Toen ik je zag(44)
Een halfjaar na de geboorte van Vlinder ga ik ook weer aan de slag. Ik ga in Arnhem een korte film draaien, M.A.N. (Met Andere Normen), en moet stoppen met borstvoeding. Antonie zorgt weer geweldig voor de kinderen, op een heel natuurlijke en vanzelfsprekende manier waar ik weleens jaloers op ben.
Als ik tijdens de opnames naar huis bel, hoor ik vrolijk gelach op de achtergrond. ‘Wat zijn jullie aan het doen?’ vraag ik.
‘Merlijn kijkt naar Mr. Bean en ik ben aan het inzingen.’ Antonie moet die avond weer spelen, hij zit midden in zijn tournee van Turks fruit.
Ik hoor wat geadem en gepruttel. ‘Hoor ik Vlinder nou?’ vraag ik.
‘Ja, wil je haar even?’
‘Hai schatje van me, ik ben het, mama!’ roep ik in de hoorn.
Nog meer gepruttel.
‘Ze is nu de telefoon in haar mond aan het stoppen,’ zegt Antonie.
Vol heimwee hang ik op.
Als ik na twee weken thuiskom, loopt alles op rolletjes. Antonie sjouwt de hele dag met Vlinder op zijn arm rond, maar nu wil ik haar weer, ik heb haar gemist. ’s Avonds moet Antonie spelen, maar de avond erop is hij vrij.
‘Zullen we uit eten gaan?’ stelt hij voor. ‘Regel ik een oppas.’ Ik heb er altijd moeite mee om oppassen te regelen, maar hij totaal niet, en daardoor doen we veel leuke dingen. Dat is iets wat ik van Antonie leer: eerst een avond uit plannen en pas dan een oppas zoeken. Al die leuke uitstapjes samen – concerten, etentjes, weekendjes weg – daar geniet ik enorm van.
Hoewel het onwennig voelt om als ‘verse’ moeder weer aan de slag te gaan, is dit wat ik wil. Als ik eenmaal over die drempel ben gestapt, ben ik volledig in mijn element. Ook Antonie werkt veel, filmt vaak in het buitenland, en net als andere drukke stellen proberen we alles zo goed mogelijk te regelen.
‘We zijn een bedrijf,’ zegt Antonie vaak als ik moe ben of niet lekker. ‘Je moet goed voor jezelf zorgen, anders moet ik het allemaal opvangen.’ Hij doelt op de keren dat ik over mijn grenzen ga en dat pas te laat opmerk. Dan lig ik uitgeteld in bed met maagkrampen. Hij heeft gelijk, ik let niet goed genoeg op mezelf en hij heeft geen zin om achter mij aan de ‘rotzooi op te ruimen’.
Ik moet het nu toch echt leren, het gebeurt me te vaak. Maar ik doe het niet expres, niet bewust. Ik ben zo blij met mijn werk dat ik niet doorheb dat het soms te veel is, het laat thuiskomen en dan ook nog ’s ochtends de kinderen willen zien voor ze de deur uit gaan, naar school en de crèche. Misschien herkent Antonie het en irriteert het hem daarom zo. Hij is juist constant bezig zijn grenzen te bewaken, met massages, healings, lichaamsbewustzijnstrainingen en dergelijke.
Dat we het allebei zo druk hebben, gaat ten koste van onze relatie. Maar deze keer trek ik niet aan de bel. Ongemerkt ontstaat er een verwijdering. Ik loop bovendien steeds meer op mijn tenen, vind het moeilijk in te schatten hoe Antonie zich voelt en word steeds voorzichtiger in mijn mening daarover. Dat ik me in deze periode langzaam aan het losmaken ben van Antonie, heb ik zelf nog niet door. Maar het gebeurt onherroepelijk. Ik sta sterker in mijn schoenen en vraag me steeds vaker af wat ikzelf van iets vind in plaats van uit te gaan van Antonies mening. Ik geef ook minder snel toe aan wat hij wil of vindt.
Je was niet altijd makkelijk. Dat zag ik niet. Nu wel, door de afstand die er is. Je was vaak stug en zwart-wit, terwijl ik juist altijd dacht dat je zo vrij en ruimdenkend was. Je was ook niet altijd even blij met mijn veranderingen. Ik begreep het wel, het is nooit leuk als je partner verandert. Maar het had niets te maken met jou of ons, het ging over mij.
Schrijfster Renate Dorrestein belt me in het voorjaar van 2006 met goed nieuws: de rechten van haar boek Het hemelse gerecht zijn weer vrij. Drie jaar geleden ben ik haar tegengekomen op de Dag van de Literatuur in Rotterdam, waar ik op een van de podia de schrijvers aankondigde. Ik ben een groot fan van haar boeken en vond het een eer haar daar te ontmoeten. De zwarte humor in haar werk spreekt me enorm aan, ik snap de meeste van haar personages, en zo niet, dan intrigeren ze me in elk geval mateloos. Ik vertelde haar over mijn fascinatie voor Het hemelse gerecht, een verhaal over twee zussen die samen een restaurant runnen en hun uit de hand gelopen liefde voor een man. ‘Ik denk dat het een prachtige film zou zijn.’
Maar ze hielp me uit de droom: ‘De optie op de rechten is al verkocht. Bovendien heb ik er een hard hoofd in dat het überhaupt mogelijk is om dit verhaal te verfilmen.’