De Dochter Van Mistral(246)
'Je bent er zonder mij geweest!' riep ze beschuldigend uit.
'Natuurlijk niet. Dat zou ik nooit doen.'
'Hoe weet je dan precies waar het ligt? Eric, waar is mijn peer?'
'Peer...? O, die heb ik net opgegeten, sorry. Ik had jou moeten vragen of je de helft wilde hebben. Wat heb je?'
'Je hebt... je hebt...' begon Fauve en kon nauwelijks uit haar woorden komen, '... je hebt... mijn eerste... onderwerp opgegeten !'
' "Onderwerp"? Het was maar een peer... Ik bezweer je, Fauve, dat ik nooit naar Lunel ben toegegaan, maar ik wilde precies weten waar het lag ...'
'Waarom?' vroeg ze en moest moeite doen haar lachen te bedwingen.
'Voor geval dat je ooit zou terugkomen en nog wist dat je daarheen wilde,' zei hij.
'Hoe lang heb je die kaarten al in je auto liggen?'
'Al sinds jij bent weggegaan ... toen je zestien was. Als ik een nieuwe auto kocht legde ik ze van het ene handschoenenkastje in het andere.'
'Dan zal ik het je maar vergeven. Je bedoelde het tenminste goed, al heb je een betreurenswaardig gebrek aan doorzettingsvermogen tentoon gespreid. Goede bedoelingen helpen toch wel iets, denk ik...'
'Ik zou het veel meer dan alleen goede bedoelingen willen noemen.'
'Hoe zou jij het willen noemen?' Fauve legde haar gezicht in haar handen terwijl ze met haar ellebogen op tafel steunde. 'Zou je het sentimenteel willen noemen? Zou je het nostalgisch noemen? Zou je het een romantisch gebaar in de richting waarin toen je gevoelens gingen willen noemen?'
' Klein kreng dat je bent!’
'O?' Ze slaagde erin haar wenkbrauwen op te trekken als een beleefde vraag, maar intussen sloeg haar hart razend van blijdschap.
'Begin niet opnieuw met dat spelletje! Je hebt in Rome al genoeg plezier gehad, weet je dat nog wel? Je liet me denken dat je nog van me hield; je liet me hopeloos verliefd op je blijven, en verdween op het laatste ogenblik - uitdagend, sadistisch, harteloos ... net zoals je nu doet... Ik heb er gewoon geen woorden voor om je te zeggen hoe ik daarover denk.' Hij stond op.
Fauve stond ook op en liep snel om de tafel heen, veranderd, zeker, zo zeker als ze ook in de lege studio had gestaan en het leven had verwelkomd.
Eric keek haar aan en zijn wereld begon opnieuw interesse voor hem te krijgen. De enige liefde van zijn leven stond daar met een blozend gezicht voor hem en er straalde een liefde van haar af die net zo groot was als de zijne. Ze spreidde haar armen naar hem uit met een gebaar dat hun hele zonnige en onvermijdelijke toekomst omvatte.
'Probeer je me op jouw eigen originele manier te zeggen dat je nog steeds van me houdt?' vroeg Fauve terwijl ze haar armen om zijn hals sloeg. 'Probeer je me te vragen of ik met je wil trouwen? Omdat - ik waarschuw je maar - ik vanmiddag in een stemming ben om elk risico te aanvaarden. Dit is het ogenblik om me vast te nagelen als je me wilt hebben. Ik voel me zo verbazend roekeloos, alsof ik heel hoog vlieg.'
'Er is nooit een seconde geweest waarin ik jou niet heb willen hebben ... ik dacht alleen dat jij mij niet wilde,' mompelde hij terwijl hij in haar geheimzinnige ogen keek met een blik die tot in het diepste ervan doordrong. 'Maar,' voegde Eric eraan toe en deed opeens bezorgd een pas terug, 'ik wil geen misbruik van je stemming maken ... je hebt me al ellende genoeg bezorgd ... Misschien verander je morgen weer van gedachten.'
'Eric, het is geen stemming. Niets had ooit minder met een stemming te maken. Ik plaagde je maar; daar kon ik niets aan doen. Ik moest je boos maken om je te kunnen bereiken. Ik heb al die jaren met je willen trouwen... herinner je je nog jouw droom over weglopen toen ik zestien was? Die droom heb ik ook gehad, aldoor weer, maar ik was bang om eraan toe te geven, want ik wist wat het betekende en waar het ons zou heenleiden. Mijn hart heeft zich nooit anders gevoeld, maar ik had niet voldoende vertrouwen ... O, niet wat jou betreft, maar in de mogelijkheid iemand, wie dan ook, absoluut te kunnen vertrouwen. En dat is nu voorbij. Er zijn twee dingen waarop ik in dit leven hoop en geen van beide is compleet zonder de ander. Ik wil jouw vrouw worden en ik wil schilderen ...'
'Schilderen? Hoe is dat gekomen? Wanneer... nee, laat maar... vertel het me later... het is heerlijk... ik heb altijd geweten dat je er weer eens aan zou beginnen.'
'Zou je hier op La Tourrello willen wonen, Eric?'
'Dit huis heeft op ons gewacht, weet je dat niet?'
'Ik ben een langzame ... maar ja, ik weet het.'
Hij ging met zijn vinger de lijn van haar lippen na en voelde haar hart tegen zijn borst bonzen. 'Wil je nog naar Lunel gaan? Ik wil die belofte niet breken,' zei hij ernstig.
'Niet nu, vandaag niet,' antwoordde ze.
'Wil je het dan niet zelf zien?'
'Ik heb geen haast,' zei Fauve peinzend. 'Ik wil het eigenlijk niet meer zo vurig. Maar, Eric, ik wil wel even een eindje rijden ... niet ver... een eindje de weg op ... ik móet een nieuwe peer kopen.'