Brainwash(18)
‘Hi,’ zegt hij. ‘Het zonnetje schijnt. Ik vroeg me af of je ergens met mij koffie wilt drinken. Een spontane actie, maar ik bedenk ineens dat jij college hebt.’
‘Wat toevallig,’ reageert Naomi enthousiast. ‘Ik heb een uur vrij, er valt een college uit. Zie ik je bij de Coffee Company?’
‘Super,’ zegt Jelle. ‘Ik spring op mijn fiets.’
Daar knapt hij meteen van op. Naomi’s energie doet hem goed. Hij heeft Naomi toch maar, dat kan Harold niet zeggen. Die mag dan wel voor dokter studeren, maar bij Naomi maakt hij geen enkele kans.
Hij rent de trap af en werpt een blik in de keuken. Brandschoon, alles is opgeruimd. Wat een wijf is Harold toch, daar krijgt hij ook de stress van. Hij zal blij zijn als hij kan vertrekken. Daar mag hij trouwens weleens iets aan doen. Een goed plan voor de middag. Hij haalt zijn fiets van het slot en rijdt weg.
Jelle is er eerder dan Naomi. Hij gaat alvast op het terras zitten en bestelt een café latte. Op dat moment komt Naomi de hoek om. Ze straalt een en al blijheid uit en zwaait naar hem. Hij wilde dat hij zo was, zo levensblij. Dat zal wel door het boerenleventje komen. Ze zet haar fiets op slot en kust hem.
‘Voor mij ook een café latte,’ zegt ze tegen het meisje dat Jelles bestelling neerzet.
Naomi kust hem weer en ploft naast hem neer. ‘Goed idee van jou.’
‘Het is zulk mooi weer,’ zegt Jelle. ‘Dan krijg ik altijd zo’n gevoel van vrijheid. Ik spaar voor een motor. Als het een beetje meezit kan ik er een in oktober kopen.’
‘Een motor?’ Naomi verschiet van kleur.
‘In het zuiden van Frankrijk is het dan nog heerlijk warm,’ zegt Jelle dromerig. ‘Ik zie me al gaan, met jou achterop.’ Dan ziet hij Naomi’s gezicht. ‘Hé, wat heb je?’ Hij pakt haar hand. ‘Loop ik te hard van stapel?’
‘Nee, eh… Ga je echt een motor kopen?’ stamelt Naomi.
‘Meisie, je ziet spierwit. Waarom schrik je zo? Heb je een hekel aan motors?’
Naomi slaat haar ogen neer. ‘Ik, eh… Nee, ik…’
‘Je hoeft niet achterop,’ valt Jelle haar in de rede. ‘Het leek me alleen leuk. Heb je weleens achter op een motor gezeten?’ Ach nee, denkt Jelle ineens. Haar vriend is verongelukt. Het zal toch niet… ‘Had Eric een motor?’ vraagt hij.
Naomi knikt. ‘Ik zat heel vaak achterop. We zijn zelfs op de motor naar Spanje gereden. Eric reed echt goed, helemaal niet te hard of zo. Hij belde me op, het was een prachtige dag, zoiets als nu. Heel zonnig. “Ik kom je halen,” zei hij. “We gaan naar de zee.” Maar die dag wilde ik niet. Ik was moe en wilde thuisblijven, lekker in de stoel met een stapel boeken naast me. Eric bleef maar aandringen. Ik heb nog getwijfeld. “Nee,” zei ik. “Ga maar alleen.” Diezelfde middag werd ik opgebeld.’ In Naomi’s ogen blinken tranen.
Jelle slaat een arm om haar heen.
‘Een vrachtwagen moest uitwijken voor een spookrijder en duwde hem van de weg,’ gaat Naomi verder. ‘Hij schijnt drie keer over de kop te zijn gegaan. En toen knalde hij tegen de vangrail. Gelukkig heeft hij niet lang hoeven lijden. Voor de ambulance er was, was hij al overleden. Diezelfde middag was het allemaal over, voorgoed voorbij.’ Ze veegt haar tranen weg.
‘Jezus, Naomi, ik snap wel dat jij niet op een vriend met een motor zit te wachten. Wat afschuwelijk!’
‘Je bent lief.’ Naomi legt haar hoofd op zijn schouder.
‘Daar ben ik wel even stil van.’ Jelle streelt haar haar. ‘Ik weet eigenlijk niets van Eric, behalve dit ongeluk dan en dat jullie al drie jaar verkering hadden. Wat was het voor iemand? Wat deed hij bijvoorbeeld?’
‘Hij wilde architect worden. Hij had talent, hij studeerde aan de TU in Delft. Ze hadden hoge verwachtingen van hem. Ik denk ook dat hij een heel goede architect was geworden.’
‘Knap,’ zegt Jelle, onder de indruk. ‘Niet mis zo’n studie.’
‘Jij gaat Chinees studeren en dat is ook heel knap.’ Ze geeft hem een kus. Daarna kijkt ze op haar mobiel. Ze schrikt en springt op. ‘Ik moet weg!’
Jelle loopt mee naar haar fiets en drukt haar tegen zich aan. Daarna stapt ze op en ze rijdt weg.
Hij kijkt haar na. Als ze op de hoek is, zwaait hij en dan loopt hij terug. Zuchtend zakt hij in zijn stoel neer. Wat een afschuwelijk verhaal. Je zou nooit denken dat ze zoiets ergs heeft meegemaakt. Ze is zo positief, zo vrolijk. Hij schaamt zich ervoor dat ze zo open is geweest. En hij maar liegen. Nou zie je wat ervan komt. Ze denkt dat hij Chinees gaat studeren. Wat moet ze wel niet denken als ze erachter komt dat hij niet eens zijn middelbareschooldiploma heeft? Hij had het haar moeten zeggen. Zeker nu zij zo open en eerlijk tegen hem was. Jelle schuift onrustig in zijn stoel heen en weer. Hij heeft zich behoorlijk in de nesten gewerkt. Naomi is ambitieus. En haar vriend was dat ook. Ze zou nooit met hem omgaan als ze wist wat voor een loser hij was. Hij had het moeten zeggen. Hij is de eerste met wie ze na Eric naar bed is geweest, dat zegt wel iets. Ze valt op hem, maar niet op wie hij echt is. Ze kent hem niet, maar hij wil haar niet kwijt. Toch kan hij niet met die leugens blijven doorgaan. Wat als ze er na een tijd zelf achter komt dat hij de boel heeft bedrogen? Ze laat het er dan heus niet bij zitten. Misschien komt ze wel het café in en zet ze hem voor schut waar iedereen bij is. Dan vinden ze hem allemaal een loser, dat kan hij nooit verdragen. Hij krijgt het er benauwd van. Hij trilt over zijn hele lichaam en staat op. Zijn hart slaat op hol en het zweet breekt hem uit. Hij loopt naar zijn fiets. Angst knijpt zijn keel dicht en hij hapt naar lucht. De wereld begint voor zijn ogen te tollen. Auto’s, voorbijgangers – er is geen enkele orde meer. In paniek zoekt hij in zijn mobiel naar Chocolates nummer. Hij krijgt een sms’je, maar hoort het niet eens. Hij staat besluiteloos met zijn mobiel in zijn hand. Hij heeft Chocolate al die tijd niet meer gesproken en nu staat hij op het punt hem te bellen. Je hebt het gezworen, lul, gonst het in zijn hoofd. Je hebt het gezworen. Denk aan Ollie. Wil je weer als een malloot in het tehuis van je broer aan komen zetten? Hij kijkt naar zijn mobiel. Hij kan wel janken van ellende.