Winterberg(18)
‘Ik ben wel benieuwd naar de dingen die zich voorheen in onze kamer hebben afgespeeld.’ Sophie hoopte dat oom Dieter iets meer zou vertellen over het muffe hol waar ze in verbleven. Misschien zou ze zich er na het horen van enkele mooie verhalen wat prettiger voelen en de charme ervan inzien.
‘Beter om deze vraag niet te stellen,’ mompelde Isa die blijkbaar op de hoogte was van het verleden.
‘In kamer 17 heeft de moeder van Eva zelfmoord gepleegd en het is eveneens de kamer waar Eva zelf in is gestorven,’ flapte Mara eruit. Na het uitspreken van het laatste woord sloeg ze haar hand geschrokken voor haar mond. Sophie keek haar vol afgrijzen aan. ‘Wat zeg je?’
Ook Liekes ogen werden groot. ‘Oma heeft zelfmoord gepleegd? Ik dacht altijd dat ze aan een ziekte was overleden. Dat zei mijn vader tenminste altijd. Zijn er in mijn kamer ook doden gevallen?’
Alle ogen waren op oom Dieter gericht.
‘Jij slaapt in de voormalige kamer van Eva’s vader,’ stelde hij haar gerust. ‘Daar zijn geen rare dingen gebeurd.’
‘Maar wel in die van ons. Mijn vader heeft het hier ook nooit over gehad. Waarom hebt u mij en Daan juist die kamer gegeven?’
‘Omdat het de lievelingskamer van je tante was, waar ze veel tijd doorbracht.’
‘Ik vind het nogal luguber.’
‘Ik wil dat jullie in elk geval de sfeer van het hotel proeven en de plus- en minpunten ervaren. Alleen dan kunnen jullie weloverwogen beslissen of jullie de voorwaarden in het testament accepteren of niet. Jij en Daan kunnen elkaars hand vasthouden als je spoken ziet.’ Hij grinnikte.
‘Weet u eigenlijk wat er in het testament staat?’ vroeg Lieke.
‘Nee, ik weet net zoveel als jullie. Niets dus. Ik heb wel zo mijn vermoedens, maar Eva was altijd erg gesloten over dat soort dingen. Ik laat me straks dus ook verrassen.’ Zijn gezichtsuitdrukking gaf aan dat het voor hem allemaal zo klaar als een klontje was, maar Sophie zag nog steeds de logica van het verhaal niet in. Oom Dieter had hun ook gewoon kunnen vertellen wat er in die kamer was gebeurd, zonder hen erin te laten verblijven. Het idee dat ze nog een nacht in die dodenkamer moest slapen, bezorgde haar koude rillingen, lievelingskamer van tante Eva of niet. ‘Ik ga met de trap naar beneden, ik heb even lucht nodig.’
‘Wacht Sophie, ik loop met je mee,’ viel Daan haar bij. Zijn gezicht leek wel wat bleker dan anders.
‘Je past goed bij je kamer, je ziet eruit als een spook.’ Nu Lieke wist dat haar kamer ‘safe’ was kreeg ze weer praatjes. Ze gaf Daan een vette knipoog. Samen met Sophie verdween hij richting trap.
‘We hoeven die andere kamers niet te zien,’ riep hij over zijn schouder. ‘Sophie en ik hebben er geen behoefte aan om te zien wat we missen. We wachten wel bij de receptie.’ Sophie kneep bevestigend in zijn hand.
13
Het vrolijke gekakel van Lieke doorbrak de stilte in de receptieruimte. Alsof er niets was voorgevallen wenkte oom Dieter Sophie en Daan. ‘We gaan nu een kijkje nemen in de wijnkelder waar jullie nog een beetje historie kunnen proeven. Het is niet toegankelijk voor gasten, maar voor jullie maak ik graag een uitzondering.’
‘Nou, ik geloof dat ik voor vandaag wel genoeg verrassingen heb gehad, wat jij Daan?’ merkte Sophie op. Hij knikte haar beamend toe.
‘Toch jammer dat jullie niet mee zijn gaan kijken naar de kamers. Echt totaal anders dan die van ons. Ik begrijp nu wel beter wat oom Dieter voor ogen had toen hij zei dat hij ons kennis wilde laten maken met alle facetten van het hotel,’ tetterde Lieke. ‘Mijn plaatje is weer een beetje verder ingekleurd.’
‘Fijn dat je het begrijpt, meisje,’ reageerde oom Dieter goedkeurend terwijl Mara de knop van de lift induwde. ‘Eén trap naar beneden,’ deelde ze Sophie behulpzaam mee.
‘Tot zo,’ antwoordde deze terwijl ze Daan met zich meetrok.
Sophie en Daan waren wederom veel sneller dan de lift. De gang waar ze doorheen liepen was summier verlicht met aan de wanden lampen in de vorm van toortsen. De muren waren van steen. Aan het einde van de gang was een boogvormige ingang. Erboven hing een houten bordje waar wijnkelder op stond.
Ze liepen door de boogvormige ingang en kwamen in een grote ruimte die helemaal vol stond met van boven tot onder gevulde wijnrekken. De slechte verlichting kon de flinke laag stof op de meeste flessen niet verhullen. Sophie begon meteen te niezen.
‘Nou, Mara, je bent hier zeker al een tijdje niet geweest met je poetsdoek,’ concludeerde Lieke.
‘Wijn rijpt nog beter onder een dikke laag stof, Lieke. Kies maar een flesje uit voor straks en dan zal ik het je laten ervaren.’ Het was niet duidelijk of oom Dieter nou de draak met haar stak of serieus was, maar wat hij beweerde was natuurlijk grote onzin. Lieke liet haar hand langs het eerste wijnrek gaan en trok er een fles uit. Oom Dieter pakte hem van haar aan en bestudeerde het etiket. ‘Goede keuze. Daar zul je geen spijt van krijgen.’ Hij probeerde de ergste stof van de fles te blazen maar veel verder dan een hoestbui kwam hij niet. Mara klopte hem hoofdschuddend op zijn rug en verhoogde zijn zuurstoftoevoer tot hij weer wat was bijgekomen. ‘Wil jij wat achtergronden vertellen, Isa, dan kan ik even op adem komen.’ Oom Dieter wuifde in de richting van een zwaar uitziende houten deur aan het einde van het vertrek. Isa liep er kordaat naartoe en hield de deur voor hen open. De ruimte die ze betraden was volledig in duisternis gehuld. Isa zette een schakelaar om en een zacht licht vulde het vertrek. Vrijwel meteen begon het te flikkeren. Isa gaf zuchtend een klap tegen de schakelaar. ‘Dieter, is er nou nog steeds niet naar die haperende verlichting gekeken? Dat zou jij toch regelen? Straks valt het licht helemaal uit.’ Het licht ging weer aan en Sophie sprong verschrikt opzij toen ze vanuit haar ooghoek een schim zag. Ze wilde gillen maar herstelde zich net op tijd toen ze concludeerde dat ze zichzelf zag in een grote, ouderwetse spiegel die tegen de wand stond opgesteld. Geesten bestonden niet, dood was dood. Daar was ze altijd van overtuigd geweest, maar toch hadden die rare verhalen van oom Dieter haar danig uit haar evenwicht gebracht. Deze omgeving deed iets met haar waar ze geen controle over had en dat beviel haar allerminst.