Reading Online Novel

Brainwash(19)



Nee! denkt hij en hij stapt op zijn fiets en racet weg. Niet nadenken, trappen, tot hij bijna dood neervalt; dat helpt. Iedereen voorbijracen. Hij gaat bijna net zo hard als een jongen op een brommer. Hij fietst en fietst tot hij de duinen ziet. Hij smijt zijn fiets tegen een hekje en rent de strandtrap af, het strand op. Bij de vloedlijn trekt hij zijn kleren uit en hij duikt het water in. Hij zwemt tegen de stroom in. Ik moet het haar vertellen, denkt hij. Ik moet alles vertellen, de hele klerezooi moet ze weten…





Elise





Op weg naar kantoor moet Elise aan Naomi denken. Ze vindt het erg leuk dat haar zus met haar naar die lezing is geweest. Ze zei achteraf dat ze best had genoten. Ze had nooit gedacht dat haar zus lol in de tuin zou hebben. Vroeger, toen ze nog op de boerderij woonden, had zij een eigen tuintje, maar Naomi interesseerde zich er helemaal niet voor. Die had heel andere hobby’s: muziek, kleren, jongens en keten met haar vriendinnen. Ze was overal bang voor: voor een muis in de stal, voor het donker ’s nachts. Je hoorde buiten altijd wel iets ritselen. Elise weet niet hoe vaak Naomi vroeger ’s nachts naast haar bed stond. ‘Ik ben zo bang, mag ik bij jou liggen?’ vroeg ze dan met trillende stem. Bij hun moeder hoefde ze niet aan te komen, die vond dat aanstellerij.

Naomi is echt een stadskind, toen al. Ze was vroeger vaak kwaad op het leven op de boerderij, vooral op de mentaliteit van hard werken. Als ze een vriendje mee naar huis nam, kon hij de hele zaterdag Steven helpen. Dat werd gewoon verwacht. Elise herinnert zich nog goed dat Naomi een keer verliefd was. Toen de jongen zich voorstelde aan haar moeder, kreeg hij meteen een overall in zijn handen gedrukt. ‘Goed dat je op zaterdag komt, jongen, we kunnen hier wel wat hulp gebruiken.’ Hij moest Steven helpen met het uitbaggeren van de sloten. Elise vergeet het gezicht van die jongen nooit meer. ‘Tot volgende week, jongen,’ zei hun moeder toen hij aan het eind van de dag doodmoe naar huis ging. Maar de dag erna had hij het uitgemaakt. Naomi had daarna nooit meer een jongen mee naar huis genomen, tot ze verkering met Eric kreeg. Eric vond het prima om op het land te werken, daarom mocht hun moeder hem ook zo graag.

Elise schrikt op uit haar gedachten als een man bij het station tegen haar op botst en gewoon doorloopt. Dat overkomt je nou alleen in de stad. Daar moest ze wel aan wennen toen ze hier kwam wonen. Over een tijdje heeft ze een auto, dan hoeft ze niet meer met de bus. Gelukkig is er voor hun kantoor altijd parkeerplek, dan kan ze makkelijk haar auto kwijt. Arnold heeft haar al laten weten dat hij nog een parkeerkaart overheeft, die legt ze dan voorin. Maar ze wil nog even wachten met de aanschaf van een auto. Het is een heleboel geld en de tuin moet eerst.

Elise wacht tot het voetgangerslicht op groen springt en dan steekt ze over. Ze let goed op, want het gebeurt heel vaak dat een auto gewoon doorrijdt. Nu racet er een brommer door rood. Een man springt opzij. Ze vindt het altijd een hectisch begin van de dag.

Vanochtend had ze een mailtje van Rafaël. Hij komt volgende week over de tuin praten. Hij heeft al een soort plannetje gemaakt. Ze vindt het fijn dat hij haar erbij helpt. Het plan mag niet te duur zijn, dat wist hij al, maar voor de zekerheid heeft ze het toch nog maar een keer gezegd. Naomi en zij gaan het samen betalen, en haar zus heeft toch al niet zoveel geld.

Elise gaat het kantoor in en loopt meteen door naar haar kamer. Sinds ze promotie heeft gemaakt, negeren Layla, Maaike en Annemiek haar. Gelukkig zijn Susan en Conny er nog, en John; anders hield ze het echt niet uit. Vandaag is Arnold er weer. Hij was een paar dagen op zakenreis. Het kwam haar wel goed uit; ze kon zichzelf even rustig inwerken. Ze is niet ontevreden over hoe het gaat. Het lukt haar prima. Nu heeft ze zo’n beetje alles op orde. Niet gek, in een paar dagen tijd. Ze heeft wel een paar keer wat langer doorgewerkt. Ze kan er nou eenmaal niet tegen als er dingen zijn die ze niet snapt. ‘Jij wilt altijd alles onder controle hebben,’ zegt Naomi vaak.

John steekt zijn hoofd om de deur van haar kamer. ‘Morning.’

‘Goedemorgen.’ Elise start haar pc op. Dat is ook zo, ze heeft wat gegevens van de drukkerij nodig en die liggen bij Annemiek. Ze heeft het elke keer uitgesteld, maar vandaag moet ze ze echt hebben. Arnold zal er straks ook wel naar vragen.

‘Gaat-ie?’ vraagt Arnold, die in het voorbijgaan even zijn hoofd naar binnen steekt.

‘Prima,’ zegt Elise. Ze gaat gauw aan de slag.

Na een uurtje staat ze op en loopt ze naar haar oude kamer. Ze ziet ertegen op Annemiek iets te vragen, maar het zal toch moeten. Ze moet er maar aan wennen, want ook al zit ze niet meer op hun afdeling, ze zullen zo nu en dan toch moeten samenwerken. Annemiek blijft toch, heeft ze van Conny gehoord. Volgens haar heeft ze nog een gesprek met Arnold gehad en toen is de ruzie gesust. Ze weet niet hoe hij Annemiek heeft kunnen houden, misschien heeft ze opslag gekregen. Het is wel duidelijk dat Arnold haar niet kwijt wil. Annemiek is ook heel secuur in haar werk. En ze zal ook wel hebben bedacht dat ze in deze tijd niet zomaar een andere baan heeft.