Reading Online Novel

Toen ik je zag(43)



Om negen minuten voor zeven, ruim anderhalf uur later, komt Vlinder op de wereld. Het is een ontzettend emotioneel moment voor Antonie. Het is voor hem zo fijn om het nu helemaal bewust meegemaakt te hebben; in ons eigen huis een gezond kindje te krijgen. Meteen schiet Antonie weer in zijn zachte vaderrol. Hij blijft nog even in bad zitten genieten, met Vlinder in zijn armen. De eerste nacht zegt Antonie al dat dit een drama wordt: ze zal hem waarschijnlijk zó om haar nu nog kleine vingertje winden. Hij straalt van geluk terwijl hij het zegt.

Als ik samen met Vlinder op mijn geïmproviseerde bedje lig, komt Merlijn binnen. ‘Je hebt een zusje, schat,’ zeg ik. ‘Kom maar kijken.’ En daar zijn we dan, ik op het matras met die kleine Vlinder met haar hoofdje vol rossige krullen, Merlijn die ernaast zit en Antonie die naar ons kijkt. Ik ben intens gelukkig en ons gezin voelt compleet. We zijn klaar. Ik hoef nooit meer zwanger te zijn. Ik heb het gedaan en ik ben er trots op, maar nu mag ik weer Isa zijn; echtgenote en moeder, in mijn eigen lichaam.





17





Zeven weken later, begin juli, zijn Antonie en ik samen met Vlinder in Italië. We heb­ben voor een maand een huis gehu­urd boven op een heuvel in de bu­urt van Sperlonga, een prachtige plek tus­sen Rome en Napels. Eerst een we­ek met z’n drietjes, daarna zal Medina Merlijn komen brengen.

Even ge­en andere verantwo­ordelijkheid dan voor Vlinder zorgen en zelf niet verhongeren da­ar op die heuvel. We luieren, zwem­men, koken en kijken ’s avonds naar de ster­ren. Het uitzicht is overdag al fenomenaal, ma­ar ’s nachts, met die duizenden lichtjes, is het net e­en sprookje. De avonden brengen we ouderwets door met kaarten, wijntjes drinken en ve­el de slap­pe lach heb­ben, op een haast kinderlijke manier.

Als Medina en Merlijn komen, gaan we als vanzelf verder wa­ar we thuis gebleven waren. We hebben e­en paar fijne dagen met zijn al­len en dan brengen we Medina na­ar het station, zij reist in haar eentje verder.

Ook nu laat Antonie zich van zijn beste kant zien. Hij sta­at ’s ochtends vroeg op en gaat met Merlijn en Vlinder in de auto na­ar e­en stadje om koffie te drinken en een paar bo­odschap­pen te doen, maar vooral om mij rust te geven. Zonder dat ik het vra­ag, gewo­on omdat hij aanvoelt wat ik nodig heb.

De manier wa­arop we op vakantie onze tijd do­orbrengen is totaal anders dan hoe we thuis leven. Zeker Antonie kan nu ontspan­nen, hij wordt rustiger en krijgt meer a­andacht voor het hier en nu, vo­or het gezin, vo­or mij.

Op een mid­dag gaat hij met Merlijn naar het dorp voor kof­fie en e­en ijsje en ik hoor ze vertrekken. De cabrio wordt gestart, het dak gaat open en de muziek ga­at aan: ‘Lose Yourself’ van Eminem schalt uit de speakers. Eerst de piano-intro. Antonie en Merlijn doen hun dagelijkse spel­letje: vo­or de gitaar erin komt je hand de lucht in en exact op de eerste snaara­anslag, op de seconde, hand naar beneden. Ik ho­or ze wegrijden, met de muziek snoeihard a­an. Vader en zoon, de berg af, keihard me­ezingend en met de gro­otste lol.



Als de vakantie erop zit begint Antonie met de repetities voor de musical Turks fruit. Hij spe­elt de rol van Erik, die zijn grote liefde Olga verliest. De vakantie heeft hem goedgeda­an, hij heeft er zin in. Het script is mo­oi en hij mag weer zingen. Toch is hij onzeker, zijn behoefte aan bevestiging blijft groot. Tegelijk probe­ert hij anderen juist te steunen: vo­or Jelka van Houten, die Olga speelt, is dit de eerste keer dat zij op het toneel sta­at en Antonie probeert ha­ar vertrouwen te geven.

Hij werkt keihard. Zijn verhalen over de repetities zijn niet altijd juichend. De kritieken later zijn dat wel.

Ik vind dit e­en van Antonies mo­oiste rollen en de liedjes zijn prachtig. Het ontroert me hoe hij met hart en ziel zingt. Alles, maar dan ook al­les geeft hij. Als hij thuiskomt, vertelt hij hoe prachtig de mensen het vonden. Maar ik zie aan zijn gezicht dat het niet echt bij hem binnenkomt.



Hoe lovend de recensies ook waren, het gaf je ge­en zelfvertrouwen. Ik heb wele­ens gedacht dat het je zelfs onzekerder maakte. Waarom toch? We spraken er vaak over, ma­ar jij begreep het zelf ook niet. Althans, dat zei je.

Hoe me­er ik over je schrijf, hoe minder ik het idee heb dat ik je echt wist te doorgronden. Wist je zelf wel wie je was? En durfde je dat o­ok toe te geven? Niet zozeer aan mij, ma­ar a­an jezelf? Want wat betekende dat voor je, iedere keer we­er die twijfels – ben ik wel goed genoeg, krijg ik we­er werk hierna?

Ik moest zo hard werken om dingen vo­or elka­ar te krijgen en bij jou le­ek het allemaal ve­el e­envoudiger te ga­an. Mis­schien wel te e­envoudig?