Wat de doden weten(81)
‘O, het was absoluut een ongeluk,’ zei de inspecteur van de lokale brandweer, Way Tolliver, die Infante trof voor een kop koffie, aansluitend op zijn ontbijt, precies zoals Infante het had gepland. Hij vond het niet prettig om met werk bezig te zijn terwijl hij at, en hij was blij dat hij zich voluit had gericht op dit specifieke maal: een prima selectie eieren, worstjes en gort. ‘Zij zat in de voorkamer televisie te kijken, hij zat in de badkamer te roken en te drinken. Hij viel in slaap en gooide een asbak om over het kleedje naast zijn bed en het huis…’ – hij maakte een wijds gebaar, alsof hij een onzichtbare wad confetti de lucht in gooide – ‘ging in vlammen op.’
‘Wat deed zij?’
‘Het rookalarm deed het niet…’ Tolliver trok een pijnlijk gezicht. Hij had een rond hoofd, roze wangen en een vriendelijke uitstraling, en was waarschijnlijk niet zo oud als zijn sproeterige kale hoofd hem eruit deed zien. ‘Mensen denken vaak dat we overdreven bezorgd doen als we zeggen dat ze hun batterijen iedere zes maanden moeten vervangen, maar het is beter dan niets doen. Hoe dan ook, het was Kerstavond, een koude nacht voor deze omgeving en ze had een straalkacheltje aanstaan in de ruimte waar ze zat. De tv stond in een oude florida-kamer zonder centrale verwarming. Tegen de tijd dat hij de rook opmerkte, was het al te laat. Ze vertelde ons dat ze naar de deur ging, maar er eerst aan voelde, precies zoals het moet. Hij voelde heet aan. Ze zei dat ze op de deur bonkte, zijn naam gilde en toen het alarmnummer belde. De ramen zaten dichtgespijkerd, een overtreding van de huisbaas, dat staat vast, maar de man maakte toch al geen schijn van kans, zo dronken als hij was. Ik vermoed dat hij al dood was door de rook die hij had ingeademd, of in ieder geval al bijna dood was voordat zij erachter kwam wat er aan de hand was.’
‘En dat was het dan…’
Tolliver hoorde de veroordeling in Infantes stem. ‘Geen hulpmiddelen om het vuur te versnellen. Er was maar één beginpunt, het kleed. We hebben haar goed geobserveerd. Heel goed geobserveerd. Wat mij overtuigde, was dat ze helemaal niets meenam uit die kamer, alles is verbrand, haar kleding, alle sierraden die ze bezat en het is niet alsof hij haar nog geld naliet. Integendeel. Hij ontving een lijfrente die werd stopgezet na zijn dood, dus wat hij ook voor inkomen had ingebracht, ze raakte op dat moment al haar inkomsten kwijt.’
‘Een lijfrente?’ Die advocaat uit York had gezegd dat Stan Dunham lijfrente had ingekocht nadat hij de boerderij had verkocht, dus dat klopt. Maar hij zei ook dat de man geen nog levende familie meer had.’
‘Het was een regeling die hem nog tien jaar lang een maandelijks bedrag opleverde. Van die basketballers die van die geweldige salarissen krijgen? Die worden ondersteund door lijfrentes. Grotere dan deze, natuurlijk. Het was niet veel, maar oordelend naar hun manier van leven was het precies genoeg om regelmatig los te gaan. Het waren feestbeesten, die twee. Je zou zeggen dat ze daar op hun leeftijd overheen hoorden te zijn gegroeid – hij was al in de vijftig. Maar sommige mensen houden er nooit mee op.’
Er school een vlaag van verdriet in die uitspraak, alsof Tolliver bepaalde persoonlijke ervaring op dit gebied had, een geliefde die nooit volwassen was geworden en hem verdriet had gedaan. Maar Infante was hier niet naartoe gekomen om over Tolliver te babbelen.
‘Wat ben je nog meer over die twee te weten gekomen?’
‘Er was een… vriendelijk beroep op onze mannen in het blauw. Klachten over geluidsoverlast. Vermoedelijk huiselijk geweld, maar die telefoontjes kwamen van de buren, niet van haar, en ze zeiden er altijd bij dat ze niet zeker wisten wie er het zwaarst onder te lijden had. Ze was een felle tante, een van die hillbilly-meisjes die uit de krochten van North-Carolina tevoorschijn was gekomen.’
Alles was relatief. Als deze man iemand een hillbilly noemde dan moest ze eigenlijk in de categoaie Daisy Dukes en Ellie Mae Clampetts vallen.
‘Hoe lang heeft ze op dat adres in Reynolds Street gewoond?’
‘Is niet duidelijk. Ze staat niet op de officiële documenten, zoals het huurcontract of de rekeningen. Alles stond op zijn naam. Hij heeft er een jaar of vijf gewoond. Hij was vrachtwagenchauffeur, maar werkte niet voor een vast bedrijf. Zoals de buren het voor-stellen had hij haar onderweg ontmoet en mee naar huis gebracht. Hij stelde niet zoveel voor, maar hij kreeg het wel altijd voor elkaar om een vrouw in zijn leven te hebben. Ze was de derde, als we de buren moeten geloven.’
‘Hebben jullie een bloedonderzoek gedaan?’
Nog een beledigde blik. ‘Ja. En dat bevestigde dat hij stomdronken was en slaappillen had geslikt, niks anders. Die kerel was net als de meeste vrachtwagenchauffeurs: hij had pillen nodig om wakker te blijven en zijn dagen door te komen, en daarna had hij andere pillen nodig om rustig te worden als hij thuiskwam. Hij was een dag eerder teruggekomen van een rit.’