Verslaafd aan jou(6)
‘Ik kan me niet voorstellen dat je lol kunt hebben met deze vent,’ zei ik. ‘Daarvoor was hij veel te intens. Maar ik wil wedden dat hij fantastisch is in bed met al die intensiteit van hem.’
‘Zo mag ik het horen. Vergeet hem zoals hij echt is. Gebruik gewoon zijn gezicht voor je fantasieën en maak hem daarin perfect.’
Ik wou hem liever helemaal uit mijn hoofd hebben, dus veranderde ik van onderwerp. ‘Heb je nog afspraken morgen?’
‘Tuurlijk.’ Cary begon de details van zijn schema voor de volgende dag door te nemen. Het waren reclames voor spijkerbroeken, zonnebanken, ondergoed en aftershave.
Ik zette al het andere uit mijn hoofd en focuste op hem en zijn groeiende succes. De vraag naar Cary Taylor werd met de dag groter, en hij was bezig bij fotografen en vaste klanten een reputatie van professionaliteit en stiptheid op te bouwen. Ik was dolblij voor hem, en heel erg trots. Hij was van heel ver gekomen en had zoveel meegemaakt.
Pas na het eten merkte ik dat er twee grote, mooi ingepakte dozen naast de bank stonden.
‘Wat zijn dat?’
‘Dat,’ zei Cary, die bij me in de woonkamer kwam zitten, ‘is het summum.’
Ik wist meteen dat ze van Stanton en mijn moeder waren. Geld was voor mijn moeder een eerste levensbehoefte, en ik was blij dat Stanton, echtgenoot nummer drie, niet alleen in die behoefte, maar ook in haar vele andere behoeftes kon voorzien. Ik had vaak gewenst dat het daarbij zou blijven, maar mijn moeder vond het moeilijk te accepteren dat ik niet net zo naar geld keek als zij. ‘Wat is het deze keer?’
Cary sloeg zijn arm om mijn schouders, wat hij met het grootste gemak kon doen, omdat hij een kop groter was. ‘Wees nou niet zo ondankbaar. Hij houdt van je moeder. Hij houdt ervan om je moeder te verwennen, en je moeder houdt ervan om jou te verwennen. Hoe vervelend je het ook vindt, hij doet het niet voor jou, hij doet het voor je moeder.’
Zuchtend gaf ik hem gelijk. ‘Wat zit er dan in?’
‘Chique outfits voor het benefietdiner van die liefdadigheidsorganisatie aanstaande zaterdag. Een supersexy jurk voor jou en een smoking van Brioni voor mij, want cadeaus voor mij kopen is iets wat hij doet voor jou. Jij bent beter te pruimen als ik erbij ben om al je gezeur aan te horen.’
‘Zo is het maar net. Gelukkig weet hij dat.’
‘Tuurlijk weet hij dat. Stanton zou geen multimiljonair zijn als hij niet alles wist.’ Cary greep mijn hand en trok me mee. ‘Kom, moet je eens kijken.’
De volgende ochtend om tien voor negen liep ik door de draaideur van het Crossfire de hal binnen. Omdat ik een zo goed mogelijke indruk wilde maken op de eerste dag, had ik gekozen voor een eenvoudige kokerjurk in combinatie met zwarte pumps, die ik in de lift omhoog aandeed, in plaats van mijn gewone schoenen. Mijn blonde haar zat in een kunstige chignon in de vorm van een acht, met dank aan Cary. Ik was hopeloos met haar, maar hij kon er echt meesterwerkjes van maken. Ik droeg de parelknopjes die mijn vader me voor mijn afstuderen had gegeven, en de Rolex die ik van Stanton en mijn moeder had gekregen.
Ik zat net te denken dat ik te veel aandacht aan mijn uiterlijk had besteed, maar toen ik de hal in stapte dacht ik er weer aan hoe ik languit op de vloer had gelegen in mijn sportkleren, en was ik blij dat ik er nu niet meer uitzag als dat onelegante meisje. Het leek erop dat de twee beveiligingsmannen de link niet legden toen ik op weg naar de draaihekjes mijn identiteitspasje liet zien.
Negentien verdiepingen hoger kwam ik in de hal van Waters Field & Leaman. Voor me was een wand van kogelvrij glas, met daarin de dubbele deur naar de receptieruimte. De receptioniste achter de halvemaanvormige balie zag de pas die ik voor het glas hield. Ze drukte op de knop om de deuren open te doen en ik stopte mijn pas weg.
‘Hoi Megumi,’ begroette ik haar toen ik naar binnen stapte, en ik bewonderde haar cranberryrode blouse. Ze was een halfbloed, in elk geval voor een deel Aziatisch, en erg knap. Haar sluike haar was donker en vol, het was in een strakke boblijn geknipt die van achteren kort was en van voren uitliep in twee vlijmscherpe punten. Haar amandelvormige ogen waren bruin en warm, en haar lippen vol en van nature roze.
‘Eva, hoi. Mark is er nog niet, maar je weet waar je moet zijn, toch?’
‘Absoluut.’ Ik zwaaide, en liep de gang aan de linkerkant van de receptiebalie in, helemaal tot het einde, waar ik opnieuw naar links ging en uitkwam in een ruimte die ooit open, maar nu verdeeld in hokjes was. Een daarvan was van mij en ik liep er recht op af.