Verslaafd aan jou(8)
De seksgod was de enige persoon in de lift.
2
Zijn das was zilverkleurig en zijn overhemd stralend wit. Doordat hij geen enkele kleur droeg, kwamen zijn wonderlijk blauwe ogen nog beter uit. Naar hem kijken, zoals hij daar stond met zijn jasje open en zijn handen losjes in zijn broekzakken, voelde net alsof ik frontaal tegen een muur botste die ik niet had gezien.
Ik stond plotseling stil, mijn blik gefixeerd op de man die zelfs nog aantrekkelijker was dan ik me herinnerde. Ik had nog nooit zulk intens zwart haar gezien. Het glansde en was vrij lang. De punten dwarrelden over zijn kraag. Die sexy haarlengte gaf de succesvolle zakenman een kwajongensachtige aantrekkingskracht, als een toef slagroom op hot fudge brownie-ijs. Mijn moeder zou zeggen: ‘Alleen schurken en bandieten hebben zulk haar.’
Ik moest in mijn handen knijpen om me ervan te weerhouden zijn haar aan te raken, om te zien of het ook echt aanvoelde als de kostbare zijde waar het op leek.
De deuren gingen bijna dicht. Hij stapte vriendelijk vooruit en drukte een knop op het paneel in om ze open te houden. ‘Er is ruimte genoeg voor ons allebei, Eva.’
Het geluid van die raspende, onverbiddelijke stem sleurde me uit mijn bedwelming. Hoe wist hij nou hoe ik heette?
Ik wist het weer: hij had mijn identiteitspasje opgeraapt toen ik dat had laten vallen in de hal. Heel even overwoog ik te zeggen dat ik op iemand wachtte, zodat ik de volgende lift naar beneden kon nemen, maar mijn hersenen begonnen opeens weer te functioneren.
Wat was er in godsnaam met me aan de hand? Goed, blijkbaar werkte hij in het Crossfire. En wat dan nog? Ik kon hem toch moeilijk elke keer dat ik hem zag ontwijken, en waarom zou ik ook eigenlijk? Als ik mezelf zover wilde krijgen dat ik naar hem kon kijken terwijl zijn aantrekkelijkheid me koud zou laten, moest ik hem gewoon zo vaak tegenkomen dat hij bij het meubilair zou gaan horen.
Ja hoor! Alsof dát ooit zou gebeuren.
Ik stapte de lift in. ‘Dank u wel.’
Hij liet de knop los en stapte weer achteruit. De deuren gingen dicht en de lift ging naar beneden.
Ik had er onmiddellijk alweer spijt van dat ik had besloten toch bij hem in de lift te stappen.
Ik was me zo bewust van hem dat ik over mijn hele huid de kriebels kreeg. Hij vulde de ruimte met zijn aanwezigheid. Hij straalde een tastbare energie en seksuele aantrekkingskracht uit die me onrustig heen en weer liet schuifelen. Mijn ademhaling werd al net zo onregelmatig als mijn hartslag. Ik voelde me opnieuw onverklaarbaar tot hem aangetrokken, alsof hij in stilte iets eiste waarop ik instinctief en willoos moest ingaan.
‘Goeie eerste dag gehad?’ vroeg hij. Daar schrok ik van.
Zijn galmende stem vloeide in een verleidelijk ritme over me heen. Hoe wist hij nou weer dat het mijn eerste dag was?
‘Ja, hoor,’ antwoordde ik vlak. ‘En u?’
Ik voelde zijn blik over mijn profiel glijden, maar bleef mijn aandacht op de geborsteld aluminium liftdeuren richten. Mijn hart klopte als een bezetene en mijn maag tolde. Ik voelde me verward en geheel van mijn stuk gebracht.
‘Nou, voor mij was het niet de eerste,’ antwoordde hij geamuseerd. ‘Maar hij was geslaagd. En hij wordt steeds beter.’
Ik knikte en perste er een glimlach uit, maar ik had geen flauw idee waar hij op doelde. De lift remde af bij de elfde verdieping, drie mensen stapten in en begonnen enthousiast met elkaar te praten. Ik deed een stap terug om plaats voor hen te maken en me in de hoek van de lift tegenover de Donkere Adonis terug te kunnen trekken. Alleen... hij stapte ook opzij, zodat hij naast me kwam staan. Opeens stonden we nog dichter bij elkaar dan daarvoor.
Hij schikte zijn perfect geknoopte das een beetje en zijn arm raakte daarbij de mijne. Ik zoog een diepe teug lucht naar binnen en probeerde mijn intense bewustzijn van hem te negeren door me te concentreren op het gesprek dat voor onze neus plaatsvond. Dat was niet te doen. Hij was gewoon zo aanwezig. Zoals hij daar stond. Totaal volmaakt en adembenemend, en hij rook goddelijk. Mijn gedachten gingen op de loop. Ik fantaseerde hoe hard zijn lichaam onder zijn pak zou zijn, hoe het zou aanvoelen als hij het tegen me aan drukte, of hij wel of niet fors geschapen was...
Toen de lift de hal bereikte, kreunde ik bijna van opluchting. Ik kon niet wachten tot de lift was leeggestroomd en zodra ik kon, deed ik een stap vooruit. Hij legde zijn hand stevig op mijn onderrug en liep met me mee, me de lift uit loodsend. Zijn aanraking op zo’n kwetsbare plek stuurde golfjes door me heen.