Toen ik je zag(7)
Op dat moment beseffen we de impact van wat we aan het doen zijn nog maar half. Natuurlijk merken we wel iets, door de fans en de groeiende kijkcijfers. En door de aandacht in bladen; de aanvragen stromen binnen. Er wordt voor ons een selectie gemaakt van wat belangrijk is, vervolgens mogen we zelf bepalen waar we op ingaan. De producent begeleidt ons in wat we wel en niet moeten zeggen, onervaren als we zijn. Maar al doende leren we. Angst en onzekerheid vertalen zich bij mij aanvankelijk in een arrogante en norse blik, waardoor ik bozig kan overkomen in interviews. Gaandeweg leer ik een interview te sturen en zelf te bepalen wat ik kwijt wil, in plaats van het ‘slachtoffer’ te worden van de interviewer.
Langzaam maar zeker maken ook gerenommeerde acteurs hun opwachting in de serie. Wij, de acteurs van het eerste uur, hebben intussen de grootste lol. We hebben onze draai gevonden, kunnen de gekte aan en vinden steun bij elkaar in die ongewone adoratie van het publiek. Met de cast gaan we af en toe eten in Amsterdam. Algauw worden dat enorme operaties: zodra we worden gespot, lopen de mensen uit om een glimp van ons op te vangen. Het duurt niet lang of het deel van het restaurant waar we zitten wordt afgezet als we komen. Ook als we na afloop nog uitgaan is het af en toe een gekkenhuis.
Vooral de gekte rondom Antonie, Reinout en Rick neemt inmiddels absurde vormen aan. Meisjes beginnen te gillen als de jongens ergens ‘in het wild’ lopen en bij de achteruitgang van de studio staan regelmatig hele drommen, soms uren wachtend in weer en wind, die smeken om een handtekening en met ze op de foto willen.
Antonie, Reinout en Rick zitten in een sterrenvoetbalteam en hun wedstrijden trekken enorm veel publiek, dat zich vaak opdringerig gedraagt. Aandacht vinden de jongens leuk, maar de hysterie van sommige fans is moeilijk te verdragen. Bij hun eerste wedstrijd is het zo extreem dat de ME eraan te pas moet komen; de jongens komen na de wedstrijd de kleedkamers gewoonweg niet meer in. Nadat er een kordon is gevormd worden ze in een ME-busje weggereden. Later worden hun auto’s opgehaald.
Bij de studio’s is het meestal nog wel te doen, al zijn ook daar soms fans die doorschieten: ze komen te dichtbij en willen te veel van ons. We helpen elkaar altijd, en zo wordt de basis voor lange vriendschappen gelegd. Steady vanaf het begin, zoals met Frédérique, of met tussenpozen, zoals met Reinout en Olga. En met mensen met wie ik nog vaak zal werken, zoals Rick.
Dat eerste jaar voelen we ons één grote familie. Aan het eind van de werkweek nemen we altijd nog een of meer drankjes in de bar. Regelmatig staan we met z’n allen te dansen en eindigen de avonden met te veel alcohol en te weinig eten. Supergezellig, maar niet handig als je nog naar huis moet rijden.
Ik woon in die tijd met mijn vriendje in Sint-Michielsgestel in Brabant, dus voor mij is het helemaal een onderneming. Gelukkig vind ik een pied-à-terre in Amsterdam, zodat ik niet zoveel tijd meer kwijt ben met heen en weer rijden. Het scheelt saaie uren achter het stuur en, nog leuker, ik kan ’s avonds afspreken – als ik niet te laat klaar ben in Aalsmeer en niet al te veel tekst hoef te leren.
Op den duur breekt het dubbelleven me op. Ik geniet van de weekenden in Brabant, met de vrienden die ik al bijna mijn hele leven ken. Maar mijn vriendje en ik groeien steeds meer uit elkaar. In de zeven jaar dat we samen zijn heb ik weleens vaker getwijfeld, maar steeds besloot ik dat we bij elkaar hoorden. Hij is lief en leuk, we hebben dezelfde smaak, het is vertrouwd, gezellig. Hij is mijn maatje. Maar mijn grote liefde, dat grote geluk, het sprookje... Zou dat echt bestaan? Dat je omvergeblazen wordt? Zou ik zulke risico’s durven nemen? Ik weet het niet, tel lange tijd mijn zegeningen. Maar altijd blijft dat stemmetje in mij fluisteren dat ik misschien toch meer wil, een groter geluk.
Antonie en ik kunnen het al snel goed met elkaar vinden. Wat het precies is, weet ik niet, maar dat we een klik hebben is duidelijk. Chemie. We kunnen enorm met elkaar lachen, zoeken elkaar op als we even vrij zijn. Het komt niet in me op dat we echt op elkaar zouden kunnen vallen, we hebben allebei een relatie. Behalve hun haarkleur hebben Antonie en mijn vriendje niets gemeen. Ik vind hem een beetje jong en klein en ook wat alternatief.
Grappig dat ik dat toen dacht. Ik vond het zo heerlijk om in iemand te verdwijnen, om te kunnen leunen. Later bleek dat heel goed te kunnen bij jou. Misschien bedacht ik dat soort dingen om je op afstand te kunnen houden? Was ik bang dat ik je te leuk zou vinden? Maar wat zou daar mis mee zijn? Waar was ik eigenlijk bang voor?