Troost en Geluk(97)
'Ik... was niet doodsbang voor je.'
Hij hief zijn hoofd op van zijn hand, maar zei zonder haar aan te kijken: 'Je bent vergeten dat ik je gezicht toen heb gezien. Je bent vergeten dat je moord en brand schreeuwde.'
'Dat kwam... grotendeels door die jarenlange opgekropte frustratie. Ik... ik heb altijd geweten dat hij me op een dag zou slaan en toen hij het deed, brak er iets in me. Maar ik schreeuwde ook... Ja, omdat ik dacht dat je hem had gedood en ik zag je leven al geruïneerd en... het mijne ook.' Bij het laatste woord stierf haar stem weg en nu draaide hij zich naar haar toe en met een lange stap stond hij voor haar.
'En het mijne ook,' herhaalde hij zachtjes. Hij legde zijn hand onder haar kin en tilde die voorzichtig op. Zijn ogen waren bijna net zo grijs als die van haar en hij zei: 'We zijn zo verschillend. We verschillen hemelsbreed van elkaar, maar anderzijds horen we zo bij elkaar. Ik weet het zeker en ik heb het altijd al geweten. Beneden beschouwen ze ons als appels en peren, en in zekere zin hebben ze gelijk, maar die andere kant van ons kan dat verschil opheffen. Ik wil jou... dat weet je. Maar ik meen ook wat ik zojuist zei. Je moet goed weten wat je doet als je met me trouwt, want ik zal nooit van je scheiden. Ik beloof je dat ik nooit mijn hand tegen je zou opheffen en wat je ook zou doen, ik zou je nooit laten gaan. Ik meen het. Dus... dus moet je heel zeker van je zaak zijn en dat vergt tijd. Je moet nooit in water springen dat achteraf te koud blijkt te zijn, want als j e het doet, is het voor het leven, Constance.'
Haar naam klonk vreemd van zijn lippen, vol en warm. Ze vocht tegen de tranen, haar keel werd dichtgeknepen. Ze droeg zichzelf op om niet te huilen.
'Je zegt niets,' zei hij. 'Jagen zelfs mijn woorden je angst aan?'
Ze sloot haar ogen en beet op haar lip, terwijl hij voortging: 'Neem de tijd, neem alle tijd die je nodig hebt. Ik ben het gewend om te wachten. Ga op vakantie en als je terugkomt, zal dat mijn antwoord zijn.'
'Vin!' Het ontviel haar zomaar en ze greep zijn handen vast. 'Ik... ik hoef niet eens weg te gaan. Ik ken het antwoord. Ik wist het al... even lang als jij het wist.'
Hij trok haar tegen zich aan, sloeg zijn armen stevig om haar heen en hield haar sprakeloos vast. Hij kuste haar niet, hij hield slechts haar bevende lichaam tegen zich aan. Toen duwde hij haar een stukje van zich af en ze keken elkaar aan. Constance keek in het grote, benige gezicht waarop een uitdrukking lag die ze nog nooit had gezien. De hardheid en de grimmigheid waren verdwenen. Hij draaide zich om, raapte het pakje op van de stoel en legde dat in haar handen: 'Maak open.'
In het bruine papier zat de exacte replica van het schaap met haar lam. 'O, Vin!' Ze streelde het dier van het kopje tot aan de spartelende poten van het jong. Ze gaf het hem terug en zei: 'Zet het neer waar het hoort.'
Toen hij het beeldje boven de schouw had gezet, draaide hij zich weer naar haar om. Nu kuste hij haar en zij hem. Ze kusten elkaar vurig en gretig. Daarna zei hij: 'Ik heb jou nodig, zoals jij mij nodig hebt. We hebben elkaar zo vreselijk nodig. Ik voelde jouw gemis nog voor ik het mijne voelde! En nu hebben we elkaar... O, Constance. Constance.' En weer omhelsden ze elkaar innig.
Daarna keken ze elkaar schaapachtig lachend aan en hij grinnikte: 'Kom je mee naar beneden? Ze zitten daar op hete kolen. Ze hadden de kinderen opgejut om me tijdens het eten te laten weten dat je zou weggaan. Ze zijn er allemaal stuk van. Florence, omdat ze je aardig vindt, omdat ze in jou iemand van haar eigen stand ziet en Hannah omdat ze van je houdt. Jawel, ze houdt van je.' Hij knikte heftig. 'Hannah houdt oprecht van je. En pa ook. O, pa om meerdere redenen. Hij vindt je erg aardig, hij denkt dat jij goed zult zijn voor mij en, niet te vergeten, ook voor de zaak.' Hij duwde zijn vuist plagend tegen haar wang en de stem van zijn vader imiterend zei hij: 'Een vrouw als jij is een prachtige vangst, een aanwinst voor de hele familie. Een vrouw die zomaar een duizendje op tafel kan leggen om een huis te kopen. Ze is steen-, steenrijk. Ja, pa houdt van je op verschillende manieren. Maar je mag nooit vergeten dat hij het goed bedoelt... En de kinderen houden net als ik van je om jezelf, Constance, ik ben tenslotte een van de bende. Ik hou van je. Ik hou van je, Constance. Kun je dat geloven?'
Ze knikte sprakeloos en toen ze haar vingers tegen zijn wang legde trok hij haar weer stijf tegen zich aan en fluisterde: 'Kom mee naar beneden om te horen dat ik het ze vertel... En ik wil wedden dat het dan vanavond weer feest is in de keuken van O'Connor!'