Reading Online Novel

Blauwe maan(95)



Uiteraard weet ik dat ze dit kan uitbouwen tot een compleet pleidooi om me over te halen. Dus steek ik mijn hand uit naar de schaal en pak een brownie. Ik kies het kleinste vierkantje; dat kan ik zo in mijn mond stoppen en dan kan ik ervandoor. Maar dan zie ik de letter E in het midden van het stukje cake. En dan weet ik het zeker.

Dit is mijn teken.

Dit is waar ik al die tijd al op heb gewacht.

Net toen ik de hoop wilde opgeven, heeft Riley haar best gedaan. Ze heeft de kleinste brownie op de schaal voorzien van mijn voorletter, net zoals ze dat vroeger altijd deed.

Ik zoek de grootste brownie en zie daar de letter R in staan. Als ik nog twijfelde, dan weet ik nu zeker dat zij het is. De geheime boodschap, het teken dat ze me beloofde te geven vlak voor ze voorgoed verdween.

Maar goed, ik wil niet zomaar een doorgedraaide krankzinnige zijn die een verborgen betekenis ziet in een bord met brownies. Dus kijk ik voor de zekerheid op. ‘Heb jij…’ Ik wijs naar mijn brownie met mijn voorletter op de bovenkant. ‘Heb jij die letter erin gemaakt?’

Ze tuurt eerst naar mij, dan naar de brownie en schudt vervolgens haar hoofd. ‘Luister, Ever, als je echt niet wilt proeven, dan hoeft het niet. Ik wilde alleen…’

Voor ze de zin kan afmaken, heb ik het vierkantje al gepakt en in mijn mond gestopt. Met mijn ogen dicht geniet ik van de compacte zoetigheid en ik voel me meteen weer thuis. Die geweldige plek die ik nog één keer heb mogen bezoeken, hoe kort ook. Eindelijk besef ik dat thuis niet een enkele plek is, maar dat je het met je mee kunt nemen.

Sabine kijkt me aan met een gespannen uitdrukking op haar gezicht. Ze wacht op mijn oordeel. ‘Ik heb ze al eens eerder geprobeerd te maken, maar om een of andere reden zijn ze niet zo lekker geworden als die van je moeder.’ Ze haalt haar schouders op, kijkt me verlegen aan en wacht af wat ik ga zeggen. ‘Ze grapte altijd dat ze een geheim ingrediënt had, maar ik begin me nu af te vragen of ze het niet meende.’

Ik slik en veeg de kruimels van mijn lippen. Dan glimlach ik breeduit. ‘Er was ook een geheim ingrediënt.’ Ik zie haar ogen dof worden, bang dat haar baksel niet lekker is. ‘Dat geheime bestanddeel was liefde,’ leg ik haar uit. ‘En zo te merken heb je daar genoeg van gebruikt, want ze zijn echt heerlijk.’

‘Echt waar?’ Ze kijkt weer blij en haar ogen stralen.

‘Echt waar.’ Ik geef haar een stevige knuffel, maar niet te lang. ‘Vandaag is het toch vrijdag, hè?’

Ze kijkt me aan met gefronste wenkbrauwen. ‘Ja, het is vrijdag. Waarom? Is alles oké?’

Ik knik alleen maar en haast me de deur uit. Ik heb nog minder tijd dan ik dacht.





Negenenveertig


Ik haast me naar Ava’s huis, waar ik mijn auto slordig op de oprit parkeer. Mijn achterwielen staan op beton, mijn voorwielen in het gras. Ik ren zo snel naar de voordeur dat ik het trapje bijna over het hoofd zie. Maar voor ik bij de deur ben, blijf ik staan. Er is iets. Het voelt raar, anders, vreemd op een manier die ik nu niet kan uitleggen. Het lijkt wel te stil. Het huis ziet er volgens mij precies zo uit als de laatste keer – de bloembakken links en rechts van de deur, de mat netjes in het midden – maar alles is zo rustig dat het onheilspellend voelt. Ik til mijn hand op om te kloppen, maar bij de zachtste aanraking van de deur zwaait hij al open.

Ik loop door de woonkamer naar de keuken terwijl ik Ava roep en merk dat alles er net zo bij ligt als de vorige keer dat ik hier was. Het theekopje op het aanrecht, koekjes op een bord, alles waar het hoort. Dan werp ik een blik in de kast en zie dat het tegengif en het elixir zijn verdwenen. Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Betekent het dat het plan werkte en ze niet nodig waren? Of juist het tegenovergestelde? Want dan is er iets heel erg misgegaan.

Ik haast me naar de indigokleurige deur aan het einde van de gang. Ik moet weten of Damen daar nog is, maar in de deuropening staat Roman, die me tegenhoudt. Zijn gezicht vertrekt in een brede grimas. ‘Wat fijn dat je weer terug bent, Ever. Al had ik Ava dat al voorspeld. Je weet wat ze zeggen: gedane zaken nemen geen keer.’

Zijn opzettelijk warrige haren vormen een mooie omlijsting van de ouroborostatoeage in zijn nek. Ik heb de hele school wakker geschud uit een trance, ik heb vooruitgang geboekt. Maar ondanks alles wat ik tot nu toe bereikt heb, heeft hij nog steeds de touwtjes in handen.

‘Waar is Damen?’ Ik laat mijn blik over zijn gezicht glijden terwijl mijn maag ineenkrimpt. ‘En wat heb je met Ava gedaan?’

‘Ho, ho.’ Hij glimlacht. ‘Maak je nou maar niet druk. Damen is precies daar waar je hem hebt achtergelaten. Al moet ik zeggen dat ik nog steeds niet kan geloven wat je gedaan hebt. Ik heb je onderschat. Dat had ik echt niet van je verwacht. Al ben ik heel benieuwd wat Damen ervan zou vinden als hij het wist. Ik durf te wedden dat hij je ook onderschat heeft.’