Toen ik je zag(45)
Ons gesprekje van toen is ze blijkbaar niet vergeten. ‘Heb je nog interesse?’ vraagt ze aan de telefoon.
‘En of!’
Het is niet alleen een van mijn favoriete boeken, ik zou ook zo ontzettend graag een van de zussen willen spelen. Als ik een producent kan vinden, lukt dat misschien. De filmrollen komen niet vanzelf naar me toe, dus ik wil uitzoeken wat de mogelijkheden zijn voor deze film en zo het werk naar me toe halen.
Ik praat met twee jonge producenten met wie ik net een korte film heb gemaakt. Of eigenlijk een stuk van een film, waarmee ze geld bij elkaar hopen te sprokkelen om de hele film te maken. Ze zijn totaal nieuw in deze business, maar hun enthousiasme is groot. Zo groot dat ik denk met hen iets bijzonders te kunnen maken.
‘Jij zou mee moeten schrijven,’ vinden ze.
Ik moet lachen. ‘Ik? Dat kan ik helemaal niet!’
‘Dat willen we absoluut niet horen!’
Na enig aandringen ga ik het toch proberen.
We krijgen twee weken de tijd, dan kijken we of we de film nog datzelfde jaar kunnen draaien – guerrillastijl dus. Voor mij is het een ongelofelijke en spannende uitdaging.
Antonie vindt het stoer, maar begrijpt eigenlijk niet waarom ik dit zo graag wil. Kan ik dat dan, een filmscript schrijven? Hij vindt het zelf altijd heel lastig om te beoordelen of een script goed is. Tegelijkertijd biedt hij aan om mee te lezen, wie weet heeft hij wel goede ideeën.
Ik moet weer lachen om die dualiteit van Antonie, zijn enorme bravoure gekoppeld aan onzekerheid.
In juni 2006 gaan de regisseur en ik aan de slag. We schrijven bij ons thuis in Zevenhoven in de roze kamer, de kamer waar ik ben bevallen en die we na Vlinders geboorte en Antonies cd de ‘creatieve ruimte’ noemen. Het zijn twee intensieve weken, waarin ik ontdek hoe leuk schrijven is. Dagenlang kan ik ermee doorgaan, ’s middags met een wijntje erbij. Antonie begrijpt niet dat ik een glas wijn met schrijven kan combineren, ik moet toch helder blijven?
Na twee weken leveren we het script in. Het is nog lang niet perfect, maar we laten hiermee wel zien dat het ons ernst is en dat we dit ontzettend graag willen.
Renate is verbaasd dat er al zo snel een script ligt en gaat ermee aan de slag. Iets meer dan een jaar en vele gesprekken en versies later krijgen we haar akkoord.
Pas dan ervaar ik hoe moeilijk het is om een filmproject van de grond te krijgen. Het script gaat van hand tot hand, dan weer ligt het hier, dan weer daar, dan is er weer geen geld, en al die tijd gebeurt er niets mee.
Dat Antonie mij in zo’n situatie mijn gang laat gaan, vind ik heel bijzonder. We begrijpen allebei heel goed dat als je écht iets wilt, je daar ook helemaal voor moet gaan. En dus kunnen we elkaar die ruimte gunnen. Persoonlijke vrijheid is ons hoogste goed.
Misschien heb ik daarom wel respect voor je keuze. Omdat we allebei onze vrijheid niet wilden inleveren. We maakten hoe dan ook onze keuzes, ongeacht wat de ander er uiteindelijk ook van vond.
18
In augustus 2006 gaan we weer weg met vakantie naar Corsica. Eerst gaan Antonie en ik een paar dagen samen, daarna worden Merlijn en Vlinder gebracht door Antonies ouders die dan op doorreis zijn. We treffen hier de mooiste golfbaan van de wereld aan: Golf de Sperone. Wat een fenomenale plek: prachtige uitzichten en geweldige holes, slingerend langs de rotsen van de Middellandse Zeekust. We besluiten een keer terug te komen als de zon ondergaat. Antonie bedenkt altijd dit soort leuke dingen en ik doe enthousiast mee. Als we aan het eind van de middag aankomen, zijn we de laatsten die de baan op gaan. Precies wat we hoopten. We hebben een fles wijn bij ons en twee glazen, en zodra we bij een hole aankomen waar we de zon onder kunnen zien gaan, stoppen we met spelen, ontkurkt Antonie de fles en kijken we, zittend op een grote steen, uit over de prachtige zee. De kleuren zijn overweldigend.
We verzinnen vaak de wildste dingen en ook nu gaat onze fantasie met ons op de loop. Er zouden golftassen met een koelsysteem moeten komen zodat je altijd een fles gekoelde wijn kunt meenemen. Een briljant plan, vinden we zelf. Hoe zou zo’n tas eruit moeten zien, bestaat hij misschien al? Zullen we er thuis verder over nadenken? Misschien kunnen we iets ontwerpen.
We gaan weer golfen, maar met een fles en een glas is dat best onhandig. De alcohol doet zijn werk, zeker bij Antonie. We krijgen de slappe lach en voelen ons als twee stoute kinderen. Het lijkt wel heiligschennis, zoiets doe je niet op een chique golfbaan, maar wie heeft er last van? We zijn tenslotte de laatsten.