dat is een misverstand. Echt.’
43. Blote borstjes
‘Ik weet nog dat ik met Jong Oranje de openingswedstrijd van het internationale toernooi van Toulon speelde. We wonnen met 4-1 van Rusland. Ik maakte alle vier de doelpunten. De een nog mooier dan de andere. Ik zweer het je: als er toen Wengers en Mourinho’s op de tribune hadden gezeten, had Sparta mij voor 28 miljoen euro kunnen verkopen. Maar ik was gelijk de weg kwijt, jongen. Nu zijn de spelers zo opgevoed dat ze na een goede prestatie standaard zeggen dat vooral het resultaat belangrijk was, dat het te danken was aan het collectief en meer van dat soort onzin. Maar ik niet. Ik heb dat hele toernooi geen bal meer geraakt, laat staan gescoord. Ik heb een week lang alleen maar die vier doelpunten tegen Rusland gevierd. Ik dacht: dit maak ik nooit meer mee.’
-Wat deed je dan?
‘Nou, in elk geval niet rusten en me voorbereiden op de volgende wedstrijd. Kom op, hé! Ik was zeventien jaar!’
-Maar wat dan wel?
‘Ik bezocht van die Franse vakantieparken in de buurt, waar meisjes met blote borstjes lekker in het gras lagen te zonnen. Is toch heerlijk, man?’
-Het is geen toeval dat ze jou hebben uitgeroepen tot Geilneef van het Jaar, hè?
‘Nee, lijkt me niet, nee.’
-Hoe komt het dat je vrij gesloten bent over je privéleven, maar er geen moeite mee hebt om te praten over je voorliefde voor paaldansclubs en zo?
‘Waarom zou ik daar moeilijk over doen? Ik begrijp dat niet. Ik kwam graag in dat soort zaken. Nog steeds wel. Ook om te lachen en om de sfeer die daar hangt. Ik heb me daarin altijd thuis gevoeld en nooit iemand kwaad gedaan. Dus waarom zou ik daar geheimzinnig over doen?’
44. ‘Eigenlijk heb ik zelden in mijn leven zo’n rare snuiter meegemaakt als Fritz’
Een dag later in Goutum. Ook bij de besloten crematie van Fritz Korbach zijn weer veel prominenten bijeen. Gertjan Verbeek staat hier op het grind, de man die zijn oud-trainer tot op de allerlaatste dag is blijven steunen en regelmatig zijn voormalig ploeggenoot Van der Gijp telefonisch op de hoogte hield. Verderop collega Co Adriaanse, die de overledene eerder in de week nog ‘een leermeester’ heeft genoemd. Riemer van der Velde is er, de voorzitter van Heerenveen die Korbach als trainer ontsloeg en nog diezelfde dag met hem ging vissen, Alex Pastoor, oud-prof Frank Kramer en Joop Munsterman ook, net als zijn Heracles-collega Jan Smit, van wie Korbach ooit zei dat hij zo zuinig was dat hij maar met één oog huilde. Verderop staan onder anderen oud-topscorer Kees Kist, Hans Nijland, Jan Reker, Theo Snelders en natuurlijk boezemvriend Paul Krabbe, de amateurtrainer die wel wat weg heeft van Korbach en die tot op diens sterfdag jarenlang dagelijks contact met hem had.