Zwart Goud 03(13)
Het was leuk om de andere secretaresses te leren kennen. Iedereen hier ging heel prettig en vriendschappelijk met elkaar om, wat een geheel nieuwe ervaring voor haar was. In de advocatenpraktijk van haar ouders had een enorme competitie tussen haar, Mary en haar broers geheerst. In plaats van informatie uit te wisselen, leek het wel of de vier kinderen elkaar het licht in de ogen niet gunden en het elkaar zo moeilijk mogelijk probeerden te maken. Daarna, bij Edwin Associates Investigation Services, had ze bijna alleen maar mannelijke collega’s gehad die haar geen blik waardig keurden. Het was een verademing om hier te werken.
Vijf minuten nadat ze weer aan het werk was gegaan, kwam Jordan, die volgens plan buitenshuis had gelucht, ook binnen.
De hele middag werkte ze hard door. Ze verloor alle tijdsbesef, totdat Jordan haar op een gegeven moment kwam waarschuwen dat het al halfacht was.
Verbaasd keek ze op. ‘Zo laat al?’
Jordan, die tegen de deurpost leunde, knikte. ‘Ik verwacht natuurlijk niet dat je elke dag zo lang blijft.’
Hij had de mouwen van zijn overhemd weer opgerold en zijn bovenste knoopje losgemaakt. Ze bedacht dat hij er zelfs in een verschoten T-shirt en gescheurde spijkerbroek nog goed uit zou zien. Snel wendde ze haar blik af en zette haar computer uit. Daarna zocht ze met haar voeten naar haar schoenen, trok die aan en stond op.
‘Hoe vond je je eerste werkdag?’ vroeg hij, terwijl ze haar jas en tas pakte.
‘Leuk, afgezien dan van het slechte begin waarbij ik koffie over mijn baas gooide.’
Hij stapte naar voren om haar in haar jas te helpen. Wat galant van hem. Zou hij dat altijd voor zijn secretaresse doen? ‘Dank je wel. Dan ga ik nu maar.’
‘Ik loop nog even met je mee.’
Verbaasd keek ze hem aan. ‘Dat hoeft niet. Ik vind de weg wel.’
‘Ik doe het graag, want ik zit hier nog wel een paar uur te werken. Even pauzeren, en mijn benen strekken.’
In de lift was ze zich heel erg van zijn nabijheid bewust. Ze was niet gewend aan het gezelschap van knappe mannen, laat staan aan de aanwezigheid van iemand die zo sexy was en flirterig was als hij.
Moest hij per se zo dicht bij haar staan? Ze kreeg het er warm van. Als ze nu maar niets geks ging doen, zoals nog dichter bij hem gaan staan. Verdorie, ze zou het liefst willen dat hij haar in zijn armen nam en kuste. Wat was er met haar aan de hand?
‘Gaat het?’ vroeg Jordan met een geamuseerd lachje rond zijn lippen.
‘Ja hoor.’
‘Je keek nogal verhit.’
‘Dat komt door mijn schoenen. Ze knellen weer.’
‘Dan moet je morgen maar geen naaldhakken meer dragen.’ Hij grinnikte. ‘Trouwens, lange vrouwen intimideren me.’
Ze wist dat dat onzin was. Hij was het type man dat zich door niets en niemand liet intimideren.
Woon je in de buurt?’ vroeg hij.
‘Redelijk. Het is een kwartiertje rij den.’
‘Voorzichtig dan maar. De wegen zijn nog nat en kunnen glad zijn.’
De liftdeuren gleden open. De ruime hal strekte zich leeg voor hen uit, op de receptioniste na.
‘Dank je wel voor het meegaan,’ zei ze.
‘Graag gedaan. Maar nu ik hier toch ben, loop ik ook nog wel even mee naar je auto.’
Hoofdstuk 5
Verbaasd staarde ze hem aan. ‘Maar het is ijskoud buiten, en je hebt niet eens een jas aan.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik wil even een frisse neus halen.’
Ze vond het maar vreemd. Over haar veiligheid kon hij zich onmogelijk zorgen maken, want er stonden camera’s op de parkeerplaats. Bij Edwin Associates had niemand zelfs maar een deur voor haar opengehouden, laat staan dat er iemand met haar was meegelopen naar haar auto. Zou hij soms vermoeden dat ze niet was wie ze voorwendde te zijn, en wilde hij haar daarop aanspreken als ze alleen waren? Ze rilde, zowel van de zenuwen als van de kou. ‘Mijn auto staat achteraan.’
‘Ga maar voor.’ Hij liep achter haar aan.
Hoe verder ze van het kantoor verwijderd raakten, hoe nerveuzer Jane werd.
Hij merkte het, want het volgende moment vroeg hij: ‘Is er een reden waarom je zo gespannen bent?’
‘Moet die er zijn?’
‘Dat vroeg ik jou.’
‘Breng jij je secretaresse altijd naar haar auto?’
‘Nee, maar ik ben tevreden over je werk,’ zei hij lachend. ‘En nu ben ik bang dat je hier in het donker een been breekt op die hakken van je. Dan moet ik morgen weer een ander inwerken.’
Ze wist niet hoe serieus ze die opmerking moest ne men. Zwijgend ging ze hem voor naar haar auto en stak het sleuteltje in het slot.
‘Dat is niet bepaald de auto die ik me bij je had voorgesteld,’ zei hij op verbaasde toon.
‘Het was een cadeau voor mijn afstuderen.’
‘Je hebt een universitaire studie afgerond?’