Zwart Goud 03(46)
Adam keek ernstig. ‘Kan hij degene niet zijn die met de machines heeft geknoeid?’
‘Dat heb ik me natuurlijk ook afgevraagd,’ zei Jordan, ‘maar ik heb die gedachte meteen weer verworpen. Ten eerste omdat Peter een goed hart heeft, en ten tweede omdat hij al het geld wat hij nodig had al van mij kreeg. Hij was niet langer wanhopig op zoek naar een manier om zijn schulden af te betalen. Nee, het moet iemand anders zijn geweest. Maar ik voel me medeverantwoordelijk, omdat Peter die sabotage niet tijdig heeft opgemerkt.’
‘Dat snap ik, maar het was zijn verantwoordelijkheid. Jij hebt de situatie niet handig aangepakt, maar je dacht iemand te helpen. We moeten nu wel iets aan die Peter Burke doen.’
‘Dat weet ik. Ieder ander had hem maanden beleden al ontslagen. Misschien had ik dat ook moeten doen.’
‘Misschien. Aan de andere kant moet je fouten maken om daarvan te kunnen leren. Dat geldt zowel voor hem als voor jou.’
Jordan hoorde niet graag dat hij een fout had gemaakt, zeker niet omdat hij Peter met de beste bedoelingen had willen helpen. Hij moest echter onder ogen zien dat het was misgelopen. Zijn blik gleed naar Jane, die het gesprek in stilte had gevolgd. ‘Er is nog iets wat ik moet vertellen,’ zei hij. ‘Ik wist vanaf het begin af aan wat Jane hier in het bedrijf kwam doen.’
Adam vloekte. ‘Verdorie, Jordan, waarom heb je dat niet meteen gezegd, in plaats van ieders tijd te verspillen?’
Jordan besloot om eerlijk te zijn. ‘Omdat het me mateloos irriteerde dat jullie me niet vertrouwden, en ik arrogant genoeg was om te denken dat ik daarom wel een beetje plezier ten koste van jullie allemaal kon maken.’
Jane trok wit weg bij het horen van die woorden. Hij had zich ten koste van haar vermaakt. O, wat zou hij hebben gelachen toen ze hem daarnet haar liefde verklaarde. ‘Ik ben hier klaar,’ zei ze zo gedecideerd moge- lijk, waarna ze resoluut de kamer uit marcheerde.
‘Jane!’ riep Jordan haar na, maar ze had de deur al achter zich dichtgegooid. ‘Zijn wij ook klaar?’ vroeg hij Adam.
‘Nee, nog lang niet. Maar wat wij verder nog te bespreken hebben, kan wel wachten. Het lijkt erop dat je een ander probleem eerst moet zien op te lossen.’
Tegen de tijd dat Jordan haar inhaalde, was ze de weinige persoonlijke bezittingen die in haar kantoor lagen bij elkaar aan het zoeken. Ze keek niet op toen bij binnenkwam.
‘We moeten praten,’ zei hij. ‘Je liet me daarnet niet uitspreken.’
Pas nu keek ze op. ‘Wat valt er nog te zeggen? Je hebt je pleziertje ten koste van mij gehad.’ -
‘Alleen helemaal in het begin.’
‘Ik had moeten weten dat iemand zoals jij onmogelijk zou kunnen vallen op iemand zoals ik,’ zei ze met verstikte stem. Woest knipperde ze haar tranen weg. Ze zou hem niet dok nog eens het plezier gunnen dat ze hier ging huilen.
‘Ik heb nooit over mijn gevoelens voor jou gelogen, Jane.’
‘Jammer, maar je kunt me niet kwalijk nemen dat ik dat niet geloof.’
‘Jij bent ook niet helemaal eerlijk tegen mij geweest,’ probeerde hij het over een andere boeg te gooien.
‘Dat klopt, maar dat vereiste mijn werk nu eenmaal. Ik voelde meer de hele tijd belabberd onder, vooral omdat ik wist dat het tussen ons voorbij zou zijn zodra je achter de waarheid kwam.’
‘En toen verraadde je me.’
‘Dat moest wel. Stel dat ik niets had gezegd, en er was een ander ongeluk gebeurd? Dan zou er opeens ook bloed aan mijn handen kleven.’
‘Je vertrouwde me niet.’ Het klonk diep gekwetst.
‘Met die opname naar Adam Blair gaan was het moeilijkst wat ik ooit heb moeten doen. Maar je hebt gelijk, ik vertrouwde je niet. Daarom moeten we er nu ook een punt achter zetten.’
‘Jane.’ Hij wilde haar arm pakken, maar ze deinsde achteruit.
‘Als dat gesprek met Adam Blair daarnet niet had plaatsgevonden, zou je me dan ooit verteld hebben dat je meteen al wist wie ik was?’
‘Waar het om gaat, is dat ik het je heb verteld.’ Ze keek zo teleurgesteld, dat zijn hart brak.
‘Nee, daar gaat het helemaal niet om. Dag Jordan.’ En hij, idioot die hij was, ging niet achter haar aan.
‘We hebben hem.’
Jordan keek op van zijn bureau en zag Adam in de deuropening van zijn kantoor staan. ‘Wie?’ vroeg hij verbaasd.
‘De saboteur, alleen is hij dat niet.’
Jordan begreep er niets van. ‘Ik geloof niet dat ik je kan volgen.’
Adam liep het kantoor in. ‘Nadat jij was vertrokken, kreeg ik een ingeving. Ik heb Edwin Associates gevraagd om Peter Burke te ondervragen.’
‘Adam, je had beloofd dat alles wat ik zei onder ons zou blijven.’
‘Daar heb ik me aan gehouden. Ik heb niemand iets verteld; ik heb alleen gezegd dat ze tegen Peter moesten zeggen dat we de saboteur hadden gevonden en dat jij dat was. Hij sloeg binnen tien seconden door om jou vrij te pleiten.’