Toen ik je zag(9)
‘O, niets... Ik kwam gewoon even kijken,’ zei het kind.
Idioot vond ik het, en eng. Ik had geen idee hoe ik hiermee om moest gaan. Dus verschuilde ik me maar, elke middag weer.
Hier bij Antonie, aan het afgelegen, rustige polderweggetje, is het anders. Alleen in Amsterdam worden we achtervolgd door fotografen, maar ook daar proberen we de rust op te zoeken. We praten veel, leren elkaar beter kennen, en ik zijn muziek. The Scene is een van de cd’s die we helemaal grijs draaien, de poëtische teksten van Thé Lau zijn ons op het lijf geschreven:
Hier kom ik aan, hier ben ik lief, ik geef mezelf aan jou.
Dit is voor degene die je overal herkent,
deze is voor jou en mij, want dit is ons moment.
Want hoog boven de daken, de bossen en het meer
hoog boven de toren, de klokken en de kerk
boven de allerhoogste top van de allerhoogste berg
staan onze namen nu voor altijd in de lucht getatoeëerd.
We praten veel, ook over onze jeugd. Allebei komen we uit een gezin van vier kinderen. Dat ik als klein meisje nogal op mezelf ben komt door het grote leeftijdsverschil met de anderen, waardoor ik me bijna enig kind voelde. Mijn oudste broer, Harold, is veertien jaar ouder dan ik, mijn zus Karen tien en Onno, mijn jongste broer, zes jaar. En zij verlaten het huis natuurlijk ook veel eerder, waardoor ik nooit het gevoel heb dat we met z’n vieren zijn. Onno en ik gaan het meest met elkaar om, al komt de echte band pas veel later.
Mijn ouders zijn bovendien druk met hun eigen bedrijf, een groothandel in meubelstoffering, en daarnaast doen ze beiden veel vrijwilligerswerk. Politiek is hun grote liefde en de taken die ze hebben in allerlei verenigingen kosten veel tijd. Ik trek me terug op mijn kamer en leef me uit in mijn fantasieën. Toneelspelen, dansen, zingen, dromen: heerlijk vind ik het om in mijn imaginaire wereld te kunnen doen en laten wat ik wil. Ik leef in mijn coconnetje, creëer mijn eigen veilige bubbel, die gaandeweg een heus pantser wordt. Ik heb niet eens door dat ik het gebruik. Of dat ik het nodig heb. En omdat mijn ouders het druk hebben, laten ze mij mijn gang gaan. Dat ik daardoor misschien minder contact met ze heb, besef ik pas veel later. Als gevoelige jongste in het gezin ben ik me altijd erg bewust van ieders stemming. Nooit worden bij ons thuis de dingen uitgesproken, als het maar gezellig is. Daar zorg ik wel voor, met mijn familie, maar ook zonder. Ik voel me vaak niet gezien of gehoord. Het lijkt alsof ik in een plaatje moest passen. Al zegt niemand dat, ik voel het wel.
Antonie is de oudste thuis, dan komt zusje Anique, anderhalf jaar jonger, broer Kristiaan, die drie jaar jonger is, en als laatste Liesbeth, negen jaar jonger dan Antonie. Zij zitten allemaal veel dichter op elkaar en doen veel samen. Ook zijn ouders hebben het druk en net als mijn vader is die van Antonie veel aan het werk, maar zijn moeder is er elke dag als de kinderen uit school komen. Het is een harmonieus gezin waar veel muziek wordt gemaakt en wordt gesport. Antonies vader speelt cello, Antonie piano, Anique doet aan ballet en iedereen tennist.
Waar ik als nakomertje altijd mijn eigen gang kan gaan, moet Antonie als oudste kind alles zelf uitvinden en bevechten. Ik ben een makkelijke puber, doe geen heel gekke dingen en houd me aan de afspraken thuis die alleszins redelijk zijn. Mijn broers en zus hebben het pad natuurlijk al driedubbel voor mij geëffend.
Als propedeusestudent is Antonie begonnen met blowen. Wanneer ik hem leer kennen doet hij dat nog steeds, maar niet meer zoveel als in zijn studententijd. Omdat ik er zelf niets mee heb, heb ik het van hem niet meteen door. Natuurlijk kan ik het zien als hij stoned is, maar Antonie wordt al snel stoned. Net als met drank: van twee glazen kan hij al behoorlijk aangeschoten raken. Een halfuur later is hij dan weer nuchter.
Grappig vond ik dat. Was het een teken dat hij er extra gevoelig voor was? Ik denk het wel, maar toen had ik geen flauw benul.
Hij blowt ‘om het beter aan te kunnen, zo nu en dan’. Ik snap dat. Antonies leven is heftig, heftiger dan het mijne. Ik wilde altijd al acteren en op de planken staan, maar voor Antonie komt het allemaal uit de lucht vallen. Als rechtenstudent gevraagd worden om auditie te doen en ineens in Nederlands eerste soap spelen waar ontzettend veel mensen naar kijken – dan begin je niet, zoals de meeste acteurs, in de luwte. Die gekte rondom hem, daar heeft hij moeite mee. Daar wil hij aan ontsnappen, van wegvluchten, naar een andere wereld.