Briljant idee(4)
Even raakte hij haar arm aan, waardoor er een stroomstoot door haar lichaam leek te gaan. ‘Nu ben je niet zo dapper meer, hè?’
Moed had er niets mee te maken. Het was zelfbescherming. De vonk die tussen hen was overgeslagen, kon wel eens gevaarlijk zijn. Op het moment kon ze geen complicaties gebruiken in haar leven, niet nu het haar prioriteit was om Seaborn’s te redden. En een heerlijk ruikende, veel te knappe foute jongen leverde alleen maar problemen op.
‘Ik flirt met iedereen. Het is niets persoonlijks.’
‘Is dat zo?’
Hij deed een stap naar voren, waardoor hij ineens tergend dichtbij stond. Zelfs zonder haar aan te raken, kreeg ze kippenvel van zijn nabijheid. Tas maar op. Sommige mannen kunnen het verkeerde idee krijgen.’
Eigenlijk zou ze hem niet moeten uitdagen, maar ze kon de verleiding niet weerstaan. Hij had iets ongrijpbaars en ze wilde hem van zijn stuk brengen. Wat voor idee dan?’
‘Dat je meer belooft dan je bereid bent te geven.’
Zijn toespeling overspoelde haar als een warm bubbelbad, en ze onderdrukte de impuls om uit te vinden hoe ver ze bereid was te gaan. Met opgeheven hoofd zei ze: ‘Ik heb je koffie beloofd. Graag of niet.’
Haar teleurstelling toen hij aarzelde, had een ontnuchterend effect op de groeiende aantrekkingskracht die ze voor deze onbekende man voelde. Daar ging haar fantasie waarin ze zijn avances moest afslaan.
Onderzoekend keek hij haar aan, wat haar een erg ongemakkelijk gevoel gaf.
Toen ze op het punt stond haar aanbod in te trekken, gebaarde hij langzaam naar de achterkant van de showroom en zei: ‘Ga maar voor.’
Hoofdstuk 2
Jax had geluk. Hij was hier vanavond gekomen om de snobs van Melbourne duidelijk te maken dat hij terug was en klaar stond om hun wereldje binnen te dringen, én om Sapphire Seaborn op de hoogte te stellen van zijn plannen voor een overname. Helaas was de woordvoerster van Seaborn’s niet aanwezig, maar hij had geen betere vervanging kunnen treffen dan haar zus.
Na een blik op Ruby, die naast hem liep, bedacht hij dat hij misschien toch niet zo’n geluk had. De jongere Seaborn was een pittige tante, bijdehand en opstandig. Totaal niet zijn type, al zou ze dat voor een paar uur best kunnen zijn. Maar hij was niet van plan om het fysiek te laten worden, aangezien er zoveel van afhing. En toch, terwijl haar haar glinsterde als goud onder de gedimde lichten en haar borsten bij elke stap tegen het satijn van haar jurk drukten, wilde hij een moment lang dat er niet zoveel op het spel stond.
‘Je bent nog nooit in Seaborn’s geweest.’
Het was geen vraag, maar een constatering, en hij bewonderde haar directheid.
‘Nee. Hoezo? Had je me anders wel herkend?’
Zijn geplaag deed haar lippen krullen. ‘Ik herinner me al onze klanten.’
‘Allemaal?’
‘Stuk voor stuk.’
‘Dat lijkt me onwaarschijnlijk.’
Ze grinnikte. ‘Oké, dat was gelogen. Ik herinner me alle sieraden die ik heb ontworpen en de mensen die ze gekocht hebben.’
‘Indrukwekkend.’
Net zo indrukwekkend als de showroom waar ze hem doorheen leidde. De lange donkere ruimte glinsterde, van het gepolijste houtwerk tot de ivoren muren, met spotjes die de unieke sieraden belichtten.
Hoewel hij al een paar jaar in de mijnbouw werkte, was hij nooit geïnteresseerd geweest in de edelstenen zelf. Het ging hem om het geld.
Wat vind je van mijn werk?’
Blijkbaar had ze gezien dat hij naar de sieraden keek. Naast verfrissend direct en beeldschoon was ze ook nog eens oplettend en scherp.
‘Niet slecht als je ervan houdt.’
Daarop bleef ze staan, en ze deed alsof ze haar hart vastklampte. ‘Niet slecht?’
Toen ze haar vinger naar hem uitstak, moest hij de neiging onderdrukken om haar hand vast te pakken, naar zijn mond te brengen en al haar knokkels te kussen. ‘Weet je hoelang het duurt om zo’n sieraad te maken?’
‘Nee, maar je gaat het me vast vertellen.’
Als reactie op zijn grijns schonk ze hem een blik die ‘barbaar’ leek te zeggen.
Ze wees naar een eenvoudige gouden ketting met edelstenen. ‘Zie je die? Ik ben niet alleen ontwerper, maar ook lapidarist. Het heeft me een maand gekost om die smaragden te slijpen en te polijsten en nog twee om het hangeroogje en kapittelslot goed te krijgen.’
Toen hij vragend een wenkbrauw optrok, legde ze uit: ‘Het hangeroogje is dat driehoekige gedeelte waarmee de hanger aan de ketting vastzit en het kapittelslot is een sluiting waarbij je het staafje door de ring steekt om de twee uiteindes van de ketting te verbinden.’
‘Fascinerend.’ Dat leek ze als spottend op te vatten, maar zo was het niet bedoeld. Haar vurige relaas maakte haar nog interessanter. En hij vroeg zich af hoe gepassioneerd ze was op andere gebieden.