Brainwash(16)
‘Ik ga niet uit, hoor,’ zegt Elise. ‘Ik ben doodmoe.’
‘Maar hier wil je wel heen. We gaan onze tuin toch mooi maken? In de Ooievaar is vanavond een lezing over natuurlijk tuinieren.’
‘En daar wil jij heen?’ vraagt Elise verbaasd.
‘Heel graag,’ zegt Naomi. ‘Ik wil samen met jou de tuin doen. Lees maar even.’ Ze laat de aankondiging op haar laptop zien.
Elise gelooft er helemaal niets van dat Naomi dit interessant vindt. Ze doet het voor mij, denkt ze. Wel lief van haar. ‘Interessant!’ zegt ze. ‘Zo komen we heel wat te weten.’
‘Juist,’ zegt Naomi.
‘Ik help je even met koken,’ zegt Elise. ‘Anders redden we het niet. Het begint om halfacht.’ Misschien is het ook wel goed om even iets anders aan haar hoofd te hebben.
‘Ik had nooit gedacht dat jij met zoiets zou aankomen,’ zegt Elise, die een paprika begint te snijden.
‘Het gaat wél om onze tuin.’ Naomi doet olie in de braadpan. ‘Ik wil ook een wilde tuin.’
Elise weet niet of ze het meent, maar lief is het wel.
Naomi en Elise lopen het clubhuis in. Op de fiets ernaartoe voelde Elise ineens dat ze eigenlijk heel moe is, maar nu ze er zijn, heeft ze er toch zin in.
‘Ik ben nog nooit in dit clubhuis geweest,’ zegt ze, ‘terwijl het zo dichtbij is. Misschien hebben ze hier wel vaker leuke lezingen.’
In de gang van het clubhuis staat een tafel. Er zit een jongen achter.
‘Wij komen voor de lezing,’ zegt Elise. ‘Wat kost dat?’
‘Je mag een vrijwillige bijdrage leveren.’ De jongen wijst op een blik met een gleuf erin. Elise stopt er vijf euro in.
‘Het is niet druk vanavond,’ zegt de jongen. ‘Jullie zijn de derde en vierde bezoeker.’
Elise schrikt. ‘Gaat het dan wel door?’
‘Jazeker,’ zegt de jongen. ‘Jullie zijn er toch? Maar we wachten nog een minuut of tien, je weet maar nooit.’
‘Best een leuke jongen,’ fluistert Naomi als ze doorlopen.
Ze gaan het zaaltje in. Er zitten twee mensen en voor de rest staat het vol lege stoelen. Op een podium staat een tafeltje met een laptop, en er is een scherm. Elise kijkt om zich heen. ‘Zonde dat er zo weinig belangstelling voor is,’ zegt ze.
Ze gaan zitten.
‘Ben je blij met Jelle?’ vraagt Elise.
‘Hartstikke,’ zegt Naomi. ‘Raar eigenlijk. Als ik niet bij jou was gaan wonen, was ik hem misschien nooit tegengekomen. Wat hangt alles toch altijd van toeval aan elkaar.’
‘Weet hij van Eric?’
‘Ja, maar alleen dat hij is verongelukt, verder niets. Ik vind het ook niet nodig, ik ken hem net.’
‘Het zal ook wel moeilijk zijn,’ zegt Elise. ‘Ik bedoel…’
‘Ik weet wat je bedoelt,’ valt Naomi haar zus in de rede. ‘Gisteren had ik het even heel moeilijk. We liepen samen hand in hand over het strand en ineens kreeg ik het gevoel dat ik moest huilen. Net op dat moment ging een kleuter met vlieger en al bijna de lucht in. Jelle kon hem nog net grijpen. Van de schrik was het verdriet meteen over.’
‘Voor Jelle zal het ook niet makkelijk zijn als hij weet hoeveel je van Eric hield. Je hoeft het er niet in te wrijven, maar je kunt het ook niet verloochenen.’
‘Nee, dat besef ik ook wel. Ik weet niet hoe Jelle zal reageren. Hij zal ermee moeten dealen, maar hij komt best onzeker over.’
‘Wat bedoel je?’
‘Nou, eh… alleen al de manier waarop hij naar me kijkt als ik over mijn studie vertel. Ik schep heus niet op, zo ben ik niet. Hij wist al dat ik communicatie deed, maar toen ik vertelde wat ik wilde bereiken, dat ik bij de tv wil gaan werken als presentatrice, werd hij helemaal rood. Weet je wat hij vroeg?’
‘Nou?’
‘Of ik hem dan nog wel interessant vind! Hij zei zelfs dat ik wel iets beters kan krijgen dan hij. Zoiets zeg je toch niet over jezelf?’
‘Misschien weet hij zelf niet wat hij wil,’ zegt Elise peinzend.
‘Hij heeft heel lang gezocht,’ zegt Naomi. ‘Maar nu weet hij wat hij wil. Hij gaat in september Chinees studeren. Dat durft hij dan toch maar.’
‘En wat wil hij ermee?’
‘Geen idee,’ zegt Naomi. ‘Maar dat komt heus wel. Ik vind het wel interessant.’
Er komt een man binnen. Hij stelt zich voor als Rafaël. Elise schat hem een jaar of dertig. Echt het type van een natuurfreak, met een baardje en een ribbroek. Ze vindt hem wel leuk, beter dan al die gladde types. Ze kijkt naar haar zus; die zal hem wel drie keer niks vinden. Zelf zou ze zich opgelaten voelen als er maar vier mensen zaten, maar hij blijft heel rustig. Alles gaat superrelaxed en je kunt zien dat hij er zin in heeft. Dat vindt ze wel knap. Naomi zit naast haar te sms’en. Het boeit haar vast niet. Ze kan in de pauze zeggen dat ze wel naar huis mag gaan als ze er niets aan vindt. Maar zelf geniet ze van elk woord. Rafaël vertelt heel enthousiast.