Brainwash(20)
‘Hi,’ zegt ze als ze binnenkomt. De drie kijken niet op of om. Elise gaat voor Annemieks bureau staan. ‘Annemiek,’ zegt ze zo zakelijk mogelijk, ‘ik heb de nota’s van Blauw nodig en volgens mij heb jij die.’
Zonder op te kijken haalt Annemiek een dossier uit haar la en schuift het met zoveel kracht en agressie naar Elise toe dat het over het bureau heen op de grond valt.
Elise wil het oprapen, maar dan springt Conny op. ‘Doe normaal, Annemiek. Zo doe je toch niet tegen je collega? Het is maar werk, hoor.’ Ze raapt het dossier voor Elise op.
‘O, Conny is haar slaafje geworden,’ zegt Maaike snerend. ‘Tegen slaafjes praten wij helaas niet.’
‘Hé!’ roept Susan geërgerd. ‘Denk even aan de sfeer, ja. Lekker zo, hoor.’
‘Tot straks,’ zegt Elise tegen Conny en Susan, en ze neemt het dossier mee en vertrekt. Kutwijven, denkt ze. Ze gaat haar kamer in. Aardig van Conny dat ze voor haar opkwam, maar de drie meiden zullen het haar niet in dank afnemen. Ze kent dat stel. Nu is Conny het pispaaltje, en ze weet uit eigen ervaring dat dat niet meevalt. Zelf is ze ook weleens jankend het kantoor uit gelopen. Ze kunnen zo vals zijn.
Elise is alweer aan het werk als Arnold binnenkomt. ‘Ik heb het dossier van Blauw nodig,’ zegt hij.
Ze wijst naar de hoek van haar bureau. Ze is met een heel lastig klusje bezig, dus ze kijkt niet op. Hoe doet ze dit? Ze kan Birgit bellen, maar ze wil er zelf uit komen. Zo zit ze in elkaar, ze geeft niet snel op. Vroeger ook, met die gekleurde kubussen. Naomi smeet ze al heel snel in een hoek, maar zij ging door. Ze kon het niet uitstaan. Ze ging net zo lang door tot het haar was gelukt.
Net op het moment dat ze snapt hoe het zit, voelt ze iets achter zich. Ze kijkt om. Arnold! Hij staat er nog steeds. Ze schrikt zich dood.
‘Maak ik je aan het schrikken?’ zegt hij verontschuldigend en hij legt een hand op haar schouder. ‘Ik keek alleen even mee op je pc naar het dossiernummer. Niets aan de hand, meid.’ Hij vertrekt.
Elise zit verstijfd achter haar bureau. Ze trilt over haar hele lichaam en haar adem versnelt. Het komt ineens allemaal terug.
Ze stond voorovergebogen in de stal. Ze moest wel voorovergebogen staan, want hoe kreeg ze anders de zuignappen op de spenen van de koeien? Ze was alleen met oom Evert. Eerst was Steven er ook, maar oom Evert stuurde hem weg. ‘Niet weggaan!’ wilde ze nog zeggen, maar dat kon niet. Hij mocht niet weten waar ze bang voor was. Ze wist dat hij vlak achter haar stond, ze hoorde zijn adem. Ze had zo vaak de zuignappen op de spenen gezet als ze haar vader hielp. Ze was er juist heel handig in. Haar vader maakte haar dikwijls een compliment, omdat ze zo goed kon melken. Maar die ochtend lukte het haar niet.
Elise rilt weer, na al die jaren. Ze wil er niet meer aan denken, het is al zo lang geleden gebeurd, maar het beeld in die stal dringt zich aan haar op. Oom Evert raakte haar niet aan, zoals die keer in de gang dat hij langsliep en een klap op haar billen gaf. Dit leek veel enger. Ze waren helemaal alleen in de stal en ze durfde niet om te kijken. Zijn adem ging snel, alsof hij hijgde. Ze was bang. Wat deed hij achter haar? Ineens was het stil, en toen liep hij weg. Later begreep ze pas wat er achter haar was gebeurd.
Elise hapt naar lucht. Het zweet breekt haar uit. Paniekerig grist ze een plastic zakje uit haar tas en ademt erin. De telefoon gaat. Ook dat nog. Het is Arnold. Ze neemt op, met het plastic zakje nog in haar andere hand.
‘Elise, wil je even komen?’
Het is oom Evert niet, denkt ze. Maar het helpt niet. Ze kan nu niet zijn kantoor in.
‘Elise!’ klinkt het weer, nu iets dwingender.
‘Ik, eh… Ik kom eraan.’ Ze loopt naar Arnolds kamer.
‘Doe de deur maar dicht.’ Arnold gebaart vanachter zijn bureau. ‘Dat werkt wat rustiger.’
Nee! denkt ze.
‘Is er iets?’ vraagt hij als ze blijft staan.
‘Nee… eh … niks.’ Ze trekt de deur achter zich dicht, en probeert het trillen van haar handen te verbergen.
Jelle
Zodra Jelle thuiskomt gaat hij achter zijn laptop zitten. Hij moet nu toch echt achter een nieuwe woonruimte aan. Hij heeft het al te lang uitgesteld. Zo meteen wordt hij echt door Harold eruit gezet. Bouw- en Woningtoezicht heeft inderdaad de eigenaar van het pand aangeschreven. Ze hebben een lange lijst gekregen met dingen die verbeterd moeten worden. Dat zijn ze verplicht. Er moet een branddeur komen, en een brandmelder. De afvoer van de cv-ketel, die nu uitkomt in de binnentuin moet boven het dak uit komen. Als de inspectie komt controleren of het in orde is en ze zien dat de zolder is bewoond, dan staat hij geheid op straat. Voor de tweede keer is hij dan dakloos.
Zo erg als de vorige keer kan het niet zijn, want dat was één grote nachtmerrie. Als Chocolate toen niet voor zijn deur had gestaan, was het waarschijnlijk nooit gebeurd, maar doordat hij én zijn baan én zijn huis kwijt was, heeft hij toch Chocolate gebeld en is hij weer gaan gebruiken. En hoe! Hij had zijn laatste geld opgemaakt aan coke, maar hij kon er niet buiten. Chocolate gaf hem het spul gratis. ‘Je betaalt later maar,’ zei hij. ‘Ik hou het te goed.’