De Dochter Van Mistral(212)
Fauve schrok terug van zijn onstuimigheid. Ze hief bezwerend haar hand op. 'Geen plannen! Het verst dat ik nu in de toekomst wil kijken is om te proberen uit te vinden wat we vanavond met die meisjes van me moeten aanvangen. Ik heb een sterk vermoeden dat ze een eigen en verborgen agenda hebben. Ik kan ze niet onbewaakt laten, maar ik moet er ook niet aan denken dat ik jou een minuut in de steek laat.'
'Zal ik een stel architecten zien op te duikelen? Dan gaan we allemaal samen dineren,' stelde Eric voor.
'Architecten? Romeinse architecten?'
'Deze conferentie is net als de Olympische Spelen; er zijn allerlei nationaliteiten vertegenwoordigd. En heel veel zijn, net als ik, al in Rome aanwezig.'
'Hmmm ...' Fauve dacht er diep over na. 'Alle soorten Latijnse typen zijn uitgesloten. Zweden zijn twijfelgevallen ... er moet een reden zijn waarom zo veel pornofilms het woord "Zweeds" in de titel hebben ... Engelsen. Nee, Engelsen ... er bestaat een oude Franse theorie dat geen vrouw zo hyperseksueel is als de zogenaamd koude Engelse. Stel dat dat ook eens op Engelse mannen van toepassing is? Dat risico durf ik niet te nemen.'
'Finnen,' stelde Eric voor. 'Waarom proberen we de Finnen niet eens? Die schijnen zich niet zo veel te vermenigvuldigen.'
Die avond, na een diner dat in de annalen van de geschiedenis van Lunel zou voortleven, verzekerde Fauve zich ervan dat al haar meisjes veilig en wel in hun kamer waren voordat zij naar Erics hotel ging. Het grote bed waar ze nog maar één nacht in hadden doorgebracht, verwelkomde hen. Het had al een zeker mythisch waas, dacht Eric, en onderhand telde hij de uren die hen nog restten. Hij was zich zo van het verstrijken van de tijd bewust dat het weefsel van de lakens, het heuvelachtige landschap van de matras, de amber glans van het kleine lampje naast het bed al evenzeer deel schenen uit te maken van het verleden als van het heden.
'We hebben alleen vannacht nog,' zei hij en nam haar hoofd tussen zijn handen. 'Morgen kan je niet bij me zijn, alleen wanneer de collectie loopt en daarna moet je dat verdomde vliegtuig naar Milaan nemen. Waarom moet je me toch donderdagavond alleen laten?'
'Tel de uren nu niet. Ook de minuten niet; dan bederf je het nu. Maak me niet bedroefd, niet nog bedroefder dan ik al ben,' smeekte Fauve. 'De meisjes moeten vrijdagmorgen vroeg en uitgeslapen klaar staan; dat weet je net zo goed als ik. Het passen duurt het hele weekend: Versache, Armani. Ik dacht dat je dat wel begrepen had.'
'Het is helaas even duidelijk en logisch als een blauwdruk. Maar er is één ding dat ik niet begrijp en dat is waarom je me aldoor ontwijkt als ik ernstig met je wil praten. Ik heb er niet op aangedrongen omdat ik dacht dat het misschien niet de juiste tijd was, maar nu zo langzamerhand ...'
'O, mag ik je nóg een beetje ontwijken? Ik kan zo zalig ontwijken,' fluisterde Fauve en overdekte zijn borst met kussen.
'Goed, als je me op één doodgewone vraag antwoord wilt geven ... houd je van me, Fauve?' 'O, ja!'
'Dan móeten we plannen maken; we moeten onze toekomst regelen...'
'Je zei dat als ik je op die ene vraag antwoord gaf, dan zou je het goedvinden dat ik de rest ontweek,' protesteerde Fauve en onderbrak de stroom van woorden die hij over haar wilde uitstorten. 'Plannen ... de toekomst; daar gaat het bij ontwijken niet om.'
'Als je had gezegd dat je niet van me hield, dan zou ik mijn mond houden en alleen met je vrijen. Maar je houdt wél van me; zie je dan niet dat dat alles verandert?' Zijn stem klonk opgelucht.
Fauve trok zich uit zijn armen terug, stapte het bed uit en liep naar het raam waar ze naakt en blank in de duisternis bleef staan die buiten de kring van lamplicht heerste. Ze klemde haar handen achter haar gebogen hoofd ineen en schudde het van de ene naar de andere kant in een nauwelijks merkbaar gebaar van verwarring en ontkenning. 'Toe, Eric, alsjeblieft, vannacht niet.'
'Wanneer dan wél? Je bent toch niet van plan weg te gaan zonder ... dat kan niet waar zijn! Fauve, hoeveel herkansingen denk je dat we nog hebben?'
'Eric, ik heb er niet aan willen denken,' zei ze zachtjes en hield haar gezicht afgewend. 'Ik heb geleefd zonder te rekenen of me af te vragen wat de mogelijkheden zijn ... ik heb alleen maar geleefd ... me laten meedrijven. Ik voel me zo gelukkig als ik zomaar als een zeepbel voortzweef, maar als we blijven praten spat die bel uiteen. Toe nou?'
Eric kwam achter haar bij het raam staan en sloeg zijn armen om haar heen terwijl hij haar borsten in zijn handen nam. Hij liet zijn kin op het topje van haar hoofd rusten en beschermde haar met zijn grote, warme lichaam.
'Je rilt. Blijf hier niet zo staan; daar is het te koud voor. Kom mee naar bed, lieveling. En neem je zeepbel mee... het is zo'n prachtige zeepbel en je draagt hem zo mooi.'
'Morgen, Eric, dat beloof ik je.'
'Morgen.'
Donderdag na de lunch zat Eric bij Rosati op Fauve te wachten. Hij keek ongeduldig op zijn horloge. Die Valentino-collectie moest onderhand toch zijn begonnen. Hij en Fauve zouden bijna twee uren hebben om plannen te maken voordat ze weg moest om de meisjes af te halen, de bagage bij het hotel op te pikken en naar de luchthaven Fumicino te rijden om er nog op tijd het vliegtuig te nemen.