Reading Online Novel

De Dochter Van Mistral(214)



'Dat is niet onredelijk, dat is natuurlijk.' Hij nam haar beide handen in de zijne. 'Ik begrijp dat het te vroeg is om een besluit te nemen. Kom eerst een tijd bij me wonen ... kom kijken hoe het is als we samen zijn. Dat is toch niet zo'n grote stap voor je? Geen voorwaarden ... alleen maar een tussenspel als dat alles is dat je wenst. Ga na Parijs niet terug naar New York ... Kom de lente bij mij in Avignon doorbrengen.'

Fauve keek in haar theekopje en was totaal in de war. Ik schijn het hem niet aan zijn verstand te kunnen brengen ... hoe kan ik zeggen dat ik hem ten slotte niet vertrouw ondanks dat ik dacht dat ik het wel deed? Ik heb mijn vader vertrouwd en wat heeft hij gedaan ... hoe kan ik dan ooit weer een man vertrouwen? Een 'tussenspel'... alleen maar een tussenspel, zegt hij... het is altijd een tussenspel als het begint... voordat het je iets vreselijks aandoet. Het was heel lang geleden voor Magali in Parijs ook alleen maar een tussenspel, en ook voor mijn moeder... tussenspelen veranderen in voorspelen, en dan? Wat dan, o, God? Lente in Avignon? Néé! Dat is gevaarlijk, veel te gevaarlijk. Het is juist dat ik dat gevaar aanvoel. Er bestaat altijd gevaar als je iemand vertrouwt, wanneer je van een ander afhankelijk bent, als je je leven in zijn handen legt. O, ik wil het leven dat ik kén, ik wil het leven waar ik al een plaats heb veroverd, waar ik een kantoor heb, waar de mensen me nodig hebben, een leven waar ik in opgegroeid ben, waar ik me veilig, geborgen voel. Veilig.

'Nee,' zei ze en bleef in haar theekopje kijken. 'Nee, ik kan het niet doen. Ik moet terug naar New York. Misschien als ik vakantie heb ...' stotterde ze. 'Misschien mijn volgende vakantie, misschien dat ik dan ...'

'Laat maar.' Eric stond op. 'Ik had er geen idee van dat je het zo'n afschuwelijk denkbeeld vond,' zei hij afwerend. 'Als ik dat geweten had, dan had ik je er niet aldoor weer mee lastig gevallen. Je zei dat je van me hield, maar dat doe je niet... niet genoeg. Niet half genoeg. Sorry ... dat is mijn fout.'

Hij legde wat geld op tafel en liep weg.

'Ik wist dat hij het niet zou begrijpen,' fluisterde Fauve bij zichzelf.

'Is er iets mis, signorina?' vroeg de ober.

'Nee,' zei Fauve. 'Er is niets mis. Het is alleen maar het einde...'

'Het einde...?'

'Van een tussenspel.'





Eenendertig


Falk was gewend aan het gevlei van mooie vrouwen en hechtte er weinig waarde aan. Hij werd zo vaak gevleid dat hij van zichzelf dacht dat hij niet meer gevleid kon worden, maar toen Fauve Lunel hem uitnodigde om met haar alleen in haar flat te komen dineren, het eerste diner dat ze helemaal zelf bereid had, toen voelde hij zich ... gevleid.

'Ik geloof niet dat ik een erg goede kokkin ben,' had ze hem gewaarschuwd.

'Wie heeft dat gezegd?'

'Niemand, maar ik heb nog nooit zelf een maaltijd bereid, dus hoe kan ik dan weten of ik goed kook?'

'Ik durf het risico aan.'

Terwijl Falk op Fauve wachtte die in de keuken bezig was om de drankjes te mixen, keek hij eens in haar huiskamer rond. Het was net alsof je op de zolder van een boerderij van een groot gezin rondneusde, dacht hij, of een stapel oude plakboeken doorkeek. Had Fauve nóóit iets weggegooid? Hij zag maar twee dingen waarbij ze zich blijkbaar tot beperking had gedwongen: ze had de vloer smaragdgroen geverfd en die verder kaal gelaten, en de stof waarmee haar te zware weelderige Victoriaanse meubels waren bekleed paste erbij: een patroon van enorme rozen op geverniste chintz dat - nu hij het eens nader bekeek - vast en zeker als gordijnen was gebruikt in Maggy's flat op Fifth Avenue voor ze die opnieuw inrichtte.

Hij kon zich de herkomst van zo veel voorwerpen die hij zag precies herinneren. Daar was die grote vogelkooi die hij op een zaterdagmiddag voor Fauve op Third Avenue had gekocht. Hij had blijkbaar zeven andere vogelkooien voortgebracht die kunstig overal stonden opgesteld zodat ze een ingewikkeld bouwwerk vormden waar nooit een vogel in zong. Dan was er die reusachtige strohoed die hij van een zakenreis uit Yucatan had meegebracht, en die nu gezelschap had gekregen van dozijnen andere in alle maten en vormen; ze hingen aan haken tegen de muren. De sierlijke, antieke lier die hij haar op haar twaalfde met Kerstmis had gegeven, hing aan een andere muur, omringd door een aantal eveneens antieke muziekinstrumenten: fluiten, violen, hobo's en zelfs een gedeukte klarinet die glanzend was opgepoetst. Er stonden overal manden en mandjes, boven op elkaar soms en gevuld met planten, potloden en notitieboekjes, bollen wol en stukken stof.

Kussens! Het leek of Fauve alle kussens uit de kussenmarkt had opgekocht, dacht hij toen hij met kennersblik rondkeek; en hij had nog wel gedacht dat hij er zo'n expert in was om een kamer vol rommel te zetten. Dit was geen rommel meer... dit was gewoon historisch. De boeken in haar overvolle boekenkasten omvatten een compleet stel van de sprookjesboeken van Oz, de vele avonturen van Mary Poppins en de werken van E. Nesbitt. Verder alle boeken die ze na haar prille jeugd had gelezen; het leek of ze het niet had kunnen verdragen er ooit een weg te doen. Een paar stenen sfinxen, levensgroot - dacht hij hoewel hij nooit een sfinx had gezien die nog in leven was, bewaakten de haard en daar binnenin bevond zich een gepoetst koperen rooster.