Zwart Goud 03(8)
‘Als ik dit zo hoor, krijg ik de indruk dat u allemaal respect voor Mr. Everett hebt,’ brak Jane in het gesprek in. ‘Kunt u me vertellen waarom u hem dan toch van sabotage verdenkt?’
‘Dat komt door een paar verdachte financiële transacties,’ legde Emilio uit. ‘Een week voor de explosie in de raffinaderij werd er een bedrag van twee ton op de rekening van Jordan overgemaakt. Een paar dagen later verdween daar weer dertigduizend dollar van. We hebben niet kunnen achterhalen van wie dat geld afkomstig was, noch aan wie het is overgemaakt.’
Dus nu vermoedt u dat iemand Mr. Everett heeft betaald om de boel te saboteren, en dat Mr. Everett vervolgens iemand anders heeft betaald om een ongeluk te forceren.’
‘Dat is een van de theorieën.’
‘Maar ik heb begrepen dat Mr. Everett niet bepaald krap bij kas zit. En als geld niet zijn drijfveer is, wat kan die dan wel zijn volgens u?’
Adam haalde zijn schouders op. ‘Jordan is erg ambitieus. De explosie vond plaats voordat bekend werd dat mijn baan vrijkomt. Misschien had hij het gevoel dat hij hier binnen het bedrijf niet verder kon groeien. Misschien bood iemand van buitenaf hem een kans op ander werk, maar verlangde die persoon daar eerst iets voor terug.’
‘En u denkt dat Mr. Everetts ambitie zo ver reikt dat hij daar de levens van werknemers voor op het spel zou kunnen zetten?’
‘Nee, zo ver willen we geen van allen gaan,’ zei Emilio direct, ‘maar het zou kunnen dat wat een onschuldige explosie had moeten zijn, per ongeluk slachtoffers heeft geëist.’
‘Laten we even aannemen dat u gelijk hebt,’ zei Jane. ‘Mr. Everett heeft een geweldig aanbod van buitenaf gekregen. Waarom werkt hij dan nog steeds hier? Waarom is hij dan niet direct vertrokken, nadat hij zijn deel van de overeenkomst was nagekomen?’
‘Omdat het natuurlijk verdacht zou zijn als hij ogenblikkelijk na het ongeval vertrok,’ zei Adam. ‘Misschien was hij van plan binnen een paar maanden weg te gaan. Maar toen hij hoorde dat mijn baan zou vrijkomen wat een nog aantrekkelijkere positie voor hem is - besloot hij te blijven.’
Dat klonk allemaal aannemelijk, vooral als Jordan, Everett inderdaad zo ambitieus was als iedereen hier beweerde.
‘Het is aan u om uit te zoeken wat er precies speelt.’ Adam keek van Jane naar Nathan. ‘Maar als we willen dat Miss Monroe hiermee doorgaat, moeten we er wel allemaal achter staan.’
Jane hield haar adem in. Zou Nathan roet in het eten gooien en een eind aan haar opdracht maken, nog voor die goed en wel was begonnen? Wat zou haar baas zeggen als ze voor het einde van de dag alweer met hangende pootjes terugkwam? Ze moest iets doen. Nu.
Ze legde haar hand op de arm van de man naast haar. ‘Mr. Everett, ik kom zelf uit een gezin met vier kinderen,’ zei ze, hopend dat hij de wanhoop in haar stem niet hoorde. ‘Ik snap daarom precies hoe moeilijk dit voor u moet zijn. Ik verzeker u dat ik ethisch te werk zal gaan en mijn uiterste best zal doen uw broer in geen geval te kwetsen. U hebt mijn erewoord.’
Nathan Everett keek het kleine kringetje rond. Toen zuchtte hij. ‘Goed dan, we doen het.’
Iedereen, inclusief Jane, leek een zucht van verlichting te slaken.
Adam stond op ten teken dat het overleg ten einde was. ‘Als u hulp van ons nodig hebt, Miss Monroe, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Het is in ons aller belang deze kwestie zo snel mogelijk de wereld uit te helpen.’
Opgelucht nam ze afscheid, waarna ze het kantoor verliet.
‘En?’ vroeg Bren zodra ze Jane zag.
Jane stak haar duim op en wilde net een kort verslag van de gebeurtenissen geven, toen Nathan achter haat-opdook en zei: ‘Ik wil u in mijn kantoor spreken - nu meteen.’
Ogenblikkelijk verdween al Janes zelfvertrouwen weer. Het gesprek had blijkbaar nog een staartje.
Met knikkende knieën volgde ze Nathan de gang door.
‘Lynn, ik wil even door niemand worden gestoord, ook niet telefonisch,’ zei hij tegen zijn secretaresse, waarna hij Jane in zijn kantoor liet.
Jane vond het een stomme zet. Nu kon iedereen zien dat hij iets met de nieuwe secretaresse van zijn broer te bespreken had. Als iets haar kon verraden, was het zoiets wel. Een dergelijk verhaal hoefde Jordan maar ter ore te komen, en zijn achterdocht zou ogenblikkelijk zijn gewekt.
‘Gaat u zitten,’ zei Nathan, wijzend op een lege stoel voor zijn bureau. ‘Nu we hebben besloten hiermee door te gaan, wil ik het zo snel mogelijk achter de rug hebben. Daarom zal ik u wat over mijn broer vertellen, zodat u doelbewust te werk kunt gaan.’
Hij wilde haar helpen? Ze had verwacht dat hij het haar alsnog moeilijk zou maken. Heimelijk slaakte ze een zucht van verlichting.
‘Ik neem aan dat u en uw baas op de hoogte zijn van mijn broers reputatie als rokkenjager, en dat u daarom bent uitgekozen om deze opdracht te vervullen. Klopt dat?’