Reading Online Novel

Tachtig dagen rood(211)



Ik had een grote klerenkast gekocht, met een stel laden en een passpiegel. Online, bij een zaak in East Sussex, die meubels maakte van gerecycleerd hout. Allemaal even solide. Niks bouwpakketten. Neil, de bedrijfsleider die het aan me verkocht, had alle moeite gedaan om te benadrukken dat het was gemaakt om lang mee te gaan, wat mijn angst dat ik in de val zat alleen nog vergrootte. Ik kon er niet meer snel vandoor, met een koffer in de hand, zoals ik de laatste keer dat het niet goed ging tussen ons had gedaan.

Er waren vier mannen voor nodig om de klerenkast de smalle trap naar de slaapkamer op te hijsen. En het enige waar ik aan kon denken, toen ik hen zag zwoegen om het ding ongehavend boven te krijgen, was hoe ik ooit weer zou kunnen verhuizen. Ik kalmeerde wat door te bedenken dat het maar een meubel was en dat ik in het ergste geval altijd nog een bijl kon pakken om het in stukken de trap af te dragen.

Door die gedachte ging ik me meteen schuldig voelen en de rest van de week was ik extra lief voor Dominik. Ik was niet de enige die leed onder de verandering in onze situatie en hij ging er opmerkelijk goed mee om. Zo trok hij nauwelijks een wenkbrauw op, toen ik stapels vampierboekjes uit mijn tienerjaren naast zijn dure eerste drukken schoof. Een kat in huis halen ging hem te ver, maar hij wilde wel nadenken over een goudvis, mits ik beloofde ervoor te zorgen.

In New York was het anders geweest. Van begin af aan had ik geweten dat het samenwonen tijdelijk zou zijn, omdat Dominik de woning maar voor een paar maanden huurde om aan zijn verplichtingen als gastdocent te voldoen. Voor mijn gevoel was de loft een soort hotel, wat misschien een deel van het probleem was.

Zelfs toen ik bij Simón was ingetrokken, had ik niets aan het interieur veranderd, hoewel we twee jaar samen waren. Ik had alleen mijn kleren in de ene helft van zijn enorme ingebouwde kast ondergebracht en mijn toiletartikelen in de badkamer gezet. Ik had niet eens een fotolijstje toegevoegd aan de inrichting van de woning, die ik altijd als zijn appartement en nooit als die van ons had beschouwd.

Mijn pas verworven huiselijke staat werd benadrukt toen ik een e-mail kreeg van mijn vroegere vriendin Charlotte, het meisje met wie ik veel omging toen ik Dominik pas had ontmoet, en die me in de Londense fetisjscene had geïntroduceerd. Sinds ik ruim twee jaar geleden overhaast uit Londen was vertrokken en naar New York was gegaan, had ik haar niet meer gezien en ook niets meer van haar vernomen.

Ze had een herhaling gezien van de jamsessie van Groucho Nights in La Cigale. Doordat ze na al die tijd weer iets over me hoorde, was ze op het idee gekomen contact met me op te nemen, schreef ze. Ze woonde nu in Parijs, met Jasper, de escortvent met wie ze in Londen wel eens uitging. Ze waren getrouwd nadat zij zwanger was geraakt van hun eerste kind, dat nu achttien maanden oud was. Een jaar later was er al een tweede geboren.

Jasper was een van de weinige mannen die ik had gekend die Charlottes seksuele honger konden bevredigen. Maar uit hun losse contacten was kennelijk een diepere relatie voortgekomen. Jasper had zijn bestaan als escort opgegeven. Hij zorgde voor de kinderen en studeerde psychologie, terwijl zij op de afdeling financiën van de Britse ambassade werkte.

Ik schreef haar terug om haar te vertellen dat ik weer met Dominik was en Charlotte en ik raakten verwikkeld in een gesprek per e-mail, waarin we het waarom van relaties bespraken en hoe het was om gesetteld te raken terwijl je dat helemaal niet van plan was. Ik had haar niet anders gekend dan als een overtuigde vrijgezel, die zelfs nog liever een man inhuurde dan iemand in de kroeg op te pikken voor een korte affaire. Indertijd had ze gezegd dat ze dat makkelijker vond en ook eerlijker. Dat ze was gevallen voor Jasper, de escort die haar vaste minnaar was geworden, was een gelukkig toeval geweest.

‘Liefde,’ schreef Charlotte, ‘besluipt je wanneer je er het minst op verdacht bent.’

Maar de Parijzenaars waren veel opener over hun erotische aard dan de Britten, en terwijl ze de schijn van eerbiedwaardigheid ophielden, lieten Charlotte en Jasper af en toe een oppas komen en gingen ze zelf naar Les Chandelles of Cap d’Agde, het bekende nudistenstrand.

‘Een en al groepsseks. Jij zou het vreselijk vinden. Hou jij het maar fijn bij Torture Garden,’ antwoordde ze toen ik haar vroeg hoe het daar toeging.

Ik kon me niet voorstellen dat ik Dominik zover kon krijgen zich in een militair uniform of in een latex pak te hijsen, hoewel de gedachte hem in rijlaarzen en met een zweep te zien me hevig opwond. Hij had nooit iets gehad met fetisjattributen en gaf er de voorkeur aan zijn fantasieën uit te leven met alleen het gewicht van zijn aanrakingen en zijn woorden. Over die andere dingen zouden we het misschien wel eens kunnen hebben, maar ik betwijfelde of daar ooit speciaal beddengoed of handboeien, roze en donzig of van dik zwart leer of wat dan ook, aan te pas zouden komen.