Reading Online Novel

Winterberg(19)



Onderzoekend bekeek ze de rest van de ruimte. Het bleek een verzamelplek van vergane glorie. Onder grote witte lakens waren de contouren van meubels te zien. Her en der stonden wat kledingrekken die vol hingen met kostuums en Moulin Rouge-achtige pakjes. Verderop stonden zichtbaar gehavende decorstukken en paspoppen. Van de meeste ontbrak wel een ledemaat en de levenloze uitdrukking in hun geschilderde ogen gaf hun een lugubere uitstraling. Stoelen stonden op een aantal plekken slordig opgestapeld. Isa gaf hun eerst de kans om de boel in zich op te nemen voordat ze het woord nam. ‘Wat jullie hier zien is een overblijfsel van de spullen die tijdens het bestaan van het hotel zijn verzameld door de mensen die het runden. Grotendeels vergane glorie en sommige stukken zijn al meer dan honderd jaar oud. De decorstukken en kostuums die jullie zien, stammen uit de tijd dat de vader van tante Eva, onze opa, het hotel beheerde. In die tijd had het een wat, eh, twijfelachtige reputatie.’

Sophie liet haar ogen over de stoeipakjes met verentooien gaan en kon zich wel iets bij die twijfelachtigheid voorstellen.

‘Ik zou het eerder een vooruitstrevende reputatie willen noemen,’ corrigeerde oom Dieter zijn nicht. ‘Jullie opa wist hoe je goede feestjes moest bouwen.’ Hij grinnikte ondeugend. Sophie kon haar stijve tante Eva niet plaatsen bij de wulpse kledingstukken die tijdens haar jeugd verzameld moesten zijn. Het kon niet anders dan dat ze doodongelukkig was geweest. Evenals haar moeder, die niet voor niets zelfmoord had gepleegd. Sophie had heel sterk het gevoel dat het maar beter was dat de spullen in deze ruimte niet konden praten.

Ze schuifelde door het vertrek en haar oog viel op een volgende houten deur.

‘Wat zit daarachter?’ vroeg ze nieuwsgierig. Voordat Isa kon reageren nam oom Dieter het woord: ‘O, daar zitten wat onbegaanbare gangen waarachter verder niets te zien is. Omdat hier vroeger erts werd gewonnen, zijn hier mijnschachten uitgehakt die ver doorlopen in de berg waar het hotel tegenaan is gebouwd. Het is niet veilig om deze gangen te betreden wegens instortingsgevaar. Ik moet die deur nog steeds een keer dicht laten metselen zodat die gangen voorgoed worden afgesloten, maar daar ben ik nog niet aan toegekomen. Ook niet aan het opruimen van de bende die hier staat. Nu tante Eva er niet meer is, lijkt het me een mooi moment om de bezem eens goed door deze spullen te halen.’ Met de woorden ‘Kom Mara, breng me naar mijn kamer, ik ben moe,’ beëindigde oom Dieter de rondleiding abrupt.

‘Kom Daan, dan frissen wij ons ook nog even op voordat we naar de notaris gaan.’

‘Opfrissen, natuurlijk.’ Lieke trok haar mond in een scheef lachje dat insinueerde dat ze veel meer van plan waren.

‘Nou zeg, Liek, we zijn geen konijnen hoor,’ drukte Sophie de vermoedens van haar nicht meteen de kop in.

Isa stak haar handen in de lucht. ‘Ik hoef het allemaal niet te weten.’

‘Zeg, Isa, hoe zit dat nou met dat garagemannetje van jou? Dit vrije uurtje tot de notaris komt, lijkt me een uitgelezen moment om me daar op mijn kamer wat meer over te vertellen.’ Lieke stak haar arm door die van Isa en voerde haar mee voordat ze kon protesteren.

‘Zullen wij dan ook maar, Daan?’ Sophie liep vooruit en Daan volgde. Toen ze hun hotelkamer binnengingen fronste Sophie haar wenkbrauwen. Op haar hoofdkussen lag haar negligé. ‘Hé, ik zou zweren dat ik die onder mijn kussen had gelegd en niet erbovenop.’

‘En dan noem je mij verstrooid,’ zei Daan lachend.

‘Dit is niet te vergelijken met het vergeten van een iPad, Daan,’ kaatste ze meteen terug.

‘Oké, puntje voor jou. Maar wat die negligé betreft, hè, kan die ook aan?’ Sophie lachte ondeugend en verdween in de badkamer. Ze hees zich in haar groene satijnen slipdress en maakte haar gezicht nat om zich op te frissen. Blind graaide ze naar een handdoek, maar voelde niets. Ze veegde het water uit haar ogen en keerde zich om naar het handdoekenrek. Die stapel handdoeken lag vanochtend toen ze uit de douche stapte toch uiterst links op het rek? Ze lagen nu in elk geval helemaal rechts.

‘Daan, heb jij vanochtend de handdoeken verplaatst?’

‘Nee, waarom zou ik dat doen?’

‘Laat maar.’

‘Ben je al zover?’ Zijn stem klonk verwachtingsvol.

‘Bijna.’ Ze zou zich wel vergist hebben. Verleidelijk liep ze de kamer in om verder te gaan waar ze gisteren gebleven waren.





14

De notaris zag eruit of hij jaren geleden al met pensioen had moeten gaan. Zijn haar was spierwit, zijn voorhoofd en handen zaten vol levervlekken en hij had overdadig witte wenkbrauwen waar Sinterklaas jaloers op zou zijn. De blik in zijn ogen was echter pienter en helder en het maatpak dat hij droeg paste perfect en gaf hem iets erudiets. Zijn handdruk was stevig en zijn huid zacht, concludeerde Sophie toen ze zich aan hem voorstelde. Hij nam plaats aan het hoofd van de tafel en Mara schonk hem een kop koffie in. Hij bedankte haar met een hoofdknik en wachtte tot ze het vertrek had verlaten voordat hij het woord nam. Sophie was zenuwachtig en ook bij de anderen in het vertrek was de spanning duidelijk van het gezicht af te lezen. Hoewel ze haar verwachting dat ze een groot aandeel in de erfenis zou krijgen behoorlijk had bijgesteld, bloeide de hoop op een substantieel geldbedrag toch weer een beetje op. Daan zat naast haar en verschoof naar het puntje van zijn stoel.