Toen ik je zag(4)
Aan het eind van het tweede jaar krijg ik een negatieve beoordeling. Die komt niet uit de lucht vallen, maar het verbaast me toch dat niemand iets tegen me heeft gezegd, het hele jaar lang. Overleggen docenten dan niet met elkaar? Ik ben toch niet zomaar het eerste jaar doorgekomen?
‘Je bent eigenlijk het foutje van het eerste jaar,’ licht een docent toe. Dat hakt erin. Ik krijg het advies de opleiding te verlaten of het jaar over te doen.
Ik pieker er niet over. Aan de Jeker laat ik mijn tranen even de vrije loop. Ik wil niet meer terug. Maar wat dan wel? Doet er niet toe, eerst moet ik weg hier. Weg van het nare gevoel, van de onveiligheid.
Al sinds de middelbare school heb ik een vriendje in Den Bosch. We woonden samen, maar door de Toneelacademie is het een weekendrelatie geworden. Wat me goed bevalt: in het weekend mijn vertrouwde leven in Brabant en doordeweeks de spannende tijd in Maastricht.
De schok van de klap die ik in Maastricht heb gekregen ebt langzaam weg, maar wat blijft is het gevoel dat dit is wat ik wil: toneelspelen, acteren. Samen met een vriendin uit Maastricht besluit ik tijdelijke woonruimte te zoeken in Amsterdam en te kijken wat we daar kunnen. We vinden een kamer op de Rechtboomssloot bij de Nieuwmarkt, tussen de junks en vlak bij Chinatown, midden in het Amsterdamse leven.
Ik ga meteen op zoek naar werk en reageer op een advertentie in de krant van jeugdtheater Pim Peters. Ik word aangenomen en daar vind ik al snel mijn spelplezier terug. Spelen voor kinderen is ontzettend leerzaam; als het hun niet interesseert zijn ze zo vertrokken. Je spel moet heel scherp zijn, in het hier en nu, en dat is precies wat mij er zo in aantrekt: opgaan in het nu, mezelf vergeten, gewoon zíjn. Het is wel hard werken. We spelen in de ochtend of vroege middag door het hele land en omdat we alles zelf doen met één technicus, kost elke voorstelling aardig wat voorbereidingstijd. We staan elke dag voor dag en dauw op om op tijd in de bus te zitten.
Joep Sertons, op dat moment bekend als Tony Beymer in de serie Spijkerhoek, regisseert een van de voorstellingen. Na afloop willen de kinderen allemaal een handtekening van hem. De rest van ons kijkt verbaasd toe. ‘Willen jullie geen handtekening van mij?’ vraag ik voor de grap aan de kinderen.
‘Wie ben je, zit je ook in een serie?’
‘Eh, nee.’
En weg zijn ze.
Na ruim een halfjaar toeren hebben we alle scholen in Nederland van binnen gezien en spelen we nog één keer in jeugdtheater De Krakeling in Amsterdam. Na de voorstelling komt er een vrouw op me af om me te complimenteren. Het is Margarete van Dam, een bekende castingdirector. ‘Mag ik je een keer bellen?’ vraagt ze.
‘Natuurlijk,’ zeg ik. ‘Ik ben benieuwd.’
Een week later belt ze inderdaad en vraagt of ik auditie wil doen voor Medisch Centrum West, een serie waar ik in eerste instantie mijn Maastrichtse neusje voor ophaal. Zeiden we op de Toneelacademie niet allemaal dat we toneel met een hoofdletter T gingen maken? Toneel en televisie liggen in die tijd mijlenver uit elkaar. Toneel is heilig, televisie is voor velen not done.
Margarete voelt mijn twijfel. ‘Voor jou honderd anderen,’ zegt ze fijntjes.
Dat geeft de doorslag. Ervaring opdoen met audities lijkt me eigenlijk niet verkeerd en bovendien, denk ik, word ik waarschijnlijk toch niet aangenomen.
Wel dus: ik word gecast voor de rol van stagiaire Isabel Zwagers. Het is geen grote rol, maar wel een die kan uitgroeien tot meer dan af en toe door het beeld lopen en een paar zinnetjes zeggen. Nu vind ik het wel enorm spannend.
Medisch Centrum West wordt opgenomen op een lege etage van het Zuiderzeeziekenhuis in Lelystad. De serie loopt al een paar jaar en de cast vormt een hechte club. Aanvankelijk maakt dat me onzeker, wat het draaien van mijn eerste serie nog pittiger maakt. Gelukkig zorgen de weinige scènes die ik heb ervoor dat ik me kan ontspannen. Ze zijn niet moeilijk en vaak kort: even een arts aanspreken of iets doen voor een patiënt. Heel overzichtelijk en perfect voor iemand met weinig ervaring. De andere acteurs blijken bovendien ontzettend aardig en al snel voel ik me op mijn gemak. Voor het eerst merk ik dat ik me goed kan aanpassen en graag meega in de dynamiek van een groep. De sfeer is hartelijk en er worden behoorlijk bijdehante grappen gemaakt. Als jongste op de set loop ik een beetje op mijn tenen, maar gaandeweg durf ik steeds meer mee te doen.
In die periode speel ik onder regie van Hein-Dik Barents in Concert op twee ossen op het Festival Theater aan de Werf in Utrecht. De toneelwereld trekt me nog steeds, maar het televisiewerk is op een heel andere manier uitdagend.
Een paar maanden later is de zomerstop van Medisch Centrum West. Ik heb twee weken vakantie, maar ik mag niet te veel in de zon. Als ik straks ineens een bruin gezicht heb, betekent dat een continuïteitsfout.