Brainwash(14)
Hij dacht zeker dat ze nog steeds speelden zoals vroeger. Ze zaten er heerlijk te kletsen met een zak chips tussen hen in. Ze hadden het over van alles – over leraren, jongens en wat ze later wilden worden.
Hij deed de deur van de trekker open en keek naar haar met die speciale blik van hem. Ze was bang dat Sonja het had gezien, maar toen hij wegreed begon ze er niet over.
Elise dacht dat niemand haar geheim wist, maar een tijdje later kwam er een nieuwe jongen in de klas. Zowat alle meisjes werden verliefd op hem. Ze keken naar hem terwijl hij voetbalde in het park. Een van de meisjes stelde voor erom te dobbelen wie van hen verkering aan hem mocht vragen. Ze wilde de steen aan Elise geven toen Sonja riep: ‘Zij hoeft niet, ze is al verliefd op haar oom. Ik zag heus wel hoe je naar hem keek.’
Elise sprong op. ‘Hou op! Doe normaal.’
‘Haha, je houdt het zeker liever geheim?’ zei Sonja lachend. ‘Maar waarom werd je anders rood?’
Elise schrikt op als de deur van haar kamer opengaat. Haar baas staat in de deuropening.
‘Ik ben een paar uurtjes weg, Elise. Als het theater belt, geef je mijn mobiele nummer maar.’
‘Ja, eh… prima.’ Ze kijkt naar Vonk. Ze moet zich niet zo aanstellen. Hij heeft niks met oom Evert te maken. Hij mag toch wel opeens Arnold genoemd willen worden? Misschien heeft hij het Birgit ook gevraagd, maar wilde ze het niet.
Ze heeft een mailtje van Conny. Ik mis je wel hoor, xxx.
Jelle
Jelle staat op en haalt een cola uit de koelkast in de keuken.
‘Ben je al achter die kamers aan gegaan?’ vraagt Harold, die muesli in een kom doet.
Stom, hij is het helemaal vergeten. ‘Dat ga ik binnenkort doen,’ antwoordt Jelle.
‘Jezus, man, wat ben jij toch traag. Ik wil je niet opjagen, maar als de inspectie langskomt moet je weg zijn.’
‘Komt er dan inspectie?’
‘Ik zei áls.’ Harold pakt de krant.
Zeik niet, man, denkt Jelle. Wel poen voor die zolder vragen, maar hem niet brandveilig maken. Maar Jelle is niet van plan om zijn humeur te laten verpesten door die corpsbal. Hij heeft een superweekeind gehad. Het hele weekeind is hij samen met Naomi geweest. Zaterdag hebben ze heel lang in bed gelegen, en niet om te slapen. Ze waren bij Naomi. Elise schijnt elk weekeind weg te zijn, dus ze hadden het hele huis voor zich alleen. Toen ze opstonden hebben ze de muziek keihard aangezet. Dat kan hij nooit doen, want dan begint meneer Harold meteen te brullen. Daarna zijn ze naar de Albert Cuyp gegaan, ze hebben verse vis gekocht en gebarbecued. ’s Avonds zijn ze uit geweest, ze hebben tot in de vroege uurtjes gedanst. Even werd het nog lastig, want Naomi wilde dat ze xtc namen om lekker de hele nacht te kunnen swingen. Maar Jelle liet zich niet in de verleiding brengen. Hij stond van zichzelf te kijken, zo sterk als hij was. Hij zei dat er iets in zat waar hij allergisch voor was. Naomi nam toen ook niet, hoewel het voor haar geen kwaad kon. Een heel enkele keer gebruikt ze iets, zei ze. Maar als hij er weer aan begint, wordt het meteen een drama.
Het ergste wat hij heeft gedaan toen hij gebruikte was dat hij zwaar onder de drugs zijn broertje heeft bezocht. Hij zat er heel erg mee dat Ollie niet meer thuis woonde. Als Ollie nou gelukkig was geweest in dat tehuis, maar dat was niet zo. Ze haalden hem soms in het weekeind op en dan ging het prima met hem, maar de ellende begon als hij werd teruggebracht. Zijn geschreeuw was hartverscheurend. Meestal zat Jelle dan zondagavond jankend op zijn kamer, en zijn moeder was ook kapot van verdriet. Ze liep bij een psychiater en kreeg medicijnen.
In die tijd begonnen de nachtmerries. ’s Nachts werd hij badend in het zweet wakker en kreeg hij geen lucht meer. Hij had steeds dezelfde nachtmerrie, waarin hij werd achtervolgd door een heel leger. ‘Staan blijven!’ riepen de soldaten. ‘We zullen je leren. Jij hebt het leven van je broertje afgepikt.’ Hij kon het schuldgevoel niet meer aan en nam zich voor later voor Ollie te zorgen.
Toen hij op kamers woonde en drugs gebruikte, dacht hij dat het al zover was en ging hij het tehuis binnen. Zelf herinnert hij zich er niets meer van wat hij heeft gedaan, maar het schijnt dat hij Ollies spullen heeft ingepakt. Hij zou hebben gezegd dat Ollie bij hem mocht wonen, want daar had Ollie het almaar over. De verpleger kwam binnen toen ze op het punt stonden te vertrekken. ‘Hij gaat met mij mee!’ riep Jelle en hij drukte Ollie tegen zich aan. De verpleger riep om assistentie en probeerde de inmiddels krijsende Ollie van Jelle los te trekken. ‘Klootzakken, blijf van mijn broertje af!’ schreeuwde Jelle. Hij werd door twee verplegers de straat op gezet. Zijn moeder moest komen om Ollie te kalmeren. Sindsdien mocht Jelle het tehuis niet meer in.
Toen heeft hij zichzelf gezworen geen drugs meer te gebruiken. Hij jankte zijn ogen uit zijn kop toen hij hoorde dat hij zijn broertje niet meer mocht bezoeken. Het had geen zin om zijn excuus aan te bieden aan het tehuis. ‘Die junk komt er niet meer in,’ hadden ze tegen zijn moeder gezegd. En bij zijn moeder mocht hij ook niet meer komen; anders had hij Ollie daar kunnen zien.