Briljant idee(3)
Nu was het tijd om haar moeder en Sapphire het tegendeel te bewijzen. Misschien was ze eerder helemaal opgegaan in haar zorgeloze creatieve leventje, maar dit was haar kans om dat goed te maken door Seaborn’s uit de rode cijfers te krijgen.
Opal gaf haar een por. ‘We hebben een achterblijver.’
Met een blik over haar schouder zag Ruby nog net de beveiliging Happy Face lastigvallen. Het feit dat hij was blijven wachten, deed haar hartslag versnellen, en ze onderdrukte de drang om triomfantelijk te grijnzen, ondanks het slechte nieuws dat Opal haar had gegeven. Wat waren mannen toch voorspelbaar. Een beetje flirten en ze dachten dat ze je voor zich gewonnen hadden.
‘Ik regel het wel.’
Met een frons op haar voorhoofd keek Opal toe hoe Happy Face dreigend naar hun beveiligingsman keek. ‘Zeker weten?’
‘Ja. Bedankt voor je hulp, lieverd. Zonder jou was het niet gelukt vanavond.’
‘Ik kan naast geoloog nu ook gastvrouw op mijn cv zetten.’
Ruby gaf haar een duwtje met haar heup. ‘Absoluut. En ga nu maar naar huis, dan ontferm ik me wel over onze recalcitrante gast.’
Na een laatste bedenkelijke blik in de richting van Happy Face, vertrok Opal via de achteringang.
Ruby rechtte haar schouders. Haar hals jeukte nog steeds door de ketting, haar voeten deden pijn van de stilettohakken die ze aanhad in plaats van haar gebruikelijke ballerina’s, en het satijn dat over haar heupen gleed, veroorzaakte een vreemde statische reactie waardoor ze op onhandige momenten een schok kreeg. Zoals nu, terwijl ze op Happy Face af liep, met het plan om hem eens goed de waarheid te vertellen.
De strenge blik van hun vertrouwde beveiligingsman werd iets milder toen hij zich tot haar keerde. Ze hadden altijd een goede band gehad, al vanaf de tijd dat hij haar snoepjes had toegestopt als haar moeder even niet had opgelet. Als kind kwam ze hier altijd graag en was ze dol geweest op alle glitters en glinstering en de rust. Ze wilde dit echt niet kwijtraken.
Fritz gebaarde naar Happy Face, die haar boos aankeek, alsof het haar schuld was dat hij op het punt stond om eruit gezet te worden. ‘Deze heer weigert te vertrekken.’
De ijzige toon waarop Fritz ‘heer’ zei, gaf al aan dat hij de term niet van toepassing vond.
Aangezien ze zere voeten had, haar huid nog steeds prikte onder de ketting en ze niet kon wachten om dat nauwsluitende satijnen gewaad uit te doen, was het tijd om haar eerdere uitnodiging in te trekken. Ze had geen tijd om te flirten met een man die ze nooit meer zou zien. Ze had wel iets beters te doen, zoals het bedenken van nieuwe plannen om geld binnen te halen en Seaborn’s draaiende te houden.
Net toen ze de vreemdeling wilde vertellen dat hij moest vertrekken, ontmoette haar blik de zijne weer.
Doordringend keek hij haar aan om te zien of ze haar uitdaging waar zou maken.
Verdorie. Hoe kon hij nu weten dat ze nooit een uitdaging uit de weg ging? Ze was de jongste die de Mad Mouse-achtbaan in Luna Park getrotseerd had, de jongste van haar familie die op Bells Beach gesurft had, de jongste ontwerper die Seaborn’s ooit had gehad. Elke uitdaging ging ze aan, en ze wilde deze mysterieuze man niet laten winnen.
‘Het is in orde, Fritz. Ik heb hem uitgenodigd om te blijven voor een kop koffie.’
De borstelige wenkbrauwen van Fritz trokken naar elkaar toe, maar hij waagde het niet om haar oordeel in twijfel te trekken. Dat zou hij nooit doen, trouw als hij was.
‘Zal ik afsluiten?’
Ze knikte. ‘Graag. Ik neem onze gast mee naar boven, dus sluit de showroom maar af. Daarna kun je gaan.’
Als Fritz het al raar vond dat ze een vreemde meenam naar haar appartement, dan liet hij dat niet blijken. Met uitgestreken gezicht zei hij: ‘Fijne avond nog, Miss Ruby.’
Toen Fritz buiten gehoorsafstand was, draaide ze zich weer om. Haar plan om haar aanbod in te trekken vervloog toen de man een verpletterende glimlach liet zien die haar de adem benam. Zo had ze zich ook gevoeld toen ze voor het eerst een roze diamant had gezien en ze wreef over haar ribben en middenrif in de hoop dat er weer lucht in haar longen zou stromen zodat ze zich niet zo wiebelig zou voelen.
‘Koffie klinkt lekker.’
Hoe kon één glimlach haar zo onzeker en tegelijk zo opgewonden maken? Ze vond het vreselijk om zo van haar stuk te zijn. Daarom had ze ook liever kunstzinnige, relaxte mannen en niet van die norse gevaarlijke types.
‘Eerlijk gezegd was het nogal een lange avond -’
‘Durf je niet meer?’ mompelde hij voorovergebogen in de buurt van haar oor.
Dat maakte haar aan het twijfelen. Als zijn warme adem langs haar wang nog niet genoeg was geweest, zou zijn geur haar wel van haar stuk hebben gebracht. Hij rook heerlijk fris en sexy en onweerstaanbaar. Om de reactie van haar lichaam op hem te verbergen, vouwde ze haar armen over elkaar, en ze rolde met haar ogen. ‘Goed dan. Eén kop koffie en daarna moet je gaan.’